J* - Ik - Wat de kwestie der rioleering van de Grebbe aangaat, deelt spre ker mede, dat aan den dienst van openbare werken is opgedragen om in overleg met het kantoor Bongaerts daarvoor een behoorlijk plan op te maken waarbij tevens is inbegrepen het dempen van het eerste gedeelte van de haven van het Spui tot aan de Bontebrug. De uit werking van die plannen gaat echter niet zoo vlug, er zijn reeds een drietal herinneringen voor aan den dienst gestuurd, en het 2al dus taak zijn voor den nieuwen directeur, die 1 Augustus in dienst treedt, om er zich achter te zetten. Te zijner tijd zal hierom trent dus een voorstel aan den raad worden voorgelegd. Spreker kan hierbij nog mededeelen, dat volgens den dienst van openbare werken deze aangelegenheid niet in aanmerking kan komen om in werkverschaf fing te worden uitgevoerd, zoodat de kosten dus geheel voor reke ning der gemeente zullen moeten komen. Zooals gezegd echter, heeft deze kwestie de volle aandacht van het college en is de wacht thans op het uitwerken van de noodige plannen. De heer WALDER blijft van meening, dat de huidige toestand van de Grebbe niet kan worden bestendigd, en het belang van de volks gezondheid eischt, dat er spoedig afdoende maatregelen worden ge nomen. Spreker wil daar dan ook nogmaals sterk op aandringen, evenals op verbetering van den toestand in de haven. Spreker geeft in overweging om, zoolang de rioleering hier niet in orde gemaakt kan worden, geregeld flink te laten spuien, opdat ten minste op die manier de zaak kan worden schoon gehouden. De heer KRUIZE merkt op, dat door den wethouder gezegd is, dat de werkman, die tengevolge van de werkzaamheden in de Grebbe een ernstige ziekte opgeloopen heeft, zich nog niet tot het ooilege heeft gewend om vrije geneeskundige behandeling. Spreker wil er echter op wijzen dat, als iemand in en door den dienst ziek ge worden is, hij uit dien hoofde reeds recht heeft op vrij genees heer en apotheker volgens de bepalingen van het ambtenarenreglement. Wethouder DE MOOR zegt, dat de betrokkene oorspronkelijk aan pleuris leed en eerst bij de nabehandeling gebleken is, dat hij een vergiftiging had opgeloopen tengevolge van de werkzaamheden in de Grebbe. Het is juist, zooals de heer Kruize opmerkte, dat volgens het ambtenarenreglement iemand recht heeft op vrije geneeskundige behandeling bij ziek worden in en door den dienst en op grond daarvan zal de betrokkene er dan ook aanspraak op kunnen maken. Spreker zou nog willen weten, of de raad er in principe mee accoord gaat, dat plannen worden uitgewerkt om de Grebbe op af doende wijze te verbeteren. Er kan dan met spoed aan die plannen worden doorgewerkt. De heer SCHEFFELAaR merkt op, dat bij de behandeling der be grooting de raad zich reeds heeft uitgesproken om tot overwelving van de Grebbe te komen. Wethouder DE MOOR zegt, dat hetgeen de heer Scheffelaar bedoelt, alleen betrof het open gedeelte van de Grebbe aan de Moeregreb- straatdoch de plannen, waarop spreker doelt, betreffen de geheele Grebbe De heer BECHT wijst er op, dat vroeger regelmatig gespuid werd in de Grebbe. Tegenwoordig gebeurt dit niet meer, hetgeen tot gevolg heeft, dat het vuil overal blijft zitten en er zooveel stank verspreid wordt. Dat niet meer regelmatig gespuid kan worden ligt naar sprekers meening aan het feit, dat de sluis onder het Spuihuis niet goed meer functioneert en hersteld moet worden. Wethouder DE MOOR zegt dat zulks onderzocht zal worden. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering hierna door den VOORZITTER gesloten. Aldus vastgesteld in d.e openb^p vergadering van Voorzitter

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 115