■-".
-*••• *T
- 15 -
r/K
sen kon. Ieder die weet, dat de gemeente op de inkoopsom van elec-
triciteit, groot f.96625,— een winst maakt van een kleine f.80000,
moet tot de conclusie komen, dat men de industrie-electrlciteit ge
makkelijk met totaal f. 3^-00,kan verlagen, als de goede wil aan
wezig is. Bovendien zal door toename van het verbruik deze mindere
inkomst weldra zijn ingehaald. Daar komt nog bij, dat door belasting
van het nat bulten den Bpertijd ook het stroomverlies zal verminderen,
wat toch zeker als een extra-inkomst mag worden aangemerkt.
Ik hoop, dat de raad bij de puntsgewijze behandeling van de begroo
ting op het besluit van 27 October J.l. zal terugkomen en alsnog de
industrie-electriciteit zal verlagen.
Nu is er, blijkens het antwoord-rapport van B W, een voorstel te
verwachten om de oesterputten van Belderbos met aangrenzend terrein
om te scheppen in een industrieterrein. Het college moet van de be
hoefte aan industrieterrein wel zoodanig overtuigd zijn. dat zij nu
met dit voorstel gaat komen. Als bewijs hoe weinig het college hier
van in 1939 op de hoogte was, moge blijken uit het feit, dat men de
beschoeiing daar ter plaatse aan den havendijk ging vervangen door
een glooiing en enkel een kleine aanlegplaats voor de oesterkweekers
wilde laten. Men wilde toen niet de door mij in het belang van de
industrie bepleitte beschoeiing plaatsen.
Ben ander punt, dat hiermede ten nauwste samenhangt, is het haven
plan, Dat havenplan is een zeer duistere zaak. Toen ik eens den
euvelen moed had hierover een interpellatie aan te vragen, meende de
Voorzitter, dat het in het belang van Bergen op Zoom was, mij het
woord in openbare vergadering te ontnemen en mij in de gelegenheid
te stellen hierover in besloten zitting het mijne te zeggen. Ik hoop,
dat er in den loop van dit dienstjaar meer licht moge schijnen ;over
havenplan en dat het zoodanig moge worden uitgevoerd en haar
outillage van dien aard wordt, dat zij als los- en laadplaats voor
geheel Brabant zal kunnen gebruikt worden.
Ik heb mij ook eens afgevraagd, wat het college in de afgeloopen
vier jaar gedaan heeft voor den middenstand. Ik mag hier eens her
inneren aan de instelling van een commissie tot bestudeering van het
marktvraagstuk. Zouden B W te gelegener tijd eens willen mede-
deelen, of deze commissie bereids met haar taak gereed is gekomen?
Zoo dit het geval is, zouden de stukken hiervan dan niet eens ter
inzage van den raad kunnen worden gelegd?
Dan moge ik ook wijzen op de moeilijkheden, die vooral winkeliers
en zaalhouders ondervinden door het plaatsen van maximaalmeters bij
hun electrische installatie. Ik voor mij vind deze maximaalmeters
prachtig, maar dan moeten ze geplaatst worden bij alle vastrecht-
gebruikers. Ik vind het onjuist, dat ieder particulier in den sper
tijd het net zoo zwaar belasten kan als hij wil en dat juist in deze
periode de winkelier, als hij ook bij eijn zaak woont, gedwongen
wordt de uiterste zuinigheid te betrachten. Hij mag geen electrische
kachel, geen strijkijzer, geen stofzuiger gebruiken in die periode
wanneer hij voor zijn zaak den meesten stroom noodig heeft, of hij
vindt dit in een zware maximaalrekening tot uitdrukking gebracht.
Ik hoop, dat de wethouder van de bedrijven hier eens de noodige aan
dacht aan zal willen besteden om tot een billijker tariefsberekening
te komen. Er is weliswaar reeds een verbetering doordat men het ge
middelde neemt van vier opnemingen, maar afdoende is die niet.
Ik geloof ook, dat een beter etalageverlichting na sluitingsuur
het gevolg zou kunnen zijn van een billijke regeling.
9m iets te zeggen over de werkverschaffing heeft niemand eenige
moeite te doen. Het college is in de afgeloopen vier jaar in deze
dusdanig in haar plicht tekort geschoten, dat iedereen dat heeft
kunnen waarnemen en de werkloozen het aan den lijve ondervonden
hebben. Onze collega Broos heeft een interpellatie gehouden over de
werkverschaffing in Diever. Ik denk, dat alle raadsleden na afloop
van de vergadering nog eens rustig kennisgenomen hebben van het
keurige en overzichtelijke cijfermateriaal, dat hij ons ter hand
stelde. Wij hebben sindsdien wederom vernomen de moeilijkheden bij
de werkverschaffing te Dinteloord. Dit zijn misschien de redenen,
waarom de wethouder van sociale aangelegenheden geen vergadering uit-
cnrijft_voor de commissie van toezicht op de arbeidsbeurs en ar-
eidsbemiddeling. Hij is toch niet bang voor zakelijke en opbouwende
ritiek, anders moet hij zijn taak wel danig verprutst hebben.
aar de eigenlijke oorzaak van dit alles ligt bij het geheele col-
ege en in het bijzonder bij den wethouder van openbare werken, die
iet zorgde^voor behoorlijke plannen van werkverschaffing in onze
gemeente. Sinds de commissie van openbare werken in haar tegenwoor-
J rf»
.Vi "V