\${yr^ C - 18 - De heer WALDER meent dat dit dus een verwijt aan het adres van het college is. Wethouder DE MOOR zegt daarop thans niet verder te zullen ingaan. De VOORZITTER zegt dat er in deze geen sprake kan zijn van een verwijt aan het college, daar dit steeds alle moeite doet om, zoo dra er behoorlijk voorbereide plannen voor werkverschaffing zijn, de goedkeuring van den minister daarvoor te verkrijgen. Wethouder Musters heeft daarvan reeds een staaltje verteld en men heeft spre ker bij het aandringen op een spoedige beslissing omtrent ingedien de plannen wel eens gevraagd of men in Bergen op Zoom van meening was, dat er geen andere gemeenten in Nederland waren dan de onze. Wethouder MUSTERS merkt op, dat er natuurlijk wel aan de uitvoe ring van werken begonnen kan worden, wanneer de raad het rlskeeren wil, dat er geen subsidie voor verkregen wordt. De VOORZITTER zegt zulks beslist te moeten ontraden. De heer WALDER is van meening, dat men de menschen toch ook niet kan laten wachten. Wethouder DE MOOR is het er geheel mee eens, dat alles veel te lang duurt. Meerdere plannen zijn door spreker al in B N gebracht, maar als spreker er mee in het college kwam, was er altijd iets waardoor de verdere afwerking werd gestagneerd. De VOORZITTER merkt op, dat inderdaad verschillende plannen door den wethouder in het college gebracht zijn, maar het was niet moge lijk die behoorlijk te behandelen, omdat aan de voorbereiding nog al wat ontbrak. Het gaat toch niet aan, zegt spreker, om allerlei plannen te behandelen, terwijl er nog niet eens cijfers bij zijn. Wethouder DE MOOR: Dank u wel. De VOORZITTER wijst er op, dat er, zooals reeds door den wethou der is medegedeeld, dus voor drie groote objecten subsidie is on gevraagd, en dat die objecten alleen aan arbeidsloon reeds een be drag van f.96.000,omvatten. Waar die subsidie-aanvragen nu reeds eenigen tijd weg zijn, zal de beslissing naar sprekers meening toch wel niet lang meer uitblijven, en zou spreker den raad dan ook len advlseeren nog eenlg geduld te hebben. o .ton De heer WALDER zegt dat de werkloozen met al dat wachten niets opschieten. Als spreker hier de mededeelingen van wethouder de lMoor hoort, dan krijgt hij sterk den indruk, dat deze bij zijn plannen geenszins de volle medewerking van het college heeft. Naar sprekers meening moet er echter op de eerste plaats rekening mee gehouden worden dat de menschen op werk zitten te wacnten en aan al dat pra- tenWeth^SderbMUSTERS zegt, dat er toch altijd nog een behoorlijk percentage der werkloozen tewerkgesteld is kunnen worden. De heer BECHT is van oordeel, dat betreffende deze aangeXegenheid. er iets hapert in het college. Spreker heeft den indruk,'dat'de eer de Moor zich hier zit te verbijten om niet te klappen u:it Jhest lege. Wanneer sprekers meening Juist is, dat de P1?™6"'door den heer de Moor worden gemaakt in den boezem van het college 0 - den afgemaakt, dan hoopt spreker dat de heer de Moor dit hier eens duidelijk zal zeggen, want naar sprekers oordeel ie een derge lijke handelwijze niet bevorderlijk voor den goeden gang van zaken. De VOORZITTER acht het niet noodlg, dat omtrent net door den heer Becht naar voren gebrachte hier nog verder ^uitgeweid Naar sprekers meening is deze zaak thans voldoende besproken en hy sluit daarom het debat hierover. 1nt,l6?„hpn Spreker deelt dan nog mede, dat door den secretaris:Lntusschen het arbeidscontract van den heer Marchand als opzichter van de bad en zweminrichting is opgezocht en dat contract namens g, N_ar door den heer Juten als waarnemend burgemeester geteekend is.Naar sprekers meening blijkt daaruit duidelijk, dat de °P**c^®r "iet door don raad is b.noemd en dus ook niet door den raad ontslagen t)tho t;f cLc "fcc wordtny 0*0*1 pcptipt* De heer JUTEN is het daarmede niet eens, en zegt te gelegener tijd nog wel op de kwestie der benoemingen, welke ingevolge het op voorstel van den heer Bekker genomen besluit aan den raad-T^J voorbehouden, te zullen terugkomen. De VOORZITTER sluit hierna de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De sibretaria^ A burgemeester, Ti) 1

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 33