- 12 -
dat de kerk tegen het belendende perceel van den heer garolea aan
gebouwd wordt, ofschoon aanvankelijk gezegd was, dat er een gang
tueschen zou komen om het geluid te absorbeeren. Spreker zou als
nog willen dat de situatieteekening aan den raad ter inzage werd
gegeven voordat dit besluit genomen wordt.
De heer JUTEN kan zich wel vere enigen met het voorstel van bur
gemeeeter en wethouders. Hij heeft echter bij de stukken een schrij
ven zien liggen van den Grooten Raad der Luthersche gemeente, waar
in de hoop uitgesproken wordt, dat men nu verder van moeilijkheden
gespaard zal blijven, spreker meent dat daarop niet kan worden in
gegaan en de bouw toch onderworpen moet worden aan de algemeen gel
dende voorschriften.
De heer SCHEFFELAAR meent dat de brief van de Luthersche gemeen
te alleen geschreven is om, als er zich nog moeilijkheden mochten
voordoen, het recht op koop van den grond aan den Zoomweg te behou
den. In verband met het nu door den raad te nemen besluit, wil
spreker echter nog opmerken, dat z.i. daarmede vastgelegd wordt,
dat het perceel grond tueschen de twee villa's aan de Zoom, waarop
oorspronkelijk deze kerk zou komen, niet meer bebouwd kan worden.
De VOORZITTER zegt de laatste opmerking van den heer Scheffelaar
geenszins te kunnen onderschrijven. Het nu door den raad te nemen
besluit staat geheel buiten de kwestie omtrent de al of niet be
bouwing in de toekomst van het door den heer scheffelaar bedoelde
perceel aan de N.Z.Zoom.
Wethouder DE KOOR is van meening dat de teekeningen betreffende
den bouw der kerk niet in den raad gebracht behoeven te worden,
omdat de bouw zelf onderworpen is aan de bouwverordening en dus
onder controle van bouw- en woningtoezicht staat. Wanneer men de
bouwteekeningen in den raad zou brengen, zooals de heer Verlinden
wil, dan wordt de zaak er niet gemakkelijker door, omdat omtrent
de bouwwijze de meeningen veelal erg uiteenloopen. Ook bij andere
voorstellen tot verkoop van grond worden toch de teekeningen van
de daarop te stichten gebouwen niet aan den raad overgelegd. Daar
is tenslotte de dienst van bouw- en woningtoezicht voor.
Natuurlijk zal ook de bouw van deze kerk moeten geschieden aan
de hand van de in de bouwverordening gestelde voorschriften.
Wat de opmerking van den heer VERLINDEN omtrent een gang tue
schen het kerkgebouw en het pand van den heer garolea betreft,
weet spreker van een dergelijke toezegging niets af. Spreker ie er
van overtuigd, dat een dergelijke gang ook niet noodig «al zijn
omdat er geen hinder van de aanwezigheid van dit kerkje te ver
wachten is.
De heer VERLINDEN vraagt dan aanteekening in de notulen, dat hij
tegen dit voorstel is.
Met de door den heer Verlinden gevraagde aanteekening wordt het
voorstel van burgemeester en wethouders hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
UI. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN GEMEENTE-EIGENDOMMEN. GELEGEN aaN DE
GEWELDIGSRSTRkaT. aan HET BESTUUR VAN HET St. CATHARINaGE STICHT
(HÊT~ZEDELIJK LICHAAM ONDER DE ZINSPREUK "TOEVLUCHT IN LIJDEN"^
TE BERGEN OP ZOOM.
Verzameling 1939 nr.2.)
De heer WSIJTS echt hei wel wenschelijk dat, voor wat de hoek
oplossing Geweldigerstraat-Minderbroederstraat betreft, voorschrif
ten gegeven worden ten aanzien van het aesthetisch schoon.
De VOORZITTER zegt dat daaraan reeds de noodige aandacht besteed
ie*
De heer WEIJTS zou dan het besluit nog willen aanvullen met de
bepaling dat hetgeen bij de ontgraving in den grond gevonden wordt
en van waarde is, ook in eigendom aan de gemeente moet komen.
De VOORZITTER zegt, dat het college er geen bezwaar tegen heeft
de voorwaarden met een bepaling als door den heer Weijts bedoeld,
aan te vullen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het aldus gewijzigde voorstel
hierna aangenomen.
De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den
heer Franken, waartoe hij dezen het woord verleent.
De heer FRaNKEN wijst op den onhoudbaren toestand van de Glacis-
straat en de Galgenbaan, waar bij regenweer een zoodanige overlast
van het water ondervonden wordt, dat de bewoners baggerlaarzen noo
dig hebben om droogvoets thuis te komen. Spreker zou er bij het
college op willen aandringen om thans spoedig een oplossing voor
dien toestand te vinden.