- 8 - tePIntusschenJtai'de raad dan de instructie voor den gemeente- geneesheer vast stellen en eerst daarna wordt de oproep voor sol- liCDeaheer ioMFFELAAR blijft van meening, dat de volgorde verkeerd ie en eerst de instructie behandeld behoort te worden. De heer VAN HASSELT merkt op, dat de heer de Moor altijd met het een of ander pas in tweede instantie voor den dag komt waar door het voor de leden van den raad niet meer mogelijk is daarop te antwoorden. Spreker vindt dat niet juist. Laat de heer de Moor evenals de andere leden van den raad, in esrste 'instantie met zijn opmerkingen naar voren komen, dan is er tenminste de gelegenheid, om daar bij de besprekingen in tweede instant ie op te antwoorden. Wat het voorstel van burgemeester en wethouders betreft, blijft spreker vaa oordeel, dat de raad geen voldoende gegevens heeft voor een duidelijk overzicht van deze zaak. Het is heel goed moge lijk dat een enkel lid er iets meer van weet, omdat deze in een bepaalde commissie zitting heeft, en spreker wil niet ontkennen, dat ook hij wel eens een en ander gehoord heeft omtrent de vrije artsenkeuze, maar dat is z.i. voor den raad niet voldoende om sen juiste beslissing te nemen. Daartoe behoort de raad een behoorlijk overzicht van deze materie te hebben. De heer BECHT zou de motieven willen kennen waarom aan een gemeente-arts de voorkeur wordt gegeven. Wethouder MEERBaCH meent, dat die motieven al voldoende naar voren gebracht zijn. Het is de bedoeling den thans bestaanden toe stand te verbeteren en dat is naar de meening van het burgerlijk armbestuur en van het college van burgemeester en wethouders slechts mogelijk door de aanstelling van een gemeente-arte, die aan deze functie een volle dagtaak heeft en dus geen andere prac- tijk mag hebben, Wenscht de raad een andere oplossing voor deze kwestie, dan is dat natuurlijk zijn volle recht, maar spreker hoeft zulks niet uit de debatten kunnen beluisteren. De heer FRANKEN zegt ten aanzien van het ziekenfondswezen nu eenige jaren ondervinding te hebben en ofschoon de heeren doktoren over het algemeen wel willen medewerken aan een goede regeling, zijn deze toch ook weer niet vrij in hun beslissing en moeten zij in alles rekening houden met de voorschriften van de organisatie, waarbij zij zijn aangesloten. Naar sprekers meening is de beste oplossing in deze kwestie dat tot aanstelling van een gemeente geneesheer in vollen gemeentedienst wordt overgegaan. De heer vVaLDER acht het ook beter, dat het voorstel van burge meester en wethouders wordt aangehouden en in een volgende vergar- dering uitvoeriger gegevens omtrent een en ander aan don raad wor den verstrekt. Daar het voorstel van den heer van Hasselt om het voorstel van burgemeester en wethouders te renvoyeeren, voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER dat in stemming, waarbij het wordt aan genomen met 10-8 stemmen. Voor stemden de heeren Juten, van Hasselt, KiepeSchuylueijts, Becht, Scheffelaar, Walder, van Hal en Broekmans. Tegen stemden de heeren van Kaam, de Moor, Verlinden, Meerbach, Franken, Bekker, Musters en Boschman. De VOORZITTER acht het 't best om nu ook de twee andere voor stellen, welke tegelijk met dit punt aan de orde werden gesteld, terug te nemen. Aldus wordt door den raad besloten. IX VOORSTEL TOT HET VERSTREKKEN VaN EEN MACHTIGING AAN HET COLLE GE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN OF CONTINU- EEREN VAN EEN KaSGELDLESNING (Verzameling 1939 nr.ïo.) De heer JUTEN wijst er op, dat thans voorgesteld wordt een vas te leening, welke in 1937 werd aangegaan tegen een rente van 3 7/8%. om te zetten in een kasgeldleening. Al meermalen, zegt spreker, is in den raad de opmerking gemaakt, dat er een groot gevaar verbonk- den is aan het omzetten van vaste leeningen in kasgeldleeningen. Bovendien kosten de kasgeldleeningen, welke slechts voor een kort tijdsbestek kunnen worden aangegaan, de gemeente telkens een aan merkelijk bedrag aan onkosten bij het aangaan of bij het continu- eeren. Er is van de bestuurstafel al eens meer medegedeeld, dat wordt uitgekeken naar een vaste leening, doch dat men daarin nog geen voordeelige aanbieding heeft kunnen krijgen, maar naar spre-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 61