- 5 -
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
tv VOORSTEL TOT'
I. HET INBRENGEN VAM GRONDEN.,. LIGGENDE AAN DE MOERSTRAAT SC HËL
"t~BAAN~lN HET GRONDBEDRIJF:
II. HÊT~VASTSTELLEN VAN DEN MINIMUM-VERKOOPPRIJS DER ONDü,R I
'"genoemde gronden.
(Verzameling 1939 nr,15.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt^over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders beslopen
X VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN MTN TM TM-VERKOOPPRIJZEN VOOR_Da,
BOUWGRONDEN BEHOQRENDE TOT HET COMPLEX ZANDSTRAAT-NZ. ZOOM-
MOERSTRAATSCHEBAAN
(Verzameling 1939 nr.13.)
De heer SCHEFFELAAR vraagt aanteekening in de notulen, aai nij
tegen de aanneming van dit voorstel is.
De heer WEIJTS zegt ook tegen dit voorstel te zullen stemmen.
De heer JUTEN vraagt stemming.
De VOORZITTER brengt het voorstel van burgemeester en wetnou
ders in stemming, waarbij dit wordt aangenomen met 11 - b stemmen.
Voor stemden de heeren Krulze, Franken, van Kaam, Walder, Ver
linden, Kiepe, Meerbach, Boschman, Musters, de Moor en van Hal.
Tegen stemden de heeren Scheffelaar, Juten, Weijts, Brockmans,
XI? VOORSTEL TOT HET NIET GOEDKEUREN VAN tiïï: BEGROOT ING VAN INKOM-
STEN EN UITGAVEN VOOR HET DIENSTJAAR 1939 VAN HET ALGiI/I^eN
BÜRGËR~'GAST HU IS
(Verzameling 1939 nr.6,)
De heer BOSCHMAN meent te weten dat de wethouder van onderwijs,
kunsten en wetenschappen over deze kwestie een en ander in het
den zal brengen en spreker wil dus daarop wachten.
Wethouder MEERBACH wil op de eerste plaats opmerken, dat de door
den heer Boechman genoemde kwaliteit van spreker hier natuurlijk
geen verband mee houd tb a
Inderdaad ligt het in sprekers bedoeling over de kwestie van he
gasthuis een en ander naar voren te brengen, maar het lijkt SP
ker niet Juist, dat in deze aangelegenheid net eers- van de zijde
van burgemeester en wethouders het woord gevoerd wordt. Spreker
vindt dat een verkeerden gang van zaken en is van oordeel, dat
eerst de tegenstanders met hun bezwaren tegen het voorstel naar
voren moeten komen,
De heer VERLINDEN zegt tegen het voorstel van burgemeester en
wethouders te zijn; omdat hij dat niet de Juiste oplossing acht
voor de kwestie met het gasthuis. oio-eniiik
De heer VAN HASSELT vraagt hoe deze zaak er momenteel eigenlijk
blJWethouder MEERBACH zegt dan maar met zijn
te zullen steken, al blijft hij van meening, dat deze opgedrongen
VOl|prek-r1 wil "^beginnen met de opmerking eenigszins
te zijn over deze aangelegenheid te spreken en wel t
Bergen op Zoom als men over het gasthuis spreekt denkt of sc y
men op zonderlinge wijze begrippen verwart. n-r iiJn deze kwes
tie in den loop der Jaren verschillende voor- en ^enstanders
ontstaan van de kwestie of het gasthuis een gemeentelijke instel
ling is of dat het zou zijn een gemengde instelling,welke naar
oorsprong en wezen volmaakt toebehoort aan een of andere congre
gatWil°menezichdeenegefundeerd oordeel over de kwestle1®^®pg®"d^rJ
is het absoluut noodzakelijk dat men duikt in een geweldige bundel
historische paperassen. Spreker heeft dit ongeveer een Jaar gele en
gedaan naar aanleiding van de toen verschenen brochure "and® hand
van den heer Levelt, die wel bij de meeste leden bekend zal zijn.
Tevoren was de kwestie van het gasthuis voor hem een onbeschre
ven blad Sn hij nam de feiten aan, zooals hij ze zag neergelegd
in de brochure. Maar omdat hij aanvoelde dat hetgeen de heer Le
velt schreef niet zonder meer de volmaakte waarheid kon zijn,heef
hij zich de moeite gegeven zich er in te verdiepen en daardoor
heeft hij zich een behoorlijk oordeel kunnen vormen.