- 10 -
leiido plaatsen de wortels der boomen geheel bloot gekomen, en is te t
gevaar voor afsterven nog grooter geworden. Spreker "blijft er "bij,
cl at de prachtige "boomen in de Beukenlaan geheel verloren zullen
gaan, wanneer daar een gesloten wegdek zou komen, en daarom stelt
spreker dan ook voor, die laan te voorzien van een klinkerbest rating.
De VOORZITTER is het met den heer de Moor eens, dat het beste is,
om aan het staatsboschbeheer eerst advies te vragen omtrent de wijze
van bestrating der Beukenlaan in verband met het behoud van de daar
staande boomen. Mocht het advies van het Staatsboschbeheer ook zoo
danig zijn, dat zonder bezwaar voor da boomen in de Beukenlaan een
gesloten wegdek kan worden aangebracht, dan zal dienovereenkomstig
worden gehandeld. In het andere geval zal er een klinkerbestrating
komen
De heer JUTEN zegt zich met deze oplossing wel te kunnen vereeni-
gen en trekt daarom zijn voorstel in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
VIIADVIES OP HET VERZOEK VAN DE WED.A.ENGELSMA TE BERGEN OP ZOOM
INZAKE DE BEBOUWING VAN EEN PERCEEL GROND AAN DE MOERSTRAAT-
schebaan.
(Verzameling 1939 nr.50.
De VOORZITTER wijst er op, dat door de commissie wel een gunstig
advies is uitgebracht, doch op het verzoek afwijzend moet worden
beschikt omdat het gevraagde in strijd is met de bouwverordening.
De heer SCHEFFELAAR wijst er on, dat het aangehaalde advies van
de commissie voor openbare werken al van ouden datum is. Er is
spreker niets van bekend, dat de kwestie na dat advies van 1938 °P~
nieuw in de commissie is behandeld, spreker is nog van meening, dat
het door verzoekster gevraagde wel kan worden toegestaan.
De heer VERLINDEN is het er mee eens, dat volgens de bestaande
voorschriften het verzoek van adressante moet worden afgewezen, zoo
als door B W wordt voorgesteld. Spreker wijst echter op den eigen-
aardigen toestand, welke hier ten aanzien van de bebouwing zal
konen, omdat op de onderhavige perceelen tot aan Vrederust slechts
boerderijen of landhuizen mogen worden gebouwd, terwijl de perceelen
tegenover Vrederust bestemd zijn voor den bouw van normale woningen.
Spreker vindt dat toch niet geheel juist.
Do heer VAN KAAM is het met den heer Scheffelaar eens, dat het
aangehaalde advies van de commissie er een is van vorig jaar, en de
toestand ter plaatse intusschen weer wel eenigszins is gewijzigd.
Spreker wijst op do moeilijkheid om daar te bouwen volgens de be
staande voorschriften, omdat dan veel te veel grond moet worden ge
kocht, waarvoor naar sprekers meening wol bij niemand animo zal
bestaan. In dit verband vindt spreker het dan ook jammer, dat inder
tijd door den raad is aangenomen, dat op dezen grond slechts boerde
rijen mogen worden gebouwd.
De heer JUTEN zegt het altijd een belachelijk idee te hebben ge
vonden, dat de onderhavige perceelen bestemd moesten worden voor den
bouw van boerderijen. Naar sprekers meening zullen die er npoit
komen, omdat er niemand zal zijn, die daarvoor f.30.000,a
f.50.000,beschikbaar zal willen stellen. De boerderijen, die wij
in onze gemeente hebben, zijn geleidelijk door meerderen aankoop van
perceelen en perceeltjes, als zich daartoe een gunstige gelegenheid
voordeed, gegroeid, zegt spreker, en z.i. kan de bepaling, waarbij
een bepaald gedeelte van de gemeente uitsluitend werd aangewezen
voor den bouw van boerderijen, dan ook niet worden doorgevoerd.
Spreker wijst eveneens op den eigenaardigen toestand, welke tenge
volge van de bestaande bepalingen voor het bouwen op de onderhavige
perceelen geschapen is, en hij is er voor, om adressante alsnog de
gevraagde toestemming tot het bouwen te verleenen.
'Jethouder MUSTERS is het met den heer Juten eens, dat op de onder
havige perceelen wel nimmer boerderijen gebouwd zullen worden.
Tuinderijen kunnen daar echter wel komen en spreker heeft er vroeger
reeds op gewezen, dat het voor de tuinders een voordeel is om hun
bedrijf zoo dicht mogelijk bij de stad te hebben.
Wethouder DE MOOR wil er op de eerste plaats op wijzen, dat aan
den dienst van het streekplan slechts een advies is gevraagd in deze
kwestie, doch dat de raad tenslotte de beslissing heeft. De groote
moeilijkheid in deze zaak is, dat vanwege de door den raad zelf
bepaalde en in allerlei voorschriften vastgelegde rooilijn de door
adressante gevraagde toestemming niet kan worden verleend. Wanneer
zij nu nog kon bouwen binnen de bestaande rooilijn, dan was er mis-