- 25 - uiteraard komt die zaak dan weer in den raad. Het behoeft echter wel geen betoog, dat de raad, nu deze zaak eenmaal zoover is door gezet, daarop niet meer kan terugkomen. De heer WEIJTS wil niet op cfe zaak vooruitloopenmaar hij is toch van meening, dat hierover in den raad nog wel een en ander naar voren gebracht zal worden. De VOORZITTER komt dan aan de hier gemaakte opmerkingen betref fende de stichting van een sportpark. Spreker voelt voor zulk een sportpark ook heel veel, maar hij is het met den heer van Hasselt eens, dat het daarvoor aangeduide terrein van "Rozenoord11 niet ge bruikt mag worden, daar deze grond als bouwgrond nog een aanmerke lijk deel der kosten van aankoop dier gronden kan dekken, en door den dienst van openbare werken daarvoor dan ook bereids een plan is opgemaakt. De heer WALDER merkt op, dat getracht zou kunnen worden van defensie Plein 13 te krijgen in ruil voor de door de gemeente aan te koopen gronden van de Wouwsche Plantage. De VOORZITTER zegt dat zulks inderdaad geprobeerd zou kunnen worden, al verwacht spreker daar niet het gewenschte resultaat van, Het is wel opmerkelijk, zegt spreker, dat men gronden van de ge meente steeds voor niets of voor een heel gering bedrag in gebruik wil hebben, maar zoodra de gemeente zelf gronden moet gaan koopen, moet er de hoogste prijs voor betaald worden en trekt men zich van het algemeen belang niets meer aan. Met den heer Weijts hoopt spreker, dat omtrent de havenplannen, welke den laatsten tijd weer naar voren gekomen zijn, spoedig een gunstige beslissing zal worden genomen en de noodige voorstellen daaromtrent dan in den raad zullen kunnen worden gebracht. Hoever het met die plannen momenteel staat, weet spreker niet. Mogelijk weten de twee statenleden, welke hier in den raad zitten, er al iets meer van. Wethouder VAN HASSELT en de heer WALDER maken een ontkennend gebaar. De VOORZITTER is verder in tegenstelling met den heer Bruins van meening, dat de prijs, welke door het gemeentebestuur aan het gar nizoen gevraagd was voor het gebruik van de bad- en zweminrichting geenszins te hoog was, als men nagaat, dat voor dat bedrag drie regimenten van de bad- en zweminrichting konden profiteeren. Uit dat oogpunt zou spreker een vergoeding van f.1000,nog niet te veel gevonden hebben. Spreker meent hiermede de gemaakte opmerkingen voldoende te heb ben beantwoord en stelt dan de tweede instantie der algemeene be schouwingen aan de orde. De heer JUTEN wil in de eerste plaats even ingaan op hetgeen door den heer Meerbach gezegd is naar aanleiding van sprekers opmerking betreffende den grooten huurachterstand bij de gemeentewoningen. Door den wethouder is de exploitatie van die woningen een rotte appel genoemd, welke dit college van het vorige zou hebben gekregen. Naar aanleiding daarvan wil spreker slechts opmerken, dat die appel dan toch ook reeds rot was, toen het gemeentebestuur indertijd ver plicht was dat woningcomplex over te nemen, en als een alles behalve aangename erfenis te aanvaarden. De leden, die toentertijd lid van den raad waren, weten echter wel, dat betreffende die overname toen door spreker en anderen hier een hartig woordje is gezegd. Dat spre ker nu dan ook over deze kwestie gesproken heeft, was slechts om er op te wijzen dat, als men van deze zaak nog iets goeds wil maken, de thans door het college gevolgde weg daarvoor niet juist is en de bewoners er eerder door aangespoord zullen worden om. geen huur te betalen. Het in deze aangehaalde motief van sociaal gevoel, acht spreker hier niet op zijn plaats, daar het z.i.ook de taak der over heid is de menschen te leeren hun verplichtingen na te komen, waar toe ook het betalen van verschuldigde huur behoort. Wanneer er hier in een openbare vergadering echter over gesproken wordt op de manier zooals de wethouder gedaan heeft, dan is spreker van meening, dat het met den huurachterstand nog erger zal worden, en op den duur geen der bewoners meer betalen zal. Het zou er bij de gemeentebe drijven maar raar uitzien, zegt spreker, wanneer daar dezelfde tactiek werd toegepast ten aanzien van de wanbetalers van gas- en waterleiding.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 26