- 114- - •.Tothouder MEERBACH zegt, dat de mededeeling van den heer Becht als zou op vroeger gedane verzoeken om wijziging van titulatuur zelfs geen antwoord aan de betrokkenen zijn gegeven, niet juist is. Dat oo die verzoeken afwijzend beschikt werd, komt omdat er de con sequentie van een salarisverhooging aan vastzat, terwijl zulks bij het inwilligen van het verzoek van den marktmeester niet het geval is. Dao.r het voorstel van den heer Becht voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dat in stemming, waarbij de stemmen met 9-9 Vóór stemden de heeren Kruize,Walder,Kiepe,Juten,Weijts,van Has selt BechtSchuyl en van Hal. Tegen stemden de heeren Meerbach,Bekker,van Kaam,Musters,Broek man s,Boschman,de Moor,Verlinden en Scheffelaar. Hot voorstel van den heer Becht zal dus in een volgende vergade ring in herstemming worden gebracht. XI "ADVIES OP HET VERZOEK VAN DE STICHTING "HULP IN DE HUISHOUDING" GEVESTIGD TE BERGEN OP ZOCM. OM AANSTELLING VAN EEN SOCIALE VERZORGSTER EN OM SUBSIDIEIN DE KOSTEN VAN HELPSTERS. (Verzameling 1939 nr.59 0 De heer SCHEFFELAAR zegt tegen het voorstel geen bezwaar te heb ben. 'Jat de benoeming van de sociale verzorgster betreft, is het voorstel aan spreker niet geheel duidelijk. Spreker vraagt, of B 1 voor de benoeming gebonden zijn aan degene, die door de stich ting aan het gemeentebestuur wordt voorgedragen? De VOORZITTER merkt op, dat in het voorstel staat, dat de benoe ming plaats vindt in overleg met de stichting. Do heer SCHUYL kan zich met het voorstel tot het aanstellen van een sociale verzorgster wel vereenigen. Naar sprekers meening zal dit zeer zeker van groot nut voor de gemeente kunnen zijn. Ten aan zien van de functie zelf is spreker echter van oordeel, dat ieder een naar de benoeming daartoe moet kunnen meedoen en dat er daarom voor de vervulling van deze functie een openbare oproep van solli citanten moet plaats vinden. Dat aan de stichting "hulp in de huis houding" advies gevraagd wordt, acht spreker geen bezwaar, maar do benoeming moet z.i. geheel vrij aan het college blijven en mag niet eenzijdig geschieden, hetgeen naar sprekers meening het geval zal zijn, wanneer de benoeming moet geschieden uit een voordracht welke door de genoemde stichting moet worden ongemaakt. De VOORZITTER zegt, dat het niet de bedoeling is, dat enkel een advies,ten aanzien van de benoeming,door de stichting gegeven wordt, maar dat deze daarbij ook wel degelijk medezeggenschap heeft. De heer SCHUYL vindt dit laatste niet juist. Spreker vreest, dat on deze manier het in aanmerking komen voor deze functie beperkt zal worden tot een bepaalde groen van personen, met uitsluiting van alle anderen. De heer BECHT is het met den heer Schuyl eens, dat deze zaak niet van eenzijdig standpunt mag worden bekeken en het de meest juiste oplossing is, dat een oproep voor sollicitanten wordt gedaan. Uit de daarop ingekomen sollicitaties kan dan in overleg met de stichting de benoeming plaats hebben. De heer SCHUYL is het er mee eens, dat het zoo zou moeten ge beuren, maar hij gelooft niet, dat het zoo gaan zal. Uethouder MUSTERS zet don gang van zaken uiteen en merkt op, dat hot z.i. toch niet de bedoeling van den heer Schuyl is om de stich ting, welke zich voor deze zaak zoozeer geïnteresseerd heeft en haar aanhangig heeft gemaakt, thans op den achtergrond te schuiven, spreker meent, dat het college toch al meermalen bewezen heeft de zaken niet van eenzijdig standpunt te bezien. Ook in deze zal wel degelijk rekening gehouden worden met alle groepen der bevolking. De heer SCHUYL zegt het werk, dat de stichting in deze aange legenheid gedaan heeft en nog doen zal, zeer zeker te waardeeren. Dat sluit echter niet uit, dat hij voor deze betrekking iedereen, die er voor in aanmerking kan komen, een kans wil geven en dat kan z.i. alleen, wanneer er een openbare oproeping van sollicitanten gedaan wordt. In verband met een en ander vraagt spreker dan ook stemming. De VOORZITTER brengt daarop het voorstel van burgemeester en wet houders in stemming, waarbij dit met algemeene stemmen wordt aan genomen De VOORZITTER zegt niet goed te begrijpen, waarom het voorstel SO il

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 95