w
- 17 -
wenscht, daar men dezen grooten kelder niet kan bouwen alvorens het
filtergebouw normaal functionneept.
Ik hoop, dat de wethouder van de bedrijven in de toekomst voort
varender zal blijken dan in de afgeloopen periode en het niet aal
blijven zoeken in kleine tekortkomingen der afsluiters, maar de
zaak bij den waren naam zal noemen, n.l. dat een geheele of gedeel
telijke ombouwing noodzakelijk is.
Bij de puntsgewijze behandeling van de begrooting hoop ik op
sommige zaken nog eens terug te komen, als dit noodig en nuttig
blijkt. Ik dank U.
De heer BROEKMANS wijst er op, dat deze begrooting er een is,
zooals men de laatste jaren gewend is, n.l. met weinig perspectief
en weinig initiatief van het college ten aanzien van groote objecten.
Ook bij de behandeling der begrooting in de commissies zijn geen
bijzondere dingen naar voren gekomen. Met den heer Weijts is spreker
het eens, dat het alleszins wenschelijk is, dat het electrioiteits-
tarief voor de klein-industrie wordt verlaagd, hetgeen ook zeer
goed mogelijk is wanneer men het cijfer ziet van de winstwelke op
de levering van electriciteit door de gemeente gemaakt wordt. In
het antwoord van B W wordt ten aanzien van deze kwestie verwezen
naar de behandeling ervan in een van de vorige raadsvergaderingen,
waarbij door den wethouder de toezegging werd gedaan, dat t.z.%.
de noodige voorstellen hieromtrent in den raad zullen worden ge
bracht. Wanneer het echter de bedoeling is om op deze manier die
aangelegenheid op de lange baan te schuiven, dan kan spreker zieh
daar niet mee vereenigen. Hij hoopt dan ook, dat de hier bedoelde
voorstellen, waardoor de klein-industrie weer eenigszins geholpen
zal worden, ten spoedigste aan den raad zullen worden aangeboden.
Spreker wijst er verder op, dat de thans aan de orde zijnde be
grooting eenigszins gevaarlijk is, omdat de daarin verwerkte cij
fers gebaseerd zijn op den vooroorlogschen toestand. Er is momen
teel nog niets van te zeggen, hoe een en ander in 19^0 verloopen
zal en uit dat oogpunt acht spreker het ook gevaarlijk, dat op de
begrooting slechts een zeer kleine post is uitgetrokken voor on
voorzien. Spreker begrijpt wel, dat na het intreden van den oorlogs
toestand de begrooting niet meer kon worden omgewerkt, maar het zal
dan nu nog meer dan anders zaak zijn, dat de hoofden van dienst er
op gewezen worden, dat nauwlettend wordt toegezien, dat de op de
begrooting uitgetrokken posten voor uitgaven niet worden over
schreden.
Wat de werkverschaffing betreft, heeft spreker reeds opgemerkt,
dat er voor groote objecten weinig initiatief van dit college is
uitgegaan. In dit verband denkt spreker b.v. aan de stichting van
een sportpark, waardoor de jeugd de gelegenheid krijgt zich sportief
te ontwikkelen. Spreker is daar een groot voorstander van en vooral
hen laatsten tijd is wel het groote nut gebleken van een goede
lichamelijke ontwikkeling van de jeugd. Naar sprekers meening be
hoort de bevordering daarvan wel degelijk tot de taak van de over
heid en daartoe is het noodig, dat men de beschikking heeft over
een behoorlijk sportpark. Spreker zou op de totstandkoming daarvan
•ban ook willen aandringen. De daarvoor noodzakelijke uitgaven zijn
haar sprekers oordeel zeer zeker in het algemeen belang, zooals dat
°°b het geval is met den steun, welke aan kunstzinnige instellingen
behoort te worden verleend. Ook het geven van goede muziekuitvoe
ringen en tooneelvoorstellingen moet bevorderd worden. Bergen-op-
Soom moet niet alleen bekend staan als een centrum van gewoon ver
maak, maar het moet ook een cultuurcentrum zijn en als zoodanig een
zekere standing ophouden. Men moet de stad aantrekkelijker maken,
ook door het voteeren van bedragen voor verfraaiing en. verbetering,
hetgeen mede er toe zal bijdragen om het welvaartspeil te verhoogen.
Door den heer Weijts is een heel betoog gehouden in verband met
de door de gemeente gedane uitgaven ten behoeve van het garnizoen,
haar sprekers meening zijn die uitgaven geenszins voor niets ge-
haan en heeft Bergen op Zoom Juist door het doen van die uitgaven
goed begrepen wat in haar eigen belang is. Vooral nu kan men con-
stateeren, hoe de gemeente profiteert van de uitgaven, welke zij
zich voor het behoud van het garnizoen getroost heeft.
In verband met de behandeling van de carnavalskwestie in de
vergadering van December j.l. heeft het spreker gefrappeerd, dat
de middenstand voor het opkomen van zijn belangen toen gebruik
reeft gemaakt van een vereeniging, die zich speciaal beweegt op het
gebied van vermakelijkheden. Spreker doelt hier op de lijsten met