- 10 - het hier wil doen voorkomen, wil er bij spreker zoo maar niet in, daar z.i. de boetebetalingen, welke verschuldigd zijn wegens ver vroegde aflossing der leeningen en de voor het aangaan der leenin gen berekende kosten het bereikte rentevoordeel weer grootendeels °nSDeaV0ORZITTSR zegt, dat de meening van den heer Kiepe in deze toch onjuist is. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. y VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE GRENZEN DER GEMEENTE V00RJ3 SÖNÊËLE BELASTING. fverzameling 1939 nr.35,) De heer W3IJTS zegt tegen de hier voorgestelde grensregeling te zijn, omdat deze niet een belastingverlaging tengevolge zal hebben, zooals de bedoeling der wijziging was, maar een belastingverhoo- ging. Door de voorgestelde wijziging zullen verschillende deelen van de gemeente, die tot nu toe in een lagere klasse stonden, m een hoogere klasse worden gebracht en daaraan wenscht spreker niet mee te werken. De heer JUTEN zegt, dat het in de laatste jaren een hobby van het college schijnt te zijn om met voorstellen bij den raad te komen tot wijziging van de grenzen voor de personeele belasting. Spreker kan zich hier niet mee vereenigen en wijst er op, dat een jaar of acht geleden tot een wijziging der grenzen voor de perso neele belasting werd overgegaan in verband met den uitgroei der gemeente. Dat voorstel werd toen door den raad met algemeene stem men aanvaard en had ook de goedkeuring van den inspecteur der be lastingen verkregen. Door die wijziging kon men weer voor j0,1®11 vooruit en was er naar sprekers meening vooreerst geen aanleiding die grensregeling weer opnieuw te gaan wijzigen. Toch kwamen bur gemeester en wethouders vorig jaar reeds met een voorstel voor een dergelijke wijziging, waarbij het de bedoeling was een deel van de buiten de kom der gemeente gelegen gronden van de 8e in de 7e klasse te brengen. De inspecteur ging daarmede vanzelf niet ac~ coord, want die heeft de belangen van het rijk te behartigen en de toen door burgemeester en wethouders voorgestelde wijziging kostte ook geld aan het rijk. Dat de inspecteur zich wel vereeni— gen kan met de nu voorgestelde wijziging, is naar sprekers mee ning vanzelfsprekend omdat door deze wijziging een deel van het gemeentelijk grondgebied in klasse wordt verhoogd en de belas tingopbrengst in totaal hooger wordt. Spreker vindt dat niet juist en het is z.i. onbillijk tegenover de bewoners van de betrokken perceelen, terwijl het ook een nadeel is ten opzichte van de ex ploitatie van het gemeentelijk grondbedrijf. Bij de vorige behandeling van deze aangelegenheid heeft spre ker een en ander reeds uitvoerig betoogd en hij is nog steeds van meening, dat het 't beste is om den toestand te laten zooals die thans is. spreker zal daarom tegen dit voorstel stemmen. De heer VERLINDEN meent, dat het betoog van den heer Juten niet geheel juist is. Spreker wijst er op, dat het vorig jaar door het college gedane voorstel tot grenswijziging een gevolg was van daaromtrent ingekomen verzoeken van bewoners van de Zandstraat e.a. waar de eigenaardige toestand bestond, dat hot eene deel der straat, dat tot het gebied der gemeente Halsteren behoort, in de 6e klasse is ingedeeld, en het deel dat onder de gemeente Bergen op Zoom valt, in de 8e klasse is gerangschikt. De raad voelde de onbillijk heid daarvan aan, en als tusschenweg werd tooi besloten een deel van het grondgebied der gemeente, dat in de 8e klasse stond, te rug te brengen in de JeDat besluit kon echter niet de goedkeu ring van den inspecteur der belastingen verkrijgen en daarom is thans dit nieuwe voorstel bij den raad gekomen, waarbij men zich naar sprekers meening noodgedwongen wel zal moeten neerleggen. De heer F^RaNKEN is van oordeel, dat het thans aan den raad ge dane voorstel wel een beetje hard ingrijpt, daar perceelen, die reeds jarenlang in de 6e klasse gestaan hebben nu in de fe klasse worden gebracht. Spreker vraagt, of het niet mogelijk is, de z.g. uitloopers in dit voorstel op te nemen en te brengen in de 6e klasse De heer BZCHT acht het nutteloos, dat hier nog over voorstellen als de2e gepraat wordt, als de toestand zoo is, dat de inspecteur der belastingen eenvoudig decreteeren kan hoe het worden moet.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 63