VIJFDE VERGADERING. £2^ y
Maandag 24- April 1939, des avonds om acht uur.
Voorzitter: de heer Mr.Drs.Jp.A.F.Blom, burgemeester.
Aanwezig de heeren P.F.van Kaam, Joh.schuyl, S.A.Musters, Adriaan
Juten, M.J.ScheffelaarP.Weijts, M.P.Franken, H.Walder, J.van
Hal, F.Broekmans, C.J.A.M.Verlinden, J.P.Bekker, B.Kruize, E.A.G.
Kiepe, Th,Boschman, Jos de Moor, J.van Hasselt en J,B.Meerbach
Afwezig de heer G.F.Becht.
Secretaris: de heer J.A.van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en schorst deze direct daar
na, teneinde den raad in de gelegenheid te stellen in besloten
zitting te gaan.
Na heropening, stelt de VOORZITTER aan de orde het eenige punt
van deze urgente vergadering:
VOORSTEL TOT HET VERSTREKKEN VaN EEN MACHTIGING AAN HET COLLEGE
VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET OPNEMEN OF CONTINUEEREN
VAN KASGELDLEENINGEN
De heer JUTEN zegt, dat aan den raad thans een voorstel is
voorgelegd om een bedrag van f.1,245.000,aan kaegeldleeningen
opnieuw om te zetten in kasgeldleeningen op een termijn van drie
maanden. Toen spreker in dat voorstel las, dat voor deze leenin
gen een rente wordt gevraagd van 3i$» dacht hij eerst, dat zulks
een tikfout was. Immers, wanneer men nagaat, dat dit kasgeldlee
ningen zijn, die indertijd werden aangegaan tegen een renteper
centage van 5/8 en 7/8, dan is het een klein kunstje om even na
te rekenen, dat dit de gemeente f.9000,meer aan rente zal gaan
kosten in 3 maanden. Spreker wijst er op, dat we nog geen morato
rium hebben, maar desniettegenstaande gaat het rentepercentage
toch al enorm omhoog. Spreker zegt meermalen gewaarschuwd te heb
ben tegen het systeem van financieren, dat de Voorzitter er in
deze op na houdt, en dat in geen geval sprekers goedkeuring kan
wegdragen. Soreker vindt het onverantwoordelijk wanneer thans
weer als gevolg van dat verkeerde systeem een dergelijk bedrag op
nieuw in kasgeldleeningen moet worden omgezet. Den vorigen keer
heeft spreker reeds gewezen op het belachelijke van het toen ge
dane voorstel om een vaste leening van 3 7/8 </0 om te zetten in
een kasgeldleening ter wille van een klein voordeel, dat men daar
mede dacht te bereiken. Voor die zelfde leening moet nu al een
rente van 3|/> betaald worden, en spreker vraagt zich af, waar het
voordeel nugebleven is, als hij nagaat, dat voor het aflossen
der oude en het aangaan der nieuwe leening ook nog een bedrag aan
boete en kosten betaald moet worden, spreker ziet het er van ko
men, dat de toestand nog erger wordt en voor leeningen als deze
een rente van 4$ en misschien nog meer betaald zal moeten worden.
Toen spreker vorigen keer met bezwaren tegen deze financieele
politiek aankwam, kreeg hij van den Voorzitter tot antwoord, dat
de leening reeds was opgezegd. Wanneer het zoo moet gaan, dan
ziet spreker niet in, waarom de raad er nog voor bij elkaar moet
komen.
Soreker kan zich met een dergelijken gang van zaken niet ver
eenigen en wanneer daarin geen verandering komt, zal spreker over
wegen om een speciale commissie te doen benoemen om toezicht uit
te oefenen op de wijze waarop hier met de gelden der gemeente, en
dus met de gelden der belastingbetalers, wordt omgesprongen. Spre
ker begint steeds meer te gelooven, dat een dergelijke commissie
hier hard noodig is, want spreker vindt het onverantwoordelijk
zooale hier volgens het systeem van den Voorzitter de financieele
politiek wordt gevoerd.
De heer WILDER zegt niet zoo pessimistisch tegen deze zaak aan
te kijken als de heer Juten. Spreker is er van overtuigd, dat met
de tot nu gevoerde kasgeldpol itiek de gemeente aardig wat verdien!
heeft, terwijl hem uit de stukken gebleken is, dat het op heden
nog best mogelijk is een vaste leening te krijgen tegen een rente
van 3\j0 en misschien zelfs nog wel iets lager. Spreker heeft ook
gezien, dat de kasgeldleeningen nog gemakkelijk tegen 2 3/8 zijn'
te continueeren, zoodat ook aan dat geld dus nog te verdienen is.
Door het college wordt nu machtiging gevraagd om voor het aan
gaan van kasgeldleeningen te kunnen gaan tot 3|%. Dat is dus dc
limiet. Soreker hoopt niet, dat het zoover komt, dat een dergelijk