- 2k - woordige omstandigheden, meer nog dan anders, nauwlettend zal worden toegezien, dat de posten der begrooting niet worden overschreden, behoeft wel geen betoog. Dat opgetreden moet worden tegen de huurders van gemeentewoningen die onwillig zijn om huur te betalen, is spreker het geheel mee eens, en zooals door den heer de Moor reeds is medegedeeld, worden te dezer zake door het college ook reeds de noodige maatregelen genomen. Wat de gemaakte opmerkingen omtrent werkverschaffing betreft, is spreker persoonlijk ook van meening, dat getracht moet worden zoo veel mogelijk objecten ter hand te nemen om de menschen in eigen gemeente tewerk te kunnen stellen, maar men mag de moeilijkheden, welke ter bereiking van dat doel overwonnen moeten worden, niet onderschatten. Zeer zeker zou het stichten van een sportpark een prachtig werkobject zijn, maar of het door den heer Bruins daarvoor aangewezen terrein wel het Juiste is, betwijfelt spreker ten zeerste. Immers, wanneer men nagaat, wat dat terrein aan de gemeente gekost heeft en er na hetgeen aan de militairen moest worden afgestaan, nog, een stuk bouwgrond overbleef, waarmede misschien nog een deel der gemaakte kosten kan worden gedekt, dan zou het naar sprekers meening toch verkeerd zijn, om dien grond voor een sportpark ter beschikking te stellen. Financieel acht spreker dat althans niet verantwoord. Met het beroep, dat hier gedaan is voor eensgezinde samenwerking in het algemeen belang, kan spreker zich volkomen vereenigen. Ook spreker hoopt, dat door opbouwende critiek het beste zal worden bereikt, zoowel op stoffelijk als geestelijk gebied, in het belang van de gemeenschap. De VOORZITTER zegt dat het hem genoegen gedaan heeft, dat de heer Weijts er althans over gedacht heeft om geen algemeene beschouwingen te houden. Veel succes heeft sprekers wensch dienaangaande overigens niet gehad, maar men kan nu eenmaal niet altijd hebben, wat men graag zou willen. Ten aanzien van de opmerking van den heer v.d.Vlugt omtrent de gedragingen van de jeugd, geeft spreker toe, dat de baldadigheid der jeugd inderdaad ergerlijk is, maar spreker wil er daarbij tevens op wijzen, dat bij de bestrijding daarvan geen medewerking ondervonden wordt van degenen, die daartoe in eerste instantie geroepen zijn. Maar al te veel worden de kinderen bij hun baldadigheid nog in be scherming genomen door de ouders. Spreker herinnert aan de pers campagne, welke indertijd tegen deze baldadigheid hier gevoerd is, en welke wel eenig succes gehad heeft. Spreker is de pers daarvoor nog altijd zeer erkentelijk en hoopt, dat deze in de thans hier gemaakte opmerkingen aanleiding zal vinden om op een en ander nog eens de aandacht te vestigen, terwijl spreker ook een beroep doet op de ouders en onderwijzers om in deze de zoo noodige medewerking te verleenen. In verband met hetgeen door den heer Juten naar voren gebracht is over den aankoop van gronden ten behoeve van de uitbreiding van het garnizoen, is spreker van meening, dat de heer Juten te dezer zake maar slecht ingelicht is. Spreker licht een en ander toe en wijst er op, hoe de N.V.Vlevo een deel van den grond, welke de gemeente ten behoeve van het garnizoen zou aankoopen, niet dan tegen een zeer hoogen prijs wenschte af te staan. Vanzelfsprekend kon de gemeente daar niet op ingaan en na overleg met de militaire autori teiten, die hgt j_n deze volkomen eens waren met de bezwaren van het gemeentebestuur, is toen door den commandant van het 3e legerkorps zelf een andere oplossing aan de hand gedaan, waarbij toen volstaan kon worden met den aankoop van een stuk grond van "Boschlust11wat voor de gemeente heel wat voordeeliger uitkwam. Daarmede was de moeilijkheid van het middenterrein ineens opgelost en kon de gemeen te die gronden gevoeglijk laten liggen, omdat men ze toen niet meer noodig had. Wat het bouwen van het transformatorhuisje aan de Oude Huyberg- schebaan betreft, zegt spreker, dat het inderdaad oorspronkelijk in de bedoeling lag om het door den heer Juten bedoelde stukje grond daarvoor aan te koopen. Toen later echter bleek, dat een hoekje grond van de gemeente zelf, dat overigens nergens voor te gebruiken was, voor het plaatsen van dat transformatorhuisje zeer geschikt was, is aan dit laatste plan uitvoering gegeven en daarbij heeft niets anders voorgezeten dan het belang van de gemeente, dat met deze oplossing het best gediend was. De kwestie van de onteigening van gronden van de Wouwsche Plan tage zal vermoedelijk binnenkort te Breda haar beslag krijgen en

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 25