- 89 - Vat de vergaderingen van de commissie van toezicht 00 de werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling betreft, heeft soreker nu ven den wethouder gehoord, dat volgens de daaromtrent bestaande bemalingen die commissie eens in de 3 maanden zou moeten vergaderen. Jlreker begrijpt dan echter den gang van zaken heelemaal niet, want hem is ter.oore gekomen, dat de vorige commissie zelfs in 2-? jaar niet vergaderd had. oprek-'r vraagt zich af, waarom die commissie iigenliik bestaat, als er voor haar toch niets te behandelen is. 1 i. kan men haar dan beter opheffen, Spreker is het echter niet mót den wethouder eens, dat er voor die commissie niets te behan delen zou zijn, Sr zijn toch altijd klachten over werkverschaffing, zegt spreker, en waarom zou men die dan niet door die commissie laten behandelen? Als die andere commissie naar de meening van aen inspecteur te veel vergadert, waarom laat men de commissie, w. - in spreker zitting heeft, dan niet wat werk van die andere commis sie overnemen, hetgeen z.i. toch zeer goed mogelijk zou zijn. Tenslotte komt spreker dan nog aan de opmerkingen omtrent de activiteit van de commissie van openbare werken, spreker heeft niet gezegd, dat het initiatief tot het houden van die wekelijksche ver gaderingen van de commissie is uitgegaan, doch er slechts op ge- 170zen, dat de tegenwoordige commissie zooveel actiever was dan de vorige. Uiteindelijk moeten de leden der commissie toch iederen Vrijdagochtend voor deze vergaderingen beschikbaar houden en uit clat oogpunt is de meerdere activiteit der commissie dus wel degelijk ook te danken aan de opofferingen, welke de leden der commissie zich hiervoor willen getroosten. Eij de puntsgewijze behandeling zal spreker mogelijk nog op een en ander terugkomen. Wethouder ME2RBACH wil nog even terugkomen op hetgeen m twee- la instantie gezegd is omtrent de wethoudersverkiezingen. In dit verband zou spreker La Rochefoucauld willen aanhalen, waar deze zegt dat zoovele menschen onredelijk schijnen, omdat ze alleen aandacht schenken aan hetgeen ze zelf zeggen en niet aan hetgeen daartegenover wordt aangevoerd. Men zou ten aanzien van de °"Dme*' vingen omtrent de wethoudersverkiezingen ook de passage kunnen aan halen uit het boek "De straat der sandalenmakers" waar de Zweedse schrijver Uib Petersen laat zeggen "Orbilius melkt een bok en trus houdt de zeef er onder". Beide uitlatingen zeggen c debat te vaak op looze wijze wordt geargumenteerdDi is de reden waarom"wij elkaar op het terrein van de wethoudersverkie- zing niet begrijpen of begrijpen willen, bpreker verdedigt dan nogmaals het motief voor de samenstelling van een col eg c, nathouders en wijst «.-op, dat men daartoe uiteindelijk f^d^ moeten komen, indien een college op breede biasis_ ong H.;t is overigens een algemeen en goed parlemen g terug- lond, dat men zoowel bij gemeenten als provinci ex e dat dat de bestuurslichamen zoodanig WOT^n„f^SIid bii de zo kunnen steunen op een behoorlijke en vast o e^kel college in uitvoering van haar taak. Het zou oc J ®te vervullen, wanneer deze stad mogelijk zijn zijn taak Jehoori j ht zich had en verschillende groepen in d <- waaruit z'i geen andere conclusie verkiezingen gehouaen zijn, aantal van vier wethouders e was een oollege op dreedo waarbij de heer Walder nog opmerkt, dat daags voor de bedoel verkiezingen daarvan toch nog niets gebleken fc«ö. 7ii(jP Wethouder hEERBaCH zegt, dat de heeren van e an e '.mgt uitzondering dan van de heeren Bruins en v, d, ug hi eromtrent tevoren niet gepolst -heeft, zelfs s u v vinden waren voor een college van wethouders, kraam te pas kwam. De heer SCHUYL ontkent zulks.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 30