- 12 -
De heer SCHEFFELAAR betreurt het dat ten aanzien van de werken,
"bedoeld onder punt XIV, geen teekening bij de stukker. ter inzage is
gelegd, zoodat de raad niet heeft kunnen zien hoe de rioleering en
de wegen zullen worden aangelegd, spreker zegt dit niet voor zich
zelf, omdat hij als lid van de commissie voor openbare werken die
teekening wel gezien heeft, maar hij had het toch beter gevonden,
als ook de overige leden van den raad zich daaromtrent op de hoogte
hadden kunnen stellen. Spreker is het overigens eens met die leden,
die als hun meening naar voren gebracht hebben, dat deze werken voor
het meerendeel niet in werkverschaffing uitgevoerd behooren te wor
den, maar moeten worden aanbesteed. Naar sprekers inzicht moet men
in deze den ouden weg verlaten en de aannemers de gelegenheid geven
weer werk te krijgen, waardoor men gemakkelijker tot een normalen
toestand zal komen.
Do heer JUTEN zegt ten aanzien van het voorstel tot het aanleggen
van beveiligingsstrooken een technisch bezwaar te hebben. Naar spre
kers meening en die van anderen, die te dezer zake nog meer deskun
dig zijn, is er voor die gronden geen verstuiving^te vreeeen, daar
er voldoende humus in den grond zit om die verstuiving te voorkomen.
Spreker is het verder met den heer Weijts eens, dat de gemeente dit
werk niet op zioh behoeft te nomen, terwijl hij het ook verkeerd
vindt op die terreinen jonge mast te planten, daar deze toch weer
vernield wordt, wanneer de militairen straks op die terreinen gaan
oefenen. Op die ®ijze is zulk een aanplanting naar sprekers meening
weggegooid geld.
De heer VSRLINDEN vraagt, of de wegen welke volgens het onder
havige voorstel zullen worden aangelegd, geprojecteerd zijn overeen
komstig het uitbreidingsplan?
De heer VAN HAL juicht het toe, dat deze voorstellen gekomen zijn,
waardoor weer een aantal werkloozen aan het werk gesteld kunnen wor
den. Spreker vergelijkt het werk, uitgevoerd in aanbesteding en dat
in werkverschaffing. In het laatste geval moeten de tewerkgestelden
arbeiden overeenkomstig de voorschriften, welke voor de werkverschaf
fing gelden en krijgen zij dus ook het daarvoor vastgestelde loon.
Bij uitvoering van werk in aanbesteding echter, moeten de werknemers
betaald worden volgens het collectief contract en zal hun loon dien
tengevolge hooger zijn. De kosten van het werk zullen daardoor wel
hoogor worden, want ook de werkgever heeft recht op een behoorlijk
bestaan, maar daar staat tegenover, dat bij een zoodanige uitvoe
ring van het werk zoowel de werknemer als de werkgever ervan profi-
teeren, terwijl werkverschaffing alleen aan de werknemers ten goede
komt. Als organisatieman is spreker er dan ook voor, dat zooveel
mogelijk werk in aanbesteding wordt uitgevoerd, waarmede tevens
bereikt zal worden, dat het loon der werknemers op peil wordt ge
houden
Wethouder DE MOOR zegt, dat het wel typisch is, dat juist van
degenen, die herhaaldelijk op werkverschaffingsobjecten hebben aan
gedrongen, nu de meeste bezwaren tegen de voorstellen komen.
Do opmerking van den heer Weijts, dat de gemeente niet verplicht ie
tot de hier voorgestelde aanplantingen over te gaan ingevolge de mot
de militairen voor het terrein gesloten huurovereenkomst, ie zeker
juist, maar dat wil nog niet zeggen, dat de gemeente zulks niet mag
doen. De raad weet, hoe moeilijk het is om geschikte werkobjecten
te vinden waarvoor subsidie kan worden verkregen, en nu men er twee
heeft, moet naar sprekers meening de gelegenheid om de menschen te
kunnen laten werken, met beide handen worden aangegrepen.
Wat do kwestie van uitvoering in aanbesteding betreft, zegt spre
ker, dat het de bedoeling is, dat de twee volgende werken, waarvoor
bereids subsidie is aangevraagd en welke hoogstwaarschijnlijk ook
zal worden verkregen, in aanbesteding zullen worden uitgevoerd.
Voor een dergelijke uitvoering leent zich naar sprekers oordeel het
werk, dat in het eerste voorstel van B ff ie vervat, allerminst.
Spreker wijst er verder op, dat de bemiddeling, welke ten opzichte
van do beplantingen enz. door het staateboechbeheer verleend wordt,
van zeer groot nut voor de gemeente is en de kosten van die bemid
deling naar verhouding zeer gering zijn.
Dat aan den raad geen modedeeling werd gedaan betreffende het
toestaan der subsidie, komt omdat daarvan nog niets bekend was toen
de stukken aan de leden van den raad werden toegezonden. De toezeg
gingen echter, welke het college van diverse instanties had, waren
zoodanig, dat met vrij groote zekerheid kon worden gezegd, dat de
subsidie zou worden verleend en daarom konden de voorstellen ook
gerust alvast aan den raad worden toegezonden.
