- 3 - toen toevallig 5 beursvacantiedagen waren, zoodat vrijwel alles stil lag, Toen men weer eenigszins tót bezinning was gekomen, bleef toch de indruk van de genomen maatregelen nog nawerken en kwam dit vanzelf tot uitdrukking in de aanbiedingen, welke gelei delijk aan weer inkwamen. Bij het kalmer worden van den toestand bleek intusschen, dat de oorspronkelijk opgezegde vaste leening van 3 7/8 <]0 gewoon kon blijven doorloopen, zoodat daarvoor dus geen kasgeldleening werd aangegaan. Wat het nu aan den raad voorgelegde voorstel betreft, wijst spreker er op, dat door het college niets anders gevraagd wordt dan machtiging om kasgeldleeningen op te nemen of te continueeren tot een maximum rentepercentage van j0. Dat wil niet zeggen, dat voor de nu aan te gane leeningen 3rente moet worden betaald, dat rentepercentage van 3is door burgemeester en wethouders slechts gesteld als het olafond, waartoe het college gaan kan. Wil de raad dat plafond lager stellen, dan vindt spreker dat ook goed. Ook spreker wenscht de belangen der belastingbetalers te behar tigen en hij wil juist in het belang der gemeente gaarne iets goeds bereiken. Het zou voor soreker zeer zeker heel wat gemakke lijker zijn om te zeggen, laten we maar vlug vaste leeningen aan gaan tegen 3dan zijn we ineens van alle soesa af, maar het potje, dat we gemaakt hebben, vermeerdert nog steeds en kunnen we straks aanwenden voor alle mogelijke dingen. Wanneer men kasgeldleeningen zou moeten gaan sluiten tegen kf0> dan zou de toestand inderdaad anders worden, maar zoover is men nog niet. Burgemeester en wethouders vragen machtiging voor ten hoogste, dus in het meest hachelijke geval, 3^<jot Wil de raad dat maximum verlagen, dan heeft spreker daar ook geen bezwaar tegen. Wat de heer Juten verder gezegd heeft, als zou de tot nu gevoer de kasgeldpolitiek iets persoonlijks van spreker zijn, moet spre ker ontkennen. Die politiek is geheel gevoerd in overeenstemming met de commissie voor de financiën, waarin spreker niet eens stem recht heeft. Men zal toch ook niet verwachten, dat de leden van die commissie en de leden van het college op alles wat spreker voorstelt, maar ja en amen zeggen. Sprekers eenige doel is om te trachten voor de gemeente het meeste voordeel te bereiken, spreker vond het aardig op deze manier vorig jaar een spaarpotje gemaakt te hebben voor de rekening 1937 en zulks ook thans weer te berei ken voor de rekening over 1938 en soreker had verwacht, dat zulks meer waardeering zou hebben ondervonden. Het is al heel gemakkelijk om te zwijgen, zoolang alles goed gaat en wanneer het dan eens minder goed gaat, achteraf met critiek te komen. De heer KIBPB zegt niet achteraf tegen de hier gevoerde kasgeld- leeningspolitiek gewaarschuwd te hebben. Wethouder MHHHBaCH merkt op, dat zulks volkomen juist is, maar desniettegenstaande heeft de heer Kiepe toch even vroolijk de be sluiten van den raad, ook ten opzichte van het aangaan van kas geldleeningen, gesanctioneerd, Deze aangelegenheid is herhaalde malen in den raad geweest en toen hier tegen de kasgeldleenings- politiek is gewaarschuwd en burgemeester en wethouders de concrete vraag aan den raad voorlegden, wat moest worden gedaan, heeft de ïaad stilzwijgend gesanctioneerd, dat een millioen werd omgezet in vaste leeningen en met het andere millioen aan loopende leenings- gelden de politiek der kasgeldleeningen werd voortgezet. De heer KIBPE zegt dat men niet anders kou. De VOORZITTHR is het volkomen eens met de opmerking van den heer Meerbach. Telkens en telkens heeft de raad de gelegenheid go- had om ten aanzien van de kasgeldleeningsoolitiek een ander stand punt in te nemen, doch men vond daar blijkbaar geen aanleiding voor. De heer JUTBN zegt op de eerste plaats te zijn afgegaan op het voorstel, zooals dat hier aan den raad is voorgelegd, en daarin wordt duidelijk gesproken van het aangaan van kasgeldleeningen tegen j^-%. Hu kan men wel zeggen, dat spreker niet lezen kan, maar het staat er toch. De VOORZITTBR merkt 00, dat de heer Juten er verkeerd tegen aankijkt, omdat hij een en ander uit z'n verband haalt. De heer JUTBH zegt er op doorgegaan te zijn zooals hij het ge lezen heeft. Wanneer hier gesoroken wordt van kasgeldleeningen tegen 3?/&> is spreker van meening, dat men daartoe dan ook ko men zal

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 79