- 12 - De heer JUTEN 2egt zich wel met het voorstel van B W te kunnen vereemigen, daar spreker het altijd krom gevonden heeft, dat aller lei benoemingen, welke aondef eenig bezwaar aan het college konden worden overgelaten, voortaan door den raad moesten geschieden. Wat de opmerking van den heer Schuyl betreffende de benoeming van don opzichter der bad- en zweminrichting aangaat, merkt spreker op, dat de verordening op de bad— en zweminrichting nooit ingetrokken is en uit hoofde daarvan die benoeming reeds door den raad moet ge schieden. spreker heeft er overigens geen bezwaar tegen, dat ten_ overvloede de bedoelde opzichters-functie nog aan de onderwerpen jke lijst wordt toegevoegd. De VOORZITTER wijst er op, dat door het aannemen van dit voorstel de vroeger genomen besluiten omtrent benoeming van ambtenaren van zelf komt te vervallen. Do heer BEKKER zegt in 1932 met het voorstel tot benoeming van diverse ambtenaren door den raad gekomen te zijn, omdat zulks naar sprekers meening en die van de meerderheid van den raad, welke met hot voorstel accoord ging, noodig was. Spreker meent, dat hettoen genomen besluit ook aan zijn doel beantwoord heeft. Hij kan zich met hot nu door B W gedane voorstel wel vereenigen, mits hat aannemen van dit voorstel tevens inhoudt, dat van de op de lij et vermelde functionarissen er geen enkele door B W op arbeidscontract zal wordon aangesteld, want anders zal de raad aan dit besluit nog niets hobben, zooals terecht door den heer van Hasselt werd opgemerkt. Wethouder MUSTERS zegt dat met hetgeen hier naar voren gebracht is, natuurlijk rekening zal worden gehouden, terwijl er naar spre kers meening ook geen bezwaar tegen bestaat om, overeenkomstig het voorstel van den heer schuyl, de functie van opzichter der bad- en zweminrichting aan de lijst toe te voegen. Overigens zullen bij aanneming van dit voorstel de hiervan afwijkende bepalingen in andere verordeningen in overeenstemming worden gebracht met het nu te nomen besluit. Zonder boofdalijkd stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en tethoudere, aangevuld zoottla door den heer Schuyl werd aangegeven, besloten. X VOORSTEL TOT HET WIJZIGEN VaN DE TITULATUUR VaN DEN MARKTMEESTER. TEVENS AMBTENAAR TEN KANTORE VAN DEN GEMEENTE-ONTVANGER. (Verzameling 1939 nr.55. De heer SCHUYL zegt in principe het wel met dit voorstel eens te zijn, doch er zijn reeds meerdere van dergelijke gevallen geweest waarbij de betrokkenen om verandering van titel verzochten in ver band met de door hen te verrichten werkzaamheden en daarop werd steeds afwijzend beslist. Spreker gelooft wel, dat men weet welke personen spreker op het oog heeft, ook zonder dat hij de namen der betrokkenen hier noemt. De heer JUTEN zegt tegen het voorstel van B W te zijn. Spreker gaat na hoe de huidige eaiarisverordening en de daarin opgenomen titulaturen onder den voorganger van den Voorzitter is tot stand gekomen en daarin een bepaalde stimulans zat voor de ambtenaren om de noodige diploma's te halen, en op grond daarvan dan weer in aan merking te komen voor promotie. De marktmeester, dien we ©enige jaren geleden benoemd hebben, had eigenlijk al een salarisverhooging voor zijn benoeming, zegt spreker. De man werd benoemd als markt meester, maar omdat aan die betrekking gen volle dagtaak zat, werd hij tevens te werk gestold op het kantoor van don gemeente-ontvan ger. Zijn titel bleef daarbij echter die van marktmeester. Wat zul len we nu echter gaan krijgen, wanneer we het voorstel van B W aannemen? Dan wordt de betrokkene adjunct-commies 2e klasse en kan dan na verloop van tijd weer hoogerop. Immers dan kan hij adjunct- commies le klasse worden en nog later den commiezen-rang bereiken. Nu kan men wel zeggen, dat aan de hier voorgestelde verandering van titel geen verhocging van salaris verbonden is, en dat is voor het oogenblik ook juist, maar spreker is er van overtuigd, dat die salarisvorhooging er in de toekomst wel het gevolg van zal zijn en voor die verdere promotie is de raad dan zelfs niet meer noodig, maar kunnen,naar sprekers mooning, B W daartoe zonder meer over gaan. Blijft de betrokken functionaris den titel van marktmeester behouden, dan is een salarisverhooging zonder den raad daarin te k>:nnen, daarentegen niet mogelijk. Spreker vraagt zich overigens af, wat er eigenlijk op tegen ie om den titel van marktmeester te behouden? In andere plaatsen hooft men toch ook een marktmeester. Spreker is er voor, om dezen titel te handhaven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 93