- 7 -
wijzen, dat de behandeling van dit voorstel mogelijk tot een poli
tiek debat in dezen raad zou leiden. Onder die omstandigheden acht
spreker het beter het voorstel terug te nemen en de behandeling er
van eenige maanden uit te stellen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gaat dö raad
er aee Accoord, dat het voorstel door het college wordt terugge
nomen.
VIII. BEHANDELING VAN INGEKOMEN VERZOEKEN OM ONTHEFFING VAN SCHOOL-
GELD.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
IX. BEHANDELING VAN INGEKOMEN VERZOEKEN OM ONTHEFFING VAN HONDEN.»
BELASTING.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
X. BEHANDELING VAN INGEKOMEN RECLAMES TEGEN DEN AaNSLAG IN DE
STRAATBELASTING,
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
De VOORZITTER verleent dan het"woord aan den heer Boschman voor
diens interpellatie betreffende de muziekkiosk op de Groote Markt.
De heer BOSCHMAN zegt, dat het algemeen bekend mag worden ge
acht, dat de kiosk op de Markt versleten is en voor wat het klank
gehalte betreft, nooit voldaan heeft. In verband daarmede wil spre
ker voorstellen, dat tot aanschaffing van een verplaatsbare kiosk
wordt overgegaan, zooals men b.v. in Den Bosch ook heeft. Spreker
is niet plotseling op dat idee gekomen, maar heeft het in gedach
ten gehouden naar aanleiding van de woorden, welke door den Voor
zitter indertijd gesproken zijn, dat de kiosk op de Markt een sta
in—den-weg was voor het mooie stadhuis. Wanneer men een verplaats
bare kiosk aanschaft, dan zou er dat een moeten zijn, welke door
middel van een tractor verplaatst wordt; op de tijden, dat men
dien tractor dan niet voor de kiosk noodig heeft kan men hem voor
andere diensten in de gemeente gebruiken.
De VOORZITTER zegt inderdaad wel eens te hebben gezegd, dat
voor bezichtiging van den fraaien gevel van het stadhuis vanuit
sommige punten van het Marktplein, de kiosk een sta-in-den-weg was.
Het door den heer Boschman naar voren gebrachte idee van een ver
plaatsbare kiosk is ze-r zeker het overwegen waard. Spreker weet,
dat reeds in verschillende gemeenten rijdende kiosken zijn, en
spreker herinnert zich nog goed, dat Indertijd ook de heer Verbiest
dat denkbe-ld r^eds bepleit heeft. Spreker hoopt, dat het door den
heer Boschman naar voren gebrachte plan een stimulans moge zijn om
in die richting iets vanuit de burgerij te doen bereiken.
De n-er BOSCHMAN hoopt, dat ook B W een en ander in overweging
zullen nemen.
De VOORZITTER zegt zulks toe.
Waar hiermede het eind der agenda gekomen is, wil de VOORZITTER
deze openbare vergadering toch niet sluiten, vooraleer met een
kort woord afscheid genomen te hebben van de leden van den raad,
die bij den aanvang der nieuwe vierjarige zittingsperiode^ niet
meer in dezen raad zullen terugkeeren. Spreker memoreert hetgeen
onder den huldigen raad is tot stand gekomen en gaat enkele der
meest belangrijke gebeurtenissen na, welke zich in de afgeloopen
vierjarige periode hebben voorgedaan. Spreker wijst er verder op,
dat na de volkstelling in 19^0, het aantal raadsleden bij de eerst
volgende verkiezing met twer zal moeten worden uitgebreid als
gevolg van de stijging der bevolking boven de 25000 hrrtg^-n onge
twijfeld weer een mooi perspectief vormt voor degenen die in aange
legenheden als deze veel belang plegen te stellen. Spreker herin
nert ook aan de uitbreiding van het garnizoen, hetwelk oorzaak werd
van een geheel andere richting in de uitbreiding van de stad, en
daarnaast de aanleiding werd dat de gemeente in het bezit kwam van
een mooi boschbezit, waarvoor het nageslacht ons zeer zeker nog
dankbaar zal zijn.
Spreker wijst er vervolgens op, dat de leden, die niet in den
nieuwen raad zullen terugkeeren, zijn de heeren Boschman, die
vanaf 1910 lid van den raad is, de heer Scheffelaar, die sinds
I9I9 zitting had, de heeren Becht en Kruize, die in I927 tot raads
lid gekozen warden en de heer Verlinden, die in 1935 ltd van den
raad werd. Zij allen hebben gedurende hun zittingsperioden hun
persoon in dienst van de gemeente gesteld, zij hebben hun daadwer-