- 21 - gediskwalificeerd, maar beschouwt hij dat als een eer, welke er slechts toe kan bijdragen om zijn functie nog met te meer liefde te vervullen. Dat de eenheid onder de Katholieke raadsleden hier nog niet tot stand is gekomen, is zeer zeker te betreuren. Toch heeft spreker wel eenig vertrouwen, dat die eenheid in de toekomst nog zal komen, het geen ongetwijield in het algemeen belang zou zijn. De bemerkingen, welke door den heer Weijts gemaakt zijn betref- lende de gemeentebedrijven; zal spreker, om herhaling te voorkomen, beantwoorden bij de behandeling van de betreffende punten van de begrooting. Wethouder DE MOOR meent na hetgeen door den heer Meerbach reeds aar voren gebracht is. kort te kunnen zijn. Door den heer Juten is gewezen op den grooten huurachterstand bij de gemeentewoningen, welke er vroeger niet geweest zou zijn. De heer Juten heeft echter vergeten en bij te zeggen, dat toen meer dan de helft van de woningen leeg stond. De heer Meerbach heeft overigens den heer Juten te dezer zake &l een zeer juist antwoord gegeven.Men moet ook niet vergeten, dat de steeds verder gaande verarming van de minst bedeelden vaak oorzaak is, dat velen niet betalen kunnen. Het college steunt dien toestand iet, maar het gaat toch niet aan, dat van overheidswege iemand op straat gezet wordt langs de voordeur, terwijl men hem langs de achter deur weer moet binnenlaten. Ook dergelijke menschen moeten nu eenmaal ■bunnen wonen. In verband met deze kwestie kan spreker den raad mede- deelen, dat hieromtrent door de commissie voor het woningbedrijf reeds een advies aan het college is uitgebracht en dat het college besloten eeft dat advies op te volgen. Mogelijk, dat de ala gevolg daarvan ie nemen maatregelen tot een vermindering van den huurachterstand kunnen leiden. Er is hier gesproken over klachten, welke er bij de werkverschaf fing zouden zijn. Aan spreker zijn dergelijke klachten niet bekend en hij gelooft ook niet, dat ze er zijn. Natuurlijk kan er wel eens een verschil van meening zijn met den opzichter omtrent de uitvoering van het werk, maar dat is altijd weer gauw genoeg opgelost en «Lat beschouwt spreker dan ook niet als ''klachten11. Wat de afgebroken gebouwen op "Rozenoord" betreft, waarover de heer Juten het had, merkt spreker op. dat de plannen daaromtrent mdertijd aan den raad zijn voorgeLegd en de leden uit de toen over gelegde teekening hadden kunnen zien, dat de grens van de kazerne Precies langs de villa ging. Alhoewel deze zaak dus niet afzonderlijk in den raad is behandeld, had de raad zich toch aan de hand van de feekening van een en ander op de hoogte kunnen stellen en gaat het naar sprekers meening niet aan, het nu te doen voorkomen, alsof de raad hier totaal onkundig van was. Ook voor het doortrekken van den weg was het noodzakelijk, dat de villa, die bovendien geheel uit den ijd was en aan geen enkele behoorlijke eisch meer voldeed, verdween. Dat het grondbedrijf vroeger meer rendabel was dan nu, is inder- aad juist. Daaruit kan echter geconcludeerd worden, dat er vroeger ffleer behoefte was aan het bouwen van huizen dan tegenwoordig, want ook v!e^ douwen van die huizen alleen is men niet klaar, men moet er k°h bewoners voor hebben. Om de mindere rendabiliteit van het grond- earijf te wijten aan een mindere activiteit ten deze van het college g Van spreker als wethouder van openbare werken, is nochtans onjuist. P eker heeft integendeel juist meermalen een compliment gehad voor geen de laatste jaren ten aanzien van het grondbedrijf is gedaan. Het geval van de sneeuwruimers, dat door den heer Walder is aan genaaid berust op een misverstand van een ambtenaar der arbeids- ®Ur®die^den datum op de kaarten een dag te vroeg gesteld heeft, mpT"s raenscdlen zich vandaag voor het sneeuwruimen, kwamen den inplaats van morgen. De menschen zijn intussohen toch aan het trn-f en worden vanzelfsprekend dus ook uitbetaald. Het be- maar 6oer ec"'1"':er geen ^00 menschen, zooals de heer Walder beweerde, enkp? venband met de werkverschaffing zijn door den heer Weijts he^r w J7+^en naar voren gebracht, welke spreker allerminst van den ot>f»nv>o6 verwacht had, daar deze als lid van de commissie voor toeermaT^ we n weJ- beter weet. Zoo heeft de heer Weijtg er reeds Werken f gewezen, dat de tegenwoordige commissie voor openbare teeenïrJü^ actl0Ver is dan de vorige. Het initiatief echter voor de bare V f We^edfJksche vergaderingen van de oommissie voor open en hJ i 18 niet van die commissie, maar var spreker uitgegaan soeri cm S °0k; sPrekens verzoek, dat B W voor die vergaderingen sen ambtenaar ter beschikking hebben gesteld, waardoor een .".VS! i 3 V.'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1940 | | pagina 22