- - - 1^ - 9 - 7, „stemmen, Voo'r stemden de he eren Krulze, van Kaam, Scheffelaar, Wal der, Meerbach, Musters, en de Moor, Tegen stemden de heeren Verlinden, Kiepe, Juten, Weijts, Broek mans, Boschman, van Hasselt, Beoht en van Hal, De heer Franken was niet meer in de vergadering aanwezig. De heer VAN HASSELT merkt op, dat men dus thans nog niets ver der gekomen is met deze zaak. Spreker stelt daarom voor, in prin cipe te besluiten tot het aangaan van een civiele procedure tot te rugbetaling door het gasthuis van de ten behoeve dier instelling door de gemeente betaalde pensioensbijdragen. Wethouder MEERBACH acht het niet Juist, dat een dergelijk voor stel hier rauwelings ter tafel gebracht wordt. Naar sprekers mee ning behoort dat eerst behoorlijk onder oogen gezien te worden. De heer VAN HASSELT meent, dat deze zaak uit de herhaalde uit voerige besprekingen in den raad nu toch voldoende bekend is, en daar belde partijen op hun standpunt blijven staan, zal alleen een civiele procedure de kwestie definitief kunnen uitmaken. Wethouder MEERBACH vraagt, waarom een dergelijk voorstel dan niet in de periode van het vorig college door den heer van Hasselt is gedaan? De heer VAN HASSELT zegt dat zulks niet mogelijk was, omdat het vorig college de vordering van den pensioenraad niet betaald heeft. Dat is eerst in 1935 door het huidige college gebeurd. Overigens heeft spreker altijd op het standpunt gestaan, dat de finitief uitgemaakt behoort te worden of het gasthuis al dan niet een gemeentelijke instelling is en dat kan alleen de civiele rechter. Wethouder MEERBACH wil toch zoo lang mogelijk vasthouden aan de mogelijkheid om een uitspraak in hoogste instantie te verkrij gen zonder dat daarvoor de kostbare weg van een civiele procedure noodig is. De heer BROEKMANS zou het daar mee eens zijn, wanneer er mee bereikt werd, dat de voor het gasthuis betaalde pensioensbijdragen daardoor in de gemeentekad terug kwamen, maar het staat nu wel vast, dat het college van regenten niet anders wil dan een oiviele procedure en langs een anderen weg niet van zijn standount is af te brengen. Wethouder MEERBACH merkt op, dat er wel menschen zijn, die in de laatste minuut van hun leven nog bekeeren. Spreker blijft er op tegen om in deze vergadering het besluit te nemen tot het aan gaan van een civiele procedure tegen het gasthuis. Hij wil deze zaak eerst nog eens rustig bekijken. De VOORZITTER is ook van oordeel, dat het beter is deze zaak eerst nog eens in het college te behandelen om te zien, wat er nu gedaan moet worden. Voor het aangaan van een procedure moet de gemeente trouwens eerst het advies van een rechtskundigen raadsman inwinnen. De heer VAN HASSELT zegt zulks wel te weten; daarom is door hem ook voorgesteld dat de raad in principe besluit tot het aan gaan der bedoelde procedure. Vo>or de volgende vergadering kan dan het vereischte rechtskundig advies worden ingewonnen en het defi nitieve besluit door den raad worden genomen. Nadat nog enkele kleine opmerkingen gemaakt zijn, brengt de VOORZITTER het voorstel om de begrooting van het gasthuis goed te keuren in stemming, waarbij dat voorstel met 10-6 stemmen wordt aangenomen. Voor stemden de heeren Kruize, Verllnden, Kiepe, Juten, Weljts, Broekmans, Boschman, van Hasselt, Becht en van Hal. Tegen stemden de heeren van Kaam, Scheffelaar, Walder, Meer bach, Musters en de Moor. De heer Franken was bij deze stemming afwezig. De VOORZITTER zegt namens burgemeester en wethouders toe, dat het college zich nader beraden zal omtrent het aangaan van een prooedure tegen het gasthuis en daaromtrent rechtskundig advies zal inwinnen. In de volgende vergadering zal dan een voorstel te dier zake aan den raad worden voorgelegd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 29