- 2 -
Van de zijde van de toen nog zitting hebbende wethouders kwam daar
op de verklaring, dat wanneer bij een college van drie wethouders,
elk dier wethouders zich voor de volle 100 aan zijn taak wou wij
den, er absoluut geen vier wethouders noodig waren voor een behoor
lijk functionneeren der gemeentelijke huishouding, spreker heeft
zich daar toen bij neergelegd en de overgroote meerderheid der le
ien sorak zich toen uit voor een aantal wethouders van drie. Na die
bijeenkomst van alle raadsleden zijn er nog verschillende kleine
conferenties gehouden en daarbij is het eigen belang naar voren ge
komen en begon men steeds meer over te hellen naar een aantal van
vier wethouders. In dit verband doet het eigenaardig aan, hier nu
van een der grootste voorstanders van een college van drie wethou-r-
ders het voorstel te hooren om het aantal wethouders te bepalen op
vier. Hetgeen in de door spreker bedoelde bijeenkomst der raadsle
den naar voren gebracht is, heeft nu blijkbaar geen waarde meer.
Aan dergelijk politiek gekonkel wenscht spreker niet mee te doen.
De VOORZITTER roept den heer Kiepe tot de orde en verzoekt hem
hut woord "gekonkel" terug te nemen.
De heer KIEPE zegt dan aan dergelijke politieke manupilaties
niet te zullen meedoen en zijn stem slechts te zullen geven aan een
voorstel voor het benoemen van drie wethouders. Spreker hoopt, dat
hut hier gedane voorstel om vier wethouders te benoemen door de
groote meerderheid van den raad zal worden verworpen en spreker
zegt zeker te weten, dat verschillende leden, die nu voor dat voor-
•stel zullen stemmen, er inwendig eigenlijk tegen zijn.
De heer WaLDER zegt ook de bijeenkomst der raadsleden ter be
spreking van de wethoudersverkiezing te'hebben meegemaakt, zulks
op uitnoodiging van degenen, die een college van B f op breede
oasis wenschten. preker wilde daar gaarne aan meewerken en heeft
toen nog een voorstel in dien geest gedaan, maar al spoedig bleek,
dat zulks niet in goede aarde viel en dat Bergen op Zoom voor een
samenwerking op breede basis nog niet rijp is. Er was een te groote
liefhebberij voor de wethouderszetels. Bij de 11 leden van de R.K.
free-tie blaken niet minder dan 9 liefhebbers voor een wethouders
zetel te zijn. De partij, die overal en altijd de eenheid propa
geert, gaf "hier dus een blijk, dat er van eenheid in eigen kring
totaal geen sprake was. Er is achteraf over deze aangelegenheid na
tuurlijk nog heel wat gesproken. Zoo is ook de wenschelijkheid naar
voren gebracht om 2 wethouders te doen benoemen uit de groep der
R.Kstaatparti jers en 1 wethouder uit de overige raadsleden. Nu
komt men met een voorstel om tot de benoeming van vier wethouders
ovtr te gaan, terwijl degene, die met dit voorstel gekomen is, zelf
uitdrukkelijk verklaard heeft, dat gevoegelijk met drie wethouders
kon worden volstaan. Spreker heeft over deze kwestie hier en daar
zijn licht eens opgestoken en van menschen die het weten kunnen,
heeft spreker gehoord, dat men het werk gemakkelijk met drie wet
houders af kan en het zelfs wel met twee zou gaan. spreker is er
van overtuigd, dat gedeputeerde staten er ook geen bezwaar tegen
zouden maken, wanneer hier besloten werd het aantal wethouders op
twee te bepalen, en zeer zeker niet onder de tegenwoordige omstan
digheden. Spreker heeft er zich echt ;x mee ku.men vereenigen om het
aantal wethouders op drie te stellen en daar houdt hij zich dan ook
aanWanneer men nagaatdat een stad. als Rotterdam met meer dan
500.000 inwoners slechts vier wethouders heeft, terwijl onze ge
munte met haar 25.000 inwoners er ook vier wethouders op na wil
houden, dan ziet iedereen toch in, dat dit op grootheidswaanzin
lijkt. Spreker vraagt zich af, waar men op deze manier met de zui
nigheid blijft? spreker is jaren lang geheel pro deo voorzitter
van het burgerlijk armbestuur geweest en heeft in dien tijd heel
v?at loeren kennen van den nood, die er in veel gezinnen heerscht.
De f.1800,welke men hier voor een vierden wethouder wil uitga
ven zouden naar sprekers meening dan heel wat beter besteed kun
nen worden. Z.i. is er geen enkel motief voor hot benoemen van vier
wethouders, preker beschouwt dat als een overdadige weelde. Viu-
jr r geleden zat men voor hetzelfde geval als nu. spreker heeft
toen het voorstel gedaan om het aantal wethouders te bepalen op drie
•n dat voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. Wanneer
spreker nu nagaat, dat slechts 5 van de 19 leden van den raad nieuw
zijn en de overige 1^1- dus 4- jaar geleden voor het aantal van drie
wethouders hebben gestemd, dan zou spreker dit bij die leden toch