- 11 -
Wanneer de raad na uitvoerige besprekingen een goede oplossing in
deze meent gevonden te hebben ep die in een besluit vastlegt, J n
komt later de inspecteur en wordt door dezen dat besluit weer on
gedaan gemaakt. Overigens is spreker tegen elke belastingverhoo-
ging en daar ook dit voorstel voor verschillende ingezetenen een
verhooging van belasting zal meebrengen, zal spreker tegen dit
voorstel stemmen,
De heer BROEKkANS is het in deze eens met den heer Beent.uit
eindelijk heeft de raad in deze kwestie toch niet de beslissing
in handen. De fout hierbij is, dat bij deze belastingheffing twee
belanghebbenden zijn, n.l. het rijk en de gemeente. Wanneer de raad
in het belang der ingezetenen onbillijkheden uit den weg wil rui
men en een andere indeeling maakt, waardoor het totaal der belas
tingopbrengst lager wordt, dan komt het rijk met de mededeeling
dat zulks niet mag omdat de inkomsten voor het rijk dan ook minder
worden. De raad is ten deze dus met handen en voeten gebonden en
het is daarom nutteloos er lang over te praten. Teneinde ge^n
nieuwe onbillijkheden te scheppen, is spreker er voor, den bestaan-
den toestand te handhaven en hij zal daarom tegen het voorstel van
burgemeester en wethouders stemmen.
De heer WALDBR zegt dat de gemeente al lang met deze impasse
zit betreffende de personeele belasting, spreker wijst er op, dat
indertijd de 7e klasse is ingevoerd als tusschenweg om geleidelijk
aan tot een zelfde indeeling voor de geheele gemeente te komen en
aan onbillijkheden als in de Zandstraat, waar het tot Halsteren
behoorende deel in de 6e klasse en het tot Bergen op Zoom behooren-
de deel in de 8e klasse is ingedeeld, althans gedeeltelijk tegemoet
te komen. In dit verband kan spreker zijn stem dan ook niet aan het
voorstel van burgemeester en wethouders geven en is hij er voor,
om het vorige besluit van den raad te handhaven.
De heer SCHEFFELaaR is er ook op tegen om weer 3 klassen te gaan
invoeren. Als de indeeling van de geheele gemeente in de 6e klasse
niet mogelijk is, dan wil spreker vasthouden aan de verdeeling zoo
als die eerder gemaakt is, waarbij de gemeente gedeeltelijk in de
6e en gedeeltelijk in de 7e klasse werd ingedeeld.
De VOORZITTER merkt op, dat de door het college naar voren ge
brachte voorstellen tot wijziging van de grenzen voor de indeeling
der personeele belasting niet het gevolg zijn van een daaromtrent
bij het college bestaande hobby, maar van de hiertoe bij het col
lege herhaaldelijk ingekomen verzoeken en de vasthoudendheid der
requestranten. In dit verband herinnert spreker aan den bewoner
van den Antwerpschenstraatweg, die telkens opnieuw met een adres
tot wijziging der indeeling bij den raad kwam, hetgeen voor den
raad tenslotte toch de aanleiding is geweest om tot een grenswij
ziging te komen. Inderdaad is het juist, dat de beslissing in deze
niet alleen bij de gemeente ligt. Het rijk toch is voor wat deze
belastingheffing betreft met de gemeente samen belanghebbende en
en het is dan toch logisch, dat het rijk daarin ook eenige zeggen
schap heeft. Naar sprekers meening geeft het thans door burgemee
ster en wethouders gedane voorstel de beste oplossing. Er is daar
tegen hier wel bezwaar gemaakt omdat door dit voorstel een meerde
re belastingopbrengst zal worden verkregen, maar men moet niet ver
geten, dat die meerdere opbrengst hoofdzakelijk het gevolg is van
het grooter aantal woningen, dat men in de verschillende klassen
gekregen heeft. De bedoeling van de opmerking van den heer Franken
betreffende de z.g. uitloopers begrijpt spreker niet goed.
De heer FRANKEN zegt dat het zijn bedoeling is om de perceelen,
die in de Je klasse stonden en nu naar de 8e worden gebracht, weer
terug te brengen in de Je klasse, de 6e klasse te behouden, zooals
die momenteel is en de Zandstraat geheel in de 6e klasse te plaat
sen zooals dit ook is voor het gedeelte, dat onder de gemeente
Halsteren hoort
De VOORZITTER zegt dat de insnecteur tegen een dergelijke wijzi
ging bezwaar heeft,
De heer JUTEN is het niet eens met den Voorzitter, dat de meer
dere belastingopbrengst hoofdzakelijk zal komen van het grooter
aantal woningen. Die meerdere opbrengst ontstaat z.i. doordat een
aantal peroeelen van de 6e naar de Je klasse gebracht wordt, en dat
aantal heel wat meer is dan van hen, die van de 8e naar de Je klas
se gebracht worden. Spreker blijft er bij, dat de raad niet beter
doen kan dan de indeeling te laten zooals zij thans is.