- 8 - opmerkingen moet komen, wanneer de rekening al voorloopig is va^t- gesteld, dan hebben die toch geen nut meer en komen zij als mosterd na den maaltijd. -ie De VOORZITTER zegt dat het geen usance is, dat buiten de commis sie om, door de leden van den raad individueel de rekening nog onderzocht wordt. Naar sprekers meening moet men te dien aanzien toch vertrouwen hebben in de door den raad benoemde commissie. De heer JUTEN zegt als lid van den raad wel degelijk het recht te hebben om zelf ook een en ander in de rekening na te gaan en daarbij geenszins gebonden te zijn aan het rapport van de commissie. De heer WEIJTS is het daarmede e^ns. Bovendien is de commissie nog niet klaar met haar onderzoek en is het geenszins onmogelijk, dat de'behandeling van deze aangelegenheid in den raad alsnog eenige wijziging in de rekening tengevolge zou hebben. Het is toen wel meer gebeurd, 2egt spreker, dat gelden, die aanvankelijk op den gewonen dienst geboekt waren, na behandeling der rekening in den raad op den kapitaaldienst werden overgebracht. Wethouder MEERBACH merkt op, dat de heer Weijts formeel volkomen gelijk heeft. Door nu echter de rekening voorloopig vast te stellen geeft de heer Weijts geen enkel recht uit handen, wanib wanneer bij de behandeling van het rapport der commissie in de volgende ver gadering inderdaad noodig zou blijken, dat er een wijziging in de rekening wordt aangebracht, dan kan dat toch nog altijd verzocht worden aan gedeputeerde staten, die de rekening toch definitief moeten vaststellen. D* heer WEIJTS kan zich niet indenken, dat er geen belangrijke opmerkingen te maken zouden zijn bij het onderzoek van een rekening waarop een tekort is van f. 3774-0,Een dergelijk "tekort komt spreker onbegrijpelijk voor, temeer daar spreker gebleken is daf er alleen aan rente f.46000,— minder is uitgegeven dan oorspronke lijk geraamd was. Spreker meent, dat de raad toch wel mag weten hoe dat tekort ontstaan is, en hij is het met den heer Juten eens, dat behandeling van deze aangelegenheid geen nut meer heeft als de rekening in een vorige vergadering reeds voorloopig is vast- geSDe heer BROEKMANS wijst er nog op, dat het wel eens meer gebeurd is, dat de rekening voorloopig werd vastgesteld, niettegenstaande het rapport van de commissie van onderzoek er nog niet was. De heeren WEIJTS en JUTEN verlangen aanteekening in de notulen, dat zij willen geacht worden tegen het voorstel van burgemeester en wethouders te hebben gestemd. Met de hiervorengemelde aanteekening wordt hierna zonder hoofde lijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. VI. VOORSTEL TOT HET BLOEMEN VAN VIER LEDEN-RAADSLEDEN VAN Pk COMMISSIE VOOR HET GEORGANISEERD OVERLEG-, ^Verzameling 1939 nr,155. Op verzoek van den Voorzitter wordt het stembureau gevormd door de heeren Weijts, Juten en Broekmans. Bij de stemming worden uitgebracht 15 biljetten, houdende de volgende stemmen: Bekker 13 Havermans 12 Walder 12 van Kaam 11 Schuyl 1 Broos 1 Kiepe 1 Broekmans 1 blanco 8 zoodat benoemd zijn de heeren Bekker, Havermans, Walder en van Onder dankbetuiging voor de bewezen di°nst wordt het stembureau door den VOORZITTER ontbonden. TT„,T—T VII ADVIES OP HET VERZOEK VAN A5SSLBERGSIJZERINDUSTRlE EN HANDpL^ MlAVflPHAPPlJ~N~V IJ7,ERGI£TERIJëN. ALHIER, OM VERGUNNING TOT HET MAKEN VAN EEN OVERBRUGGING OVER DE LINDEBAAN. (Verzameling 1939 nr.i57.T~ De heer WEIJTS zegt in het voorgelegde ontwerp-besluit niets te vinden omtrent de precariorechten, welke voor deze vergunning be taald zullen moeten worden. In het bij de stukken ter inzage ge legde advies van openbare werken heef t-spreker gezien, dat deze

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 242