- 10 -
De heer WEIJTS ie het met den heer Juten eens, dat door dit
voorstel "Thalia" in de gelegenheid wordt gesteld om concurrentie
te doen aan het particulier initiatief, hetgeen ook spreker niet
juist vindt. Wanneer er echter een meerderheid in den raad is om
de hier voorgestelde garantie van f.70.000,te verleenen, zooals
spreker meent te kunnen opmaken, dan wil spreker nog op enkele
dingen de aandacht vestigen en er daarbij op de eerste plaats op
wijzen, dat de voorgestelde verbouwing z.i. niet zal voldoen.
Immers niet alleen het aantal zitplaatsen in de groote zaal was tot
nu toe te klein, maar daarnaast is ook herhaaldelijk gebleken, dat
do koffiekamer te klein is. Spreker weet wel, dat getracht wordt
doze moeilijkheid op te lossen door een deel der bezoekers naar de
groote sociëteit te doen afvloeien, maar naar sprekers meening is
dat niet afdoende. Ook het bedrag der door de gemeente te stellen
garantie voor deze verbouwing vindt spreker erg hoog. Spreker is
het met den heer Kiepe eens, dat men beter f.100.000,kan geven
op een geheel nieuw gebouw, dan f.70.000,op een oud gebouw, dat
slechts gedeeltelijk vernieuwd wordt. Spreker zou het veel beter
vinden, wanneer de nieuwe zaal zoodanig werd gemaakt, dat deze ten
aanzien van de plaatsruimte altijd gemakkelijk uit te breiden is.
Zooals het plan thans is, kan spreker er zich vooralsnog niet mee
voreenigen.
Wethouder MEE RB AOH meent dat in het kort de bezwaren van de
tegenstanders van het voorstel van B W hierop neerkomen, dat min
of meer ernstige concurrentie gevreesd wordt door de vernieuwing en
betere exploitatie van "Thalia" ten opzichte van andere particuliere
zaalhouders. De argumentatie van B W is echter door geen der leden
van den raad in het geding gebracht tenzij dan met de algemeenheid,
dat men geen vertrouwen heeft in de rendabiliteit van "Thalia".
B 8-, W hebben in hun advies zoo nauwkeurig mogelijk toegelicht hoe
de positie van "Thalia" was en hoe die positie nu worden kan. Het
college heeft daaruit de overtuiging geput, dat volgens deze plan
nen "Thalia" inderdaad rendabel te maken is.
De bewering dat met deze plannen van "Thalia" concurrentie
dreigt voor andere particuliere zaken, moet spreker ten stelligste
ontkennen. B W hebben de sterke overtuiging - en men zou zulks
ook kunnen opmaken uit de woorden van den heer Kiepe - dat het
geenszins onmogelijk is om van "Thalia" een goed loopend en gezond
"Thalia" te maken. Overigens is spreker het er mee eens, dat een
vergelijking van "Thalia" met andere zalen hier ter stede niet op
gaat Terecht is door den heer Broekmans opgemerkt, dat "Thalia"
altijd het cultureele centrum in deze gemeente is geweest, en een
opleving van dat cultureele leven zal niet alleen aan "Thalia",
naar ook aan andere zaken ten goede komen. In het verleden is zulks
wel gebleken en door den heer Becht is er reeds op gewezen, dat ook
vroeger zoowel "Thalia" als de daarnaast bestaande zaken floreerden.
Spreker wijst op de inconsequentie in de argumentatie van den heer
Kiepe, die het met den heer Juten eens is, dat door deze vernieu
wing van "Thalia" concurrentie zal worden gedaan aan het particu
lier initiatief en daarnaast de opmerking plaatst, dat beter een
geheel nieuw gebouw kon worden gezet met een ruimte voor 1000 per
sonen. Daardoor zouden dan toch nog meer menschen aan die andere
zaken onttrokken worden.
De heer KIEPE zegt zijn opmerking gemaakt te hebben in verband
net de geregelde toename der bevolking, waarmede thans reeds reke
ning te houden ware, als toch wordt overgegaan tot vergrooting van
de zaal van "Thaiia".
Wethouder MEERBACH zou die toename van de bevolking juist willen
zien in het voordeel van het voorstel van B W, Als na de nu voor
gestelde vergrooting van "Thalia" in de toekomst zou blijken, dat
do zaal nog te klein is, en er ook overigens niet geheel in.de
bestaande behoefte zou kunnen worden voorzien, dan zou dat slechts
aanleiding kunnen zijn om er nog een soortgelijke zaak bij te
krijgen en vervalt daarmede geheel het hier aangevoerde argument
van concurrentie ten opzichte van andere zaken.
Spreker wijst er verder op, dat deze zaak geen kwestie van
rekenkunde is, waarbij met cijfers de mogelijke gevolgen zijn te
berekenen. Het risico, dat men hiermede neemt, moet men in eigen
gedachtengang verdisconteerenen daarbij is spreker tot de slot
som gekomen, dat het de moeite waard is dit risico te nemen. De