kers meening is het toch overdreven om een 7a* 3Je mLier
reeds na 2 jaren in een kasgeldieening om te zetten. Op die manier
wordt een vaste leening met een betrekkelijk laag rentepercentage
on losse schroeven gezet, terwijl het nog absoluut onzeker is, of
men er L de ?o!kom!t wei in slagen zal hiervoor een nieuwe vaste
leening tegen een lager rentepercentage in de plaats te kunnen
krijgen. Spreker vindt dit erg speculatief en ie er daarom voor,
de bestaande vaste leening te behouden.
De heer SCHEFFELAaR had gaarne een becijfering gezien omtrent
het voordeel, dat voor de gemeente met deze omzetting der leening
behaald zal worden.
De heer VERLINDEN vraagt of nog geen geschikte aanbiedingendi3
het college zijn ingekomen voor een vasteleening? Spreker herin
nert er aan, dat indertijd door den voorzitter is toegezegd, clc t
die aanbiedingen in de commissie voor de financien gebracht zou-
n~De°heerKIEPE zegt reeds bij de algemeene beschouwingen voor de
gemeentebegrooting gewezen te hebben op het gevaar van de finan-
cieele politiek, welke de laatste jaren door het college gevoerd
wordt en waarmede spreker het absoluut niet eens is, spreker staat
nog steeds op het standpunt, dat de gemeente niet het risico 4 S
dragen dat aan het vasthouden der kasgeldleenmgspolitiek is ver
bonden. Spreker is het geheel met den heer Juten eens, dat de be
staande vaste geldleening gehandhaafd moet worden, en spreker zou
er op willen aandringen, dat het college de noodige pogingen in
het werk stelt om de loopende kasgeldleeningen zoo spoedig moge
lijk om te zetten in een vaste leening.
De VOORZITTER zegt, dat de onderwerpelijke leenmg reeds opge
zegd is, omdat men daaromtrent gebonden was aan den vastgestelden
termijn. Spreker wijst op de voordeelen, welke met het aa*}gaa£
van kasgeldleeningen voor de gemeente bereikt werden, en dat net
de eenige toevlucht is, zoolang de vaste leeningen op een hoog ren
tepercentage worden gehouden. Onze gemeente staat in deze trouwens
niet alleen, zegt spreker, want tal van gemeenten volgen deze fi-
nancieele politiek, terwijl ook gedeputeerde staten er geen be
zwaren tegen maken. Spreker wijst er verder op, dat de gemeente
thans een bedrag van f.1.000.000,— heeft geconsolideerd op 3
terwijl er nog een bedrag van f.795-000,aan kasgeldleeningen
loopt, dat dus nog geconsolideerd moet worden. Het voordeel hier
van voor de gemeente bedraagt dus het verschil tusschen 3M rente
van laatsgenoemd bedrag en de rente, welke voor de kasgeldleeningen
betaald moet worden. Als men dan een kleine berekening maakt, zal
wel blijken, dat op deze manier inderdaad heel veel voordeel voor
de gemeente bereikt is. Overigens kan spreker wel mededeelen, dat
door het college nog steeds uitgekeken wordt naar een billijke
aanbieding voor een vaste leening op langen termijn. Tot heden
kwam een dergelijke aanbieding nog niet in.
De heer JUTEN meent, dat er toch wel eens een aanbieding ge
weest is van een leening voor een termijn van 10 jaren tegen 3%
rente. Spreker acht zoo'n aanbod wel aannemelijk, temeer daarin
den raad al meerdere malen stemmen zijn opgegaan om de gokkerij
met de kasgeldleeningen niet langer voort te zetten. Tot nu toe
is het den Voorzitter bij deze leeningspolitiek steeds meegeloopen,
maar wanneer het te eeniger tijd met den internationalen toestand
mis loopt en er oorlog komt, dan zal de gemeente verplicht zijn
te leenen tegen veel hoogere rente dan nu bedongen kan worden en
dan zal dat de gemeente heel wat meer kosten dan het nu met de kas
geldleeningen bereikte voordeel.
De VOORZITTER is van meening, dat wanneer er oorlog zou komen,
de gemeente niet meer behoeft te leenen. Wat de door den heer Ju
ten bedoelde aanbieding van een leening voor 10 jaren tegen 3
rente betreft, zegt spreker daar niets van te weten; het gemeente
bestuur heeft daaromtrent geen enkele aanbieding gekregen.
De heer VERLINDEN zou er bij burgemeester en wethouders op wil
len aandringen om van tijd tot tijd bij de daarvoor in aanmerking
komende instellingen offerte voor goedkoope vaste leeningen aan
te vragen.
De heer KIEPE blijft van oordeel, dat het aanbeveling verdient,
dat burgemeester en wethouders zoo spoedig mogelijk met voorstel
len voor vaste leeningen bij den raad komen, waardoor de gemeente
in dat oozicht tenminste safe zal staan. Dat er met die kasgeld
leeningen zulke groote voordeelen worden bereikt als de Voorzitter