- 9 - inkomsten halen uit de waterleiding ten koste van de verbruikers. Ook spreker acht de tegenwoordige wijze van berekening van het ver bruikte water, waarbij aan den directeur der bedrijven de beslis sing is overgelaten, of het water berekend moet worden over den meter of bij abonnement zeer onbillijk, Z.i. is te dezer zake aan o.en directeur een te groote vrijheid gegeven, spreker wijst er verder op, dat ook voor wat het opmeten der vertrekken betreft, men zich bij de gemeentebedrijven vrijheden aanmatigt, welke naar sprekers meening niet in den haak zijn. Men doet die opmeting, zooals zulks usance is, en ook bij den dienst van openbare werken altijd gebeurt, tusschen de vier wanden, maar meet ook de inham men tusschen kasten en deuren mee om zoodoende toch maar aan een bepaalde maat te kunnen komen. Spreker vindt dat niet juist. Z.i. behoort doc* de diensten der gemeente een zelfde maatstaf voor de berekening van bepaalde ruimten te worden gebruikt en is de wijze van berekening, zooals die door openbare werken wordt toegepast, overeenkomstig het bepaalde in de bouwverordening, de meest logische Door den heer Juten werd er reeds op gewezen, dat de voorschriften niet altijd erg duidelijk zijn en blijkbaar voor tweeërlei uitleg ging vatbaar. Naar sprekers meening is zulks ook met het nu door B W aan den raad gedane voorstel weer het geval, spreker ver wijst daartoe naar artikel V, waarbij bepaald wordt, dat de eerste volzin van artikel I geacht wordt in werking te zijn getreden op 1 Januari 1930» De bedoeling daarvan is geenszins duidelijk, want als men daarmede zeggen wil, dat voor het vorderen van bijbetaling men kan teruggaan tot 1930, dan zal men aan den anderen kant ook hot te veel betaalde ov- r die 9 jaren moeten teruggeven, en dat zal toch wel niet de bedoeling zijn. Wethouder MDRRBACH vindt het jammer, dat in het uitvoerig be toog van den heer Juten de tendens gelegen was om terug te gaan naar vroegere toestanden voor wat de watervoorziening van onze in woners betreft. Persoonlijk voelt spreker er niets voor om op dit gebied de klok terug te zetten. Door den heer ^uten is verder de vrome legende aangehaald van St.Geertrui, om te bewijzen hoe goed het water uit deze streek altijd geweest is. Als tegenhanger zou spreker een andere legende uit dien tijd kunnen aanhalen, waarbij aan een Bergenaar een en ander omtrent het toen reeds in verre omgeving bekende Geertruydtswater werd gevraagd. Door dien Berge naar werd blijkbaar niet zoo gunstig over het hier gevonden water geoordeeld, toen hij het volgende verklaardeon de eerste plaats koken we het water om ons zelf te behoeden voor mogelijke nadeelen, en op de tweede plaats drinken we nooit water, maar bier. Na deze kleine afwijking wil spreker weer tot zijn uitgangs punt terugkomen en verder gaan met de gemaakte opmerkingen betref fende de tarieven, waarnaar het waterverbruik berekend wordt. Spre ker zal de laatste zijn om te beweren, dat die tarieven volmaakt zijn, dat zou alleen het geval zijn, wanneer het water bij alle verbruikers over den meter liep en naar dien maatstaf bere-kend werd. ^preker heeft er al eens aan gedacht om overal meters te doen plaatsen, maar de groote kanitaal suitgavewelke daarmee ge moeid zou zijn, heeft spreker van dat denkbeeld doen terugschrik ken. Zulks neemt echter niet weg, dat het overal plaatsen van me ters in de toekomst zeer zeker nog nadere overweging verdient. Zooals de toestand thans is, zal nog genoegen genomen moeten wor den met het tarief, zooals dit in den loop der tijden gegroeid is, n bij de beoordeeling daarvan wordt het voornaamste element over het hoofd gezien, n.l. dat de totale opbrengst van het waterlei dingbedrijf gedragen moet worden door degenen die er als verbrui kers de voordeden van hebben en daarbij op de eerste plaats door degenen, die het behoorlijk betalen kunnen. De heer Juten heeft zich hier nu wel ontpopt als een bijzonder verdediger van de ar beiders en de arbeiderswoningen, maar op dat punt heeft hij zijn boel toch voorbij geschoten, want juist voor de arbeiderswoningen zijn de tarieven hier aan den zeer lagen kant. Wat die zolderkamergeschiedenis betreft, wijst spreker er op, dat die kwestie jaren geleden reeds uitvoerig in den raad behan deld is om een juiste interpretatie van de betreffende voorschrif ten te krijgen. Daar het plan bestond orn de bepalingen betreffende de berekening voor de zolderkamers in de toekomst te doen verval len, werd toen een overgangsmaatregel getroffen met de bedoeling

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 228