- 15 - XII. VOORSTEL TOT HET GOEDKEUREN VAN DE JAARREKENING VAN HET STADS WEES- EN ARMKINDERHUIS OVER HET DIENSTJAAR 1938. (Verzameling 1939 nr. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XIII. VOORSTEL TOT HET AFGEVEN VAN DE VERKLARING. DAT Da INSTAND HOUDING VAN DE EENIGE OPENBARE LAGERE SCHOOL IN DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM INGEVOLGE ARTIKEL 19 DER L.O.WET 1920 WORDT GEVORDERD. (Verzameling 1939 nr.5.) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XIV. BEHANDELING VAN INGEKOMEN VERZOEKEN OM ONTHEFFING VAN SCHOOL GELD. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER verleent dan het woord aan den heer Juten voor het houden van zijn interpellatie. De heer JUTEN zegt toestemming gevraagd te hebben in deze ver gadering te mogen spreken over het ontslag van den opzichter der bad- en zweminrichting, omdat hem ter oore gekomen is, dat die op zichter door het college is ontslagen. Bij informatie is spreker gebleken, dat die opzichter inderdaad ontslagen is en naar aanlei ding daarvan wil spreker er op wijzen, dat dit ontslag onwettig is. Spreker wil daarvoor verwijzen naar het raadsbesluit van 11 Maart 1932, waarin op voorstel van den heer Bekker - spreker be treurt het, dat de heer Bekker hiel? niet aanwezig is - besloten werd, alle benoemingen en ontslagen van ambtenaren, welke niet uitdrukkelijk volgens de wet aan burgemeester en wethouders toe kwamen, voortaan door den raad te doen geschieden. Dat besluit, hetwelk spreker voor zich heeft liggen, werd aangenomen met 10—7 stemmen en het omvat alle ambtenaren, geen enkele uitgezonderd. De ambtenaren, die onder dit besluit vallen, zijn overigens uitdrukke lijk in het besluit genoemd en daar staat ook de opzichter van de bad- en zweminrichting bij. Spreker leest een deel van de notulen der vergadering, waarin het voorstel van den heer Bekker werd aan genomen, voor, en daaruit blijkt, dat de voorzitter zich destijds krachtig tegen het voorstel van den heer Bekker heeft verzet, ter wijl de heer Musters, die toen als raadslid hier zat, het volkomen met dat voorstel eens was, en het noodig vond, omdat burgemeester en wethouders zich niet gehouden hadden aan het advies der commis sie ten aanzien van de benoeming van een tijdelijk ambtenaar. Het was dus wel degelijk de bedoeling van het voorstel, dat ook de be noeming van tijdelijke ambtenaren er onder zou vallen. Die bedoe ling bleek overigens ook uit de door den heer Kiepe gemaakte op merking, dat bij aanneming van het voorstel van den heer Bekker, burgemeester en wethouders geen enkele benoeming meer te doen hadden, want de arbeiders op arbeidscontract worden door de hoof den van dienst benoemd. Spreker wijst er verder op, dat het laatste Jaar door burge meester en wethouders verschillende benoemingen gedaan zijn in strijd met het hier bedoelde raadsbesluit en z. I. zijn dus al die benoemingen onjuist en onwettig. Op een ander punt is het ontslag van den opzichter der bad- en zweminrichting naar sprekers oordeel n>g onjuister. Immers in het reglement voor de bad- en zweminrichting staat uitdrukkelijk, dat de opzichter wordt benoemd, geschorst en ontslagen door den raai. Ook volgens die bepaling is het door burgemeester en wethouders aan den opzichter der bad- en zweminrichting gegeven ontslag dus onwettig. Wethouder MUSTERS wil, nu in deze kwestie zijn naam door den heer Juten genoemd is, er op wijzen, dat hij in het college bepleit heeft om deze zaak in den raad te brengen, maar de meerderheid was daar niet voor. De VOORZITTER zegt dat het door den raad aangenomen voorstel van den heer Bekker, dat door den heer Juten werd aangehaald, uit drukkelijk spreekt van de benoeming en het ontslag van ambtenaren. De betrokken opzichter der bad- en zweminrichting is echter geen ambtenaar, maar een arbeidscsntracter en als zoodanig viel hij dus niet onder het aangehaalde raadsbesluit.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 30