behoeve van de militairen zulke feroote- bedragen wórden uit gegeven, be
grijpt spreftpr niet,dat door da militaire overheid over é&m v^rgoatn
voor het georuik der bad- en zweminrichting, waar men een pracht ge
legenheid heefr om het garnizoen van de zwemsoort te doen genieten,
zooveel moeilijkheden worden gemaakt.
De heer WALDER zegt ten aanzien Van een welvaartsoolitiek in
dit college geen persoectieven te hebben gezien, zooals men dat ver
wachten kan van een college op breede basis» Het huidige college is
naer surekers meening te eenzijdig samengesteld. Men hoort nu geen
ander geluid en is het te gauw eens, hetgeen z.i, voor een stad als
Bergen op Zoom op den duur funest moet werken» Het betoog van den
heer Me er bach ter verdediging van de verkiezing van 4- wethouders
heeft spreker niet van de noodzakelijkheid daarvan kunnen overtui
gen. Naar sprekers inzicht wordt er alleen het vermoeden door ver
sterkt, dat er 4- wethouders moesten komen als een soort omkooperij
om op die manier een behoorlijke raad smeerderheid te kunnen verkrij
gen.
De VOORZITTER zegt het woord omkooperij niet te kunnen toela
ten
De heer JaLDER zal dan maar zeggen, dat er geweldig gemarchan
deerd ie moeten worden om die raad smeerderheid te verkrijgen. Spre
ker blijft er bij, dat van een college van B W, dat zoo eenzijdig
is samengesteld als het huidige, geen goede welvaartspolitiek, wel
ke voor onze gemeente toch hard noodig is, te verwachten is. Spre
ker ziet nog steeds niet in, waarom het niet mogelijk was een col
lege op breede basis te vormen. Dat zou z.i. ook meer in overeen
stemming met den wensch der bevolking geweest zijn. spreker herhaalt,
dat van dit college geen enkel initiatief is uitgegaan. De herscho
ling van werklooze vakarbeiders werd aangepakt door de directie van
de "Holland".
Wethouder MUSTERS merkt op, dat het initiatief daartoe toch is
uitgegaan van het college.
De heer WaLDER ontkent dit. Om de zaak juist te stellen, zou
de heer Musters moeten zeggen, dat het initiatief in deze is uitge
gaan van het departement van sociale zaken en het college slechts
de verdere stappen heeft mogen doen. Aan de directie van de "Hol
land" komt echter de eer toe, dat zij die plannen tot herscholing
prectisch mogelijk heeft gemaakt. Alhoewel gebleken is, dat het be
reikte resultaat nu juist niet schitterend genoemd kan worden, doet
dit niets af aan het feit, dat de pluim in deze za.ak toekomt aan de
directie van de "Holland" en niet aan het college van B W.
Ten aanzien van de kwestie van het sneeuwruimen merkt spreker
nog op, dat dit een productief werk is en als zoodanig niet door
daartoe vanwege de arbeidsbeurs aangewezen gesteunden behoort te
werden uitgevoerd. Voor dat werk behooren naar sprekers meen ing
de noodige mensohen te worden opgeroepen, zooals ook in andere ge
beenten gebeurt.
spreker dringt nogmaals aan om ten behoeve van de totstandko
ming van een sportpark te trachten plein 13 van de militairen te
krijgen in ruil voor de door de gemeente aan te koonen gronden van
de Ivouwsche Plantage. Zulk een sportpark zou toch ook voor de mili
tairen zelf van belang kunnen zijn.
Wat de door den heer Juten gemaakte opmerkingen over de werk
verschaffing betreft, is ook spreker van oordeel, dat het niet juist
is, dat de eene wethouder op den stoel van den andere gaat zitten,
mek niet voor een oogenblik. Daar is al eens eerder aanmerking over
gemaakttoen twee jaar geleden door den wethouder van openbare wer
ken briefjes aan werkloozen werden meegegeven om bij de werkver
schaffing geplaatst te worden, waardoor die wethouder trad in het
work van den wethouder van sociale zaken. Ook naar buiten geeft
zulks een heel verkeerden indruk.
Spreker komt daarna nog even terug op hetgeen zich rond de
wethoudersverkiezing heeft afgespeeld en wanneer hij dat alles dan
nog eens overdenkt, dan kan hij tot geen andere conclusie komen,
dan dat er heel wat beloofd is moeten worden om tot de thans ver
kregen samenstelling te kps®® ï,n .dit varbtod d&nfet èpre&or
ook aan het geval van zijn partijgenoot schuyldie jarenlang zijn
beste krachten gaf als regent van het burgerlijk armbestuur, en
nu zijn plaats moest ruimen voor een ander, wiens medewerking men
noodig had om tot de samenstelling van dit college van B W te