8 - kelijke medewerking verleend om de stad vooruit te brengen >-n spre ker kan niet anders zeggen dan dat de heeren met veel toewijding en belangstelling de op zich genomen taak volbracht hebben. Spreker is hen daar namens d~ gemeente dankbaar en erkentelijk voor en nij hoopt, dat het hen ook in hun verdere leven goed moge gaar. De heer VêRLINDjSN spreekt hierna als volgt: Over eenige dagen, Mijnheer de Voorzitter, wordt in onze gemeen te weer een vierjarige periode ten aanzien van den gemeenteraad afgesloten en is de taak van dit gemeentebestuur volbracht. De bur gerij van deze stad heeft reeds uit haar midden een nieuw stadsbe stuur gekozen, dat op Dinsdag 5 September a.s. met zijn taak zal beginnen. Het meerendeel van de zittende leden komt weer terug, anderen gaan heen om door nieuwe raadsleden te worden vervangen. Bij hen, dip niet meer terugkeeren, behoor ik. U weet, Mijnheer de Voorzitter, dat ik mij niet meer als zoodanig beschikbaar gesteld heb. Denkt niet, Mijne Heeren, dat ik tot dat besluit gekomen ben omdat zulk een functie mij niet meer ambieerde. Integendeel, gaarne had ik nog medegewerkt aan de behartiging van de belangen van de Bergsche gemeenschap, doch andere motieven noopten mij, mij t^rug te trekken uit het politieke leven van Bergen op Zoom. Met gemengde gevoelens denk ik terug aan de achter ons liggende vierjarige zittingsperiode, waarin ik heel wat ups en downs heb meegemaakt. Naast momenten van voldoening over wat bereikt werd, had ik oogenblikken van teleurstelling. Ik heb in dit tijdsbestek mogen meewerken aan het tot stand komen van vele voor Bergen op Zoom gewichtige besluiten die, naar ik hoop, in de naaste toekomst voor onze stad de noodige vruchten zullen afwerpen. Ik denk o.m. aan de oplossing van den Antw-rpschenweg voor wat betreft de rio- leering, het stichten van de gemeentebelt, het maken van^een nieuwe verordening regelende de inrichting der plaatselijke politie, waar door een billijker rechtspositie voor het corps w-rd verkregen, het treffen van voorzieningen inzake de salarissen en loonen van het gemeentepersoneelwaar destijds heel wat om te doen is geweest, het aankoop en van gronden aan den Zeekant, het uitbreiden van de waterleiding, e-n uitbreiding die, naar ik hoop, spoedig aan de gestelde verwachtingen zal beantwoorden, dc restauratie van de bene denzaal en de hal van ons stadhuis, de nieuwe classificatie der gemeente ten aanzien van de personeele belasting, waarbij dank zij de eendrachtige samenwerking van den raad, uiteindelijk iets kon worden bereikt. De gemeente heeft zich in deze periode heel wat geldelijke offers moeten getroosten ten aanzien van het garnizoen. Belangrijke grondaankoop en voor militaire doeleinden vonden plaats en ik was er van overtuigd, dat dit voor de gemeente van het aller grootste belang is, vooral voor de toekomst. Ik zou nog heel veel andere belangrijke besluiten kunn-n opnoemen, doch ik wil mij tot deze enkele beperken. Ik wil niet*verhrlen, dat in de afgeloopen periode de burgerij van onze stad zwaardere lasten zijn opgelegd doordat eenige belas tingen moesten worden verhoogd. De burgerij he^ft deze verhooging noode aanvaard, wetend dat gjen andere redelijke mogelijkheid aan wezig was. Ik heb in deze zittingsperiode, zooals ik reeds zeide, ook v-el teleurstellingen meegemaakt. Zoo heb ik er steeds op aan gedrongen een einde te maken aan den onhoudbaren toestand, waarin zich de haven bevindt, en ofschoon het meerendeel van den raad mijn zienswijze deelde, en verlangde dat het voorste gedeelte van de haven en de grebbe zou worden gedempt, bleven plannen om tot een dergelijke verbetering te komen, uit. Hetzelfde kan gezegd worden van den Wouwschenwegalwaar rioleering nog steeds ontbreekt en waar de vele voetgangers door het steeds drukker wordend verkeer voortdurend in gevaar verkeeren. Moge het nieuwe college aan deze kwesties de noodige aandacht besteden. Minder prettige oogenblikken bele-fde ik, toen de raad streng moest optreden tegenover eenige ambtenaren, die zich tegenover de gemeenschap misdragen hadden. Ook beleefde ik dagen van spanning en ik denk daarbij aan de omzetting van vele vaste- in kasgeldlee- ningen. Gelukkig, Mijnheer de Voorzitter, wist U altijd Juist bij tijds het roer om te gooien en verliet U het zeer gevaarvolle en glibberige pad om terug te keeren naar den weg, die meer zekerheid gaf voor de toekomst. De gemeente heeft door deze politiek finan cieel een b-langrijk voordeel behaald en zal in de toekomst er ook geen nadeel door hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 159