TWAALFDE VERGADER ING.
Dinsdag 5 September 1939» des namiddags twee uur.
Voorzitter: de heer Mr.Drs.P.A.F.Blom, burgemeester.
Aanwezig de heeren M.P.Franken, H.F.Broos, Jos.Havermans, P.F.
ven Kaam, P.J.Weijts, Ph.Buys, S.A.Kueters, E.A.G.KiepeJoh.
«chuyl, JP.BekkerJ.H.W.Bruins, J.B.W.Meerbach, H.M.Walder, J.
van der VlugtF.Broekmans, J.A.P.M.van Hasselt, Jac. van Hal,
Jos. de Moor en Adriaan Juten.
Secretaris: de heer J.A. van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde punt
I der agenda;
IESTüLLaTIE VaH DE LEDEN VAN DEN RAAD
Op de desbetreffende vraag van den VOORZITTER verklaren de
hoeren Walder en Schuyl inplaats van den eed de belofte te willeo
afleggen.
Hierna leggen alle leden van den raad in handen van den voor
zitter de vereisohte eeden of beloften af.
De VOORZITTER houdt vervolgens een korte toespraak tot den
nieuwen raad, waarbij hij er 00 wijst, dat de tegenwoordige tijds
omstandigheden een lange installatierede niet wenschelijk maken.
Bij de installatie van den vorigen raad moest spreker wijzen op
de moeilijke tijden vanwege de groote werkloosheid en de crisis,
welke in vrijwel alle landen heerschten, waardoor de vooruitzich
ten voor handel en industrie zeer slecht waren. Geleidelijk aan
'•■■ing die crisis en die werkloosheid aan het afnemen, wel niet in
snel tempo, maar het was toch merkbaar. Intusschen is er echter
een ander gevaar gaan dreigen, waardooropnieuw de tijdsomstan
digheden somberder geworden zijn dan ooit, en dat slechts met
rustige vastberadenheid onder de oogon kan worden gezien, terwijl
daarbij de grootst mogelijke eensgezindheid van den raad noodig
zal zijn om onze gemeente op den weg der vooruitgang te doen
voortgaan, spreker hoopt, dat het dezen raad gegeven moge
om veel constructief werk in het belang der gemeente tot stand te
brengen en dat Gods zegen daarop moge rusten. Spreker verklaart
hiermede den nieuwen raad geinstalleerd
De VOORZITTER stelt dan aan de orde punt II der agenda:
vaststelling van het aantal jethouders.
De heeren KIEPE en WALDER stellen voor, het aanta wethouders
te bepalen op 3*
De heer MEEHBaCH zegt, dat bij de aanvankelijke bespreking
v0ii deze aangelegenheid hij met meerdere loden van den raad zich
j ,n aantal van 3 wethouders had ingedacht. Na meerdere gedachten-
wisselingen over deze aangelegenheid is hot spreker tenslotte
duidelijk geworden, dat onder de huidige omstandigheden het be
lang van de gemeente meebracht, dat het aantal wethouders werd ge
steld op k-, opdat het college van B W dan kan bouwen op een
vaste raadsmeerderheidup grond hiervan doet spreker dan ook het
voorstel het aantal wethouders te bepalen 00 vier.
De heer KIEPE zegt, dat er begrijpelijkerwijze verschillende
conferenties tusschon de nieuw gekozen raadsleden hebben plaats
wehad om ten aanzien van de wethoudersbenoeming tot overeenstem-
ring te komen. Ou initiatief van een der raadsleden is een uit-
noodiging gezonden aan alle leden van den raad voor een bijeen
komst, waaraan door de overgrooto meerderheid is voldaan. In die
bijeenkomst is ook dc kwestie van het aantal te benoemen wethou
ders ter sprake gebracht. Door spreker is toen het voorstel ge
daan dat aantal te bepalen op vier; spreker meende daartoe het
recht te hebben omdat hij zelf in een college van drie wethouders
zitting heeft gehad en ook deel heeft uigemaakt van een college
ven vier wethouders, zoodat hij dus op goede gronden over een en
nder oordoelen kon. Tegen sprekers voor stelwerden verschillende
bezwaren ingebracht en een daarvan was het financiecle bezwaar.
Spreker heeft daartegen aangevoerd dat, wanneer de vierde wet
houder intens in het belang van de gemeente werkte, hij zijn sa
laris voor de gemeente dubbel en dwars verdienen zou, en spreker
uit dien hoofde het finantieele bezwaar dus van goen belang acht-