- 9 -
Armenwet. Het la naar sprekers overtuiging met het algemeen burger
gasthuis precies hetzelfde als met het burgerlijk armbestuur. Voor
beiden wordt het reglement door den raad vastgesteld, de regenten
worden door den raad benoemd en ontslagen, de rekening en begroe
ting moeten door den raad worden goedgekeurd en al hebben beide
instellingen een zekere mate van zelfstandigheid, zoo berust het
toezicht toch bij den raad en kan men bij wijze van spreken zeggen,
dat het de gemeenteraad is, die het gasthuis maakt en breekt. Dat
is toch algemeen bekend. Het spijt spreker dat de heer Bosohman
hier met het verwijt aan het adres van het college, en dus eigen
lijk ook aan den raad, gekomen is, als zou het gasthuis worden te
gengewerkt. Spreker twijfelt niet slechts aan die mededeeling,maar
hij is er van overtuigd, dat zij niet wa^r is, en dat er hier nie
mand aan denkt om het gasthuis ook maar een voet dwars te zetten.
Het gaat hier om het zakelijke van de kwestie en dan kan spreker
niet anders dan geheel aan de zijde van burgemeester en wethouders
staan. Spreker is het er mee eens, dat getracht moet worden om uit
de impasse te geraken, en al weet spreker niet direct, of het
goedkeuren der begrooting daarvoor de Juiste weg is, is hij toch
ook van oordeel, dat alles moet worden gedaan om een civiele proce
dure te vermijden.
Voor zich twijfelt spreker niet aan den afloop van een dergelij
ke procedure, omdat hij uit den geheelen gang van zaken bij het
gasthuis er van overtuigd is, dat dit een gemeentelijke instelling
is, waardoor deze ook onder de pensioenwet valt en dus verplicht
is de door haar bestreden pensioensbijdrage te betalen. De kosten,
welke een civiele procedure zou meebrengen, komen echter in elk
geval ten nadeele van de gemeenschap en wanneer dat door het aan
nemen van het hier voorgelegde voorstel van burgemeester en wethou
ders kan worden voorkomen, dan kan spreker er zich uit dat oogpunt
wel mee vereenigen.
De heer JUTEN zegt in de eerste plaats te moeten opkomen tegen
de bewering van den heer Walder, als zou de raad het gasthuis maken
en breken. Dat is onjuist, want elk besluit dat door het college
van regenten genomen wordt, heeft op de eerste plaats de goedkeu
ring noodig van gedeputeerde staten. Burgemeester en wethouders
konden indertijd toch ook de uitbreiding van het gasthuis niet
tegen houden, want rechtstreeks werd daarvoor de toestemming ge
vraagd aan gedeputeerde staten.
Spreker is dan ook met den heer Boschman van meening, dat net
gasthuis een instelling is, die geheel op zich zelf staat en dat
hare ambtenaren niet onder de pensioenwet vallen en dus niet tot
pensioensbijdrage verplicht zijn. Spreker vindt het onjuist, dat
men die verplichting thans wil gaan opleggen, nu er door het ge
meentebestuur een fout gemaakt is door f.2700,aan den pensioen
raad te betalen, en burgemeester en wethouders met alle geweld
willen trachten dat nu op het gasthuis te verhalen. Spreker heeft
den wethouder daar straks hooren vertellen, dat voor den heer
Bevin Sr. de pensioensgrondslag werd vastgesteld, maar wanneer
spreker nagaat, dat de heer Bevin toen al meer dan 10 Jaren boven
den pensioengerechtigden leeftijd was, dan acht spreker die mede-
deeling van den wethouder wel overdreven.
Wethouder MEERBACH merkt op, dat de heer Juten toch als loco
burgemeester het stuk betreffende de vaststelling van den pen-
sioensgrondslag van den heer Bevin heeft geteekend. Spreker weet
niet of de heer Bevin toen reeds boven den pensioengerechtigden
leeftijd was, maar in elk geval was de heer Juten in dien tijd
blijkbaar van een andere meening dan nu, anders zou hij dat stuk
niet geteekend hebben.
De heer JUTEN meent, dat men hem niet kwalijk kan nemen, wanneer
hil niet precies meer weet, hoe het door den wethouder naar voren
gebrachte'geval in elkaar zit, maar dat spreker als loc-burgemees
ter een bepaald stuk geteekend heeft, dat dan voor de adminis ra
tie der gemeente blijkbaar noodig was, wil nog niet zeggen, dat
daarmede zijn persoonlijke meening wordt weergegeven. Spreker
heeft zich altijd op het standpunt gesteld, dat het gasthuis een
geheel zelfstandige Instelling is, waarover de gemeente alleen op
grond van de Armenwet eenige zeggenschap heeft. Daardoor is het
echter nog geen gemeentelijke instelling. Het gaat naar sprekers
meening niet aan om het gasthuis te laten opdraaien voor een fou