- 5 -
De heer BOSCHMAN vraagt, hoeveel huur adressant momenteel be
taalt
Wethouder DE MOOR deelt mede, dat de huur f.30,p-r maand
be draagt.
De heer BOSCHMAN blijft dan tegen inwilliging van het verzoek.
Naar sprekers meening vindt men ook in particuliere woningen aan
een dergelijken huurprys geen vaste waschtafels, en zou ook een
particuliere huiseigenaar er niet aan denken op zoo'n verzoek in
te gaan.
De heer VAN KAAM handhaaft zijn voorstel om het verzoek van
adressant in te willigen. De heer Boschman kan hier nu wel beweren,
dat een particulier op zoo'n verzoek niet zou ingaan, maar als een
huurder van een der woningen van den heer Boschman bij dezen met
zulk een verzoek zou komen, dan is spreker ervan overtuigd, dat
ook de heer Boschman er aan zou voldoen, omdat hij anders zijn
huurders kwijt zou raken.
De heer WEIJTS is het in deze geheele eens met den wethouder,
en het voorstel van burgemeester en wethouders. Spreker heeft den
heer Reemer gevraagd eens precies op papier te zetten, wat hij nog
voor verbeteringen aan de woning wenscht, waarop hij ten antwoord
kreeg dat, als de gemeente nu een begon met overal vaste waschta-
fels te laten aanbrengen, adressant voorloopig niet meer met ver
zoeken zou komen. Spreker meent, dat het voor de gemeente van be
lang zou zijn om het huis niet meer te verhuren, daar het toch
in de bedoeling ligt om het onderhavige complex in z'n geheel te
verkoopen.
De heer WALDER blijft van meening, dat hetgeen de huurder van
deze woning vraagt, geenszins als overdreven is te beschouwen, en
het plaatsen van een vaste waschtafel in den tegenwoordigen tijd
een heel normale zaak is, welke zeer zeker in een pension niet ge
mist kan worden. Spreker blijft er dan ook voor, om het verzoek toe
te staan.
De VOORZITTER brengt dan het voorstel van burgemeester en wet
houders in stemming, waarbij dit wordt aangenomen met 10-4 stern-
Voor stemden de heeren de Moor, Bekker, Weijts, Meerbach, Ver
linden, Juten, Musters, Kiepe, van Hasselt en Boschman.
Tegen stemden de heeren van Kaam, Walder, Broekmans en Becht.
IV. Vaststelling uitkeering, bedoeld in art.104, le lid, der L,0.
wet 1920, aan diverse gem-enten. (Art, 21, 2e lid, van het K0n.
besluit van 26 November 1937» staatsblad nr.375)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
V. Onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw benoemde raadsleden.
(Voorgesteld wordt het onderzoek te doen plaats hebben door
een of meer commission, elk van 3 leden.)
Op verzoek van den VOORZITTER wordt de le commissie gevormd
door de heeren Walder, Juten en Becht; de 2e commissie door de
heeren van Kaam, Kiepe en Verlinden.
De VOORZITTER schorst hierna de openbare vergadering, om de
commissies in de gelegenheid te stellen de geloofsbrieven te
onderzoeken.
Na heropening brengt de heer WALDER het volgende advies uit.
"De commissie ad hoe tot onderzoek van de geloofsbrieven van
"de nieuw inkomende leden: P.F.van Kaam, E.A.G.Kiepe, J.B.W.
"Meerbach, J.de Moor, S.A.Musters, J.Schuyl, J.v.d.Vlugt,
"H.M.Walder en P.J,C.Weijts
"overwegende, dat zij de geloofsbrieven met bijbehoorende stuk-
"kan heeft onderzochten in orde bevonden;
"dat zich geen wettelijke bepalingen verzetten tegen het zit-
"ting nemen van voornoemde leden;
"adviseert tot toelating van bovengenoemde heeren als lid van
"den gemeenteraad van Bergen op Zoom.
Namens commissie II brengt de heer VAN KAAM het volgende advies
uit
V