- 25 -
De heer BROOS vestigt er de aandacht op, dat er hier thans
Ve 1 militairen gelegerd zijn en daar ook voor de militairen van het
gasthuis gebruik gebruikt gemaakt wordt, acht spreker de vrees niet
denkbeeldig, dat er op een gegeven moment voor zieke burgers geen
plaats meer in het gasthuis zou zijn.
Do heer KIEPE zegt, dat voor de verpleging van zieke militairen
liet vT'lcgere hospitaalgebouw weer in gebruik genomen is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
XXIVOORSTEL TOT HET VZRLESNEN VAN MaQETIGINO OM BIJ DE KROON IN BE
ROEP TE KOMEN TEGEN HET BESLUIT VaN GEDEPUTEERDE STATEN VAN
NCORPBSaBaNT P.P. 20 SEPTEMBER 19S9G. Nr. 216'. IVe aFDEELING.
LüAEBIJ MET VERNIETIGING V^N HET RAADSBESLUIT P.P. TL MaART 19S9
Fr.11. DE VERGOEDING. BEDOSLD IN aRTIKEL lol. Ie LID. DER L.O.
LET 1*320. VOOR HST JaaR 19S& .I3RD VASTGESTELD TEN BEHOEVE VaN
DE SCHOOL MET DEN BIJBEL VOOR U.L.O. IN DE GEMEENTE BERGEN-OP-
ZOOM,
^Verzamel ing 19 39nr.120.)
De heer v.d.VLUGT zegt door dit voorstel van het college onaan-
onaam getroffen te zijn. Spreker acht het volgen van den nu voor-
je stelden weg om tot een beslissing te komen, een groote dwaasheid
als men nagaat, dat in andere gemeenten reeds precies hetzelfde is
gebeurd en ook in die gevallen het door den raad ingestelde beroep
door de Kroon werd afgewezen, spreker verwijst ten deze naar de uit-
so.ra.ak van de Kroon voor het geval betreffende de gemeente Elburg.
H.;tgcen hier dan ook is voorgesteld, kan men naar sprekers meening
vergelijken met water naar de zee dragon. Er is toch nog een andere
'-'eg dan de administratieve om in kwesties als deze een definitieve
uitspraak te verkrijgen. Het betreft hier toch een geschil over een
schuldvordering en daarvoor kan men zich immers wenden tot de rech
terlijke macht, 'anneer de betrokken gemeenten, ook na, de uitspraak
van de Kroon, welke in dit geval niet twijfelachtig kan zijn, gezien
de reede eerder hieromtrent gedane uitspraken, blijven weigeren om
de verschuldigde vergoeding te betalen, dan 28.1 de gemeente zich
t o.slotte toch tot den burgerlijken rechter moeten wenden om die be
taling te verkrijgen. Naar sprekers meening is het daarom veel beter
oi niet op het voorstel van burgemeester en wethouders in te gaan,
maar den anderen door soreker naar voren gebrachten weg te volgen.
De heer JUTEN zegt het in deze niet eens te zijn met hetgeen
door den heer v.d.Vlugt naar voren gebracht werd, doch voor het
voorstel van burgemeester en wethouders te zijn, en zulks te meer,
daar soreker in een der raooorten gelezen heeft, dat de gemeente te
dezer zake door het schoolbestuur bij den neus genomen is.
De heer v.d. VLUGT zegt, dat dit laatste inderdaad in een der
rapporten vermeld staat, maar bij onderzoek gebleken is, dat die be-
'ering onjuist is. Spreker wijst nog oo de ten oozichto van het
schoolbestuur onbehoorlijke uitlatingen in het door den heer Juten
b doelde rapport, welke achteraf bovendien onjuist zijn gebleken.
Soreker zal hierop thans niet verder ingaan, maar z.i. hadden der-
olijke beweringen aan het adres van het schoolbestuur beter achter-
we go kunnen bli j ve n
De heer JUTEN wijst er oo, dat, wanneer het bestuur van de
ChrV- rt eniging "Nehemia" een onderwijzersopleiding aan haar school
va oscht te verbinden, die vereeniging zelf daarvoor de kosten be
hoort te dragen en niet langs een omweg moet trachten een deel dier
kosfn op de gemeente af te schuiven, spreker wijst in dit verband
ook nog op de kwestie van het gymnastieklokaal, welke men indertijd
m--t cle ze school gehad he aft en waarbij z.i. de houding van het
schoolbestuur niet juist was.
De heer v.d.VLUGT zegt, dat zoowel in het nu aan de orde zijnde
jivnl cis bij de kwestie van. het gymnastieklokaal hef school bè stuur
zich volkomen gehouden heeft aan de betreffende bepalingen van de
Onderwijswet en uit dien hoofde dan ook niets ongeoorloofds gedaan
Lethouder MEERBaCH is het met den heer v.d.Vlugt eens, dat
wettelijk het schoolbestuur volkomen in het gelijk staatWanneer
echter oordeelt naar zijn gevoelen, don wordt het een andere
kwestie. Naar sprekers meening wordt te dezer zake door den heer
v.d.Vlugt het zwaartepunt verkeerd gelegd. Immers, als men de stuk-
k e oed gelezen heeft, dan zal men gezien hebben, dat de buitenge-
h e .L b
