- 6
dan vanzelf in mindering op het plan voor 194-0, terwijl men hoven-
dien het uitkomend materiaal reeds direct kan gebruiken voor andere
wegen. Bij verbetering van het st.C&tharinaplein in 194-0 kan dit
laatste niet, omdat in dat plan geen straten opgenomen zijn, waar
voor uitkomend materiaal wordt gebruikt en men zou dan verplicht
zijn de uitkomende keien van het stCatharinaplein geruimen tijd
te bewaren.
Spreker brengt vervolgens de wenschelijkheid naar voren om bij
de verbetering van de Moerstraatschebaan in 194-0 tevens een behoor
lijk trottoir langs den geheelen weg te doen aanleggen. Spreker
acht dat voor de Moerstraatschebaan met het daar steedö drukker
wordend verkeer zeer noodig.
Nu de rioleering van den Antwerpschenstraatweg geheel in orde is,
wil spreker nog eens de aandacht vragen voor de rioleering van den
Wouwschenweg, terwijl ook daar de aanleg van trottoirs voor het ver
keer der voetgangers dringend noodig is.
De heer VAN KAAK merkt op, dat de kwestie der bestrating van de
Borgvlietsche dreef in de commissie voor openbare werken langdurig
is besproken en daarbij ook de mogelijkheid van een gesloten weg
dek onder het oog is gezien. Dit bleek echter niet mogelijk, omdat
de rioleering daar midden in den weg ligt. Spreker is ook van mee
ning, dat van een verbetering der Borgvlietsche dreef met oude
keien uit andere straten niet veel terecht 2al komen, en daarom zou
hij er op willen aandringen daar een klinkerbestrating te maken.
De heer WALDER zegt dat het hem is opgevallen, dat in dit vier
jarig stratenplan de weg naar de "Holland" langs den havendijk niet
is opgenomen, spreker wijst er op, dat die weg abominabel slecht ie
en verbetering daarvan geen overbodige luxe zou zijn.
Voor wat de verbetering van het stcatharinaplein betreft, is
spreker het geheel eens met hetgeen door den heer Verlinden naar
voren gebracht werd, daar dat plein in den tegenwoordigen toestand
werkelijk onbegaanbaar is.
De heer SCHEFFELAAR is in tegenstelling met den heer Broekmans
van meening, dat het juist gezien is, om met een vierjarig straten
plan te komen, omdat daarmede de algemeene lijn aangegeven wordt
ten aanzien van de stratenverbeteringen. Naar sprekers oordeel be
hoort dit plan dan ook in z'n geheel te worden aangenomen. Voor dit
jaar wordt dan toch slechts dat gedeelte van het plan uitgevoerd,
hetwelk voor dit jaar geldt. Wil de nieuwe raad of het nieuwe ooi-
loge voor een volgend jaar eenige wijziging in het plan brengen,
dan kan dat altijd nog gebeuren, omdat een en ander dan toch bij
de behandeling der begrooting ter sprake kan worden gebracht.
Ten aanzien van de Moerstraatschebaan heeft spreker in de oom
missie reeds de wenschelijkheid betoogd om het gedeelte van oafé
Bakx tot aan den Wouwschenweg van een gesloten wegdek te voorzien,
waardoor men een behoorlijk geheel zou krijgen met het tot aan
Vrederust reeds bestaande gesloten wegdek. De uit het voorste ge
deelte van den weg komende keien zouden dan gebruikt kunnen worden
om het gedeelte voorbij Vrederust wat op te knappen.
De heer WEIJTS is het met den heer Broekmans eens, dat nu
slechts een stratenplan voor een jaar dient te worden vastgesteld
en het plan der in de volgende jaren aan te brengen verbeteringen
aan het dan zittend gemeentebestuur behoort te worden overgelaten.
Ken kan dan het nu ontworpen plan toch nog als richtlijn nemen,
maar om nu reeds het plan voor die vier jaren in z'n geheel vast
te stellen, lijkt spreker niet juist; hij zou nu alleen de ver
beteringen volgens het voor 1939 ontworpen plan willen aannemen.
Overigens merkt spreker op, dat men z.i. de voor dit jaar voor
gestelde verbeteringen wel wat erg goedkoop wil doen uitvoeren en
men wel wat te veel gaat werken met oud materiaal. Spreker verwacht
daar over ft algemeen niet veel goeds van en gelooft, dat men er
op den duur veel duurder mee zal uitkomen dan bij gebruik van
nieuwe materialen. Door den heer Bekker werd reeds gewezen op de
onuitputtelijkheid van de Dubbelstraat ten aanzien van uitkomend
materiaal, dat voor de verbetering van andere straten gebruikt zal
worden, en waarvoor ook de Borgvlietsche dreef in aanmerking is
gebracht. Wanneer spreker agaat, dat in de Dubbelstraat misschien
wel tien soorten van keien liggen, dan zal bij het gebruik van die
keien voor de verbetering van de Borgvlietsche dreef, deze laatste
zoo ongeveer een staalkaart worden van alle mogelijke keien. Op
deze manier is naar sprekers meening geen behoorlijke verbetering
van dien weg te bekomen, en ook spreker lijkt het de beste oplos-