- 12 -
Wethouder MEERBaCH meent,, dat de heer_Juten dus bedoelt den
toestand zooals deze was voor het besluit van den raad van 29
li 1938 'soreker zou zich daar wel mee kunnen vereenigen, wanneer
echter eerst getracht werd alsnog de goedkeuring te krijgen op het
raadsbesluit van 29 Juli 193^.
De heer JUTEN stelt dan voor, het besluit van den raad van 29
Juli 1938 te handhaven. Mocht dat besluit niet goedgekeurd worden,
dan blijft alles automatisch bij den ouden toestand.
De VOORZITTER brengt het voorstel van den heer Juten m stern-
mine: waarbij dit met algemeene stemmen wordt aangenomen.
XI VOORSTEL TOT HET VERLESNEN VAN RESTITUTIE VAN STM^TBaX^TING
1SL3X AAN DE N.V. CENTRALE SUIKERMAATSCHAPPIJ TE AMSTaRDaM
("verzameling 1939 nr.32.)
De heer JUTEN zegt zich niet met het voorstel van burgemeester
en wethouders te kunnen vereenigen. Als anderen te laat reclamee
ren, wordt ook afwijzend op hun bezwaarschrift beschikt, en spre
ker ziet niet in, waarom voor deze maatschappij een uitzondering
zou moeten worden gemaakt. Spreker stelt voor, geen restitutie te
verleenen.
De heer VAN HaSSELT is het in deze met den heer Juten eens.
Voor het indienen van bezwaarschriften tegen een oogelegden aan
slag is nu eenmaal een termijn gesteld, en daaraan moet naar spre
kers meening de hand gehouden worden. Uit het feit, dat de suiker
maatschappij over vorige jaren wel gereclameerd heeft, blijkt we
dat zij met de hieromtrent gestelde bepalingen op de hoogte is.
Wanneer de raad nu zou besluiten om deze straatbelasting terug te
geven, dan moet uit een oogpunt van consequentie ook de betaalde
belasting worden gerestitueerd aan al degenen, wier verzoeken
zijn afgewezen omdat ze met het indienen van hun reclame over tijd
waren.
De VOORZITTER zegt dat volgens de letter van de wet er geen
recht op restitutie in het onderhavige geval bestaat. De kwestie
is echter, dat ieder jaar gereclameerd is en naar aanleiding daar
van ontheffing is verleend, terwijl voor dit eene jaar werd verge
ten de ontheffing te vragen. Onder dergelijke omstandigheden kan
volgens de wet ontheffing verleend worden. Ook voor het St.Catha-
rinagesticht is het indertijd op die manier gebeurd. Wil de raad
nu echter een andere beslissing nemen, dan heeft spreker daar ook
geen bezwaar tegen.
Daar het voorstel van den heer Juten voldoende gesteund wordt,
brengt de VOORZITTER dat in stemming,waarbij het wordt aangenomen
met 10 - 7 stemmen.
Vóór stemden de heeren Juten, van Hasselt, Kiepe, Schuyl, Weijts,
Becht, Scheffelaar, Walder, van Hal en Broekmans.
Tegen stemden de heeren van Kaam, de Moor, Verlinden, Meerbach,
Bekker, Musters en Boschman.
De heer Franken was bij deze stemming afwezig,
XIII. VOORSTEL TOT:
HET INTREKKEN VAN DE RAADSBESLUITEN VAN 29 JANUARI 1939.
nrs. 12. 13. 14- en 13:
IIHET OVERDRAGEN aAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE BE
VOEGDHEID TOT HET VERKOOPEN VAN IN HET GRONDBEDRIJF INGE
BRACHTE GRONDEN.
(Verzameling 1939 nr.37.)
De heer SCHSFFELaAR merkt op, dat de bevoegdheid, welke thans
in dit besluit aan burgemeester en wethouders wordt gegeven, toch
altijd bij het college berust heeft.
De heer JUTEN zou ook willen weten, waarom dit besluit genomen
moet worden.
De VOORZITTER zegt dat de gewijzigde bepalingen der gemeentewet
uitdrukkelijk voorschrijven dat een besluit als nu aan den raad is
voorgelegd wordt genomen en de bedoelde bevoegdheid bij speciaal
raadsbesluit aan burgemeester en wethouders wordt overgedragen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
XIV. ADVIES OP EEN ADRES VaN DE TT. V. ZOUT RAFFINADERIJ VAN J.KOK EN
ZONEN TE BERGEN OP ZOOM. HOUDENDE VERZOEK OM VERLAGING VaN
DEN HUURPRIJS VOOR HET HEBBEN VAN EEN LOS- EN LaaDWAL AAN DE
VISSCHERSHaVEN.
(Verzameling 1939 nr.3^.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
rrr\-\ ttAt ~m -n T^-n -o/N TO vt rr syr\', TTATTn-'iunT? "T7T1 ID r? r\7P T/" 7M/i tTTTDT Annt/l \T a AT