9 - De heer WALDER merkt op, dat alle pruimpjes ook niet hetzelfde zijn. Voor wat het zakelijk gedeelte van het thans aan de orde ziende voorstel betreft, is sprekers meening, dat de titel van directeur voor iemand, die aan het hoofd van de bad- en zweminrichting staat van een gemeente als de onze, alleszins op zijn plaats is. In vroeger jaren was er ook een directeur aan de inrichting ver bonden en spreker weet nog wel, dat het met de inrichting toen heel goed ging en de bezoekers altijd zeer tevreden waren. En of de titel van dengene, die met de leiding in de bad- en zweminrichting belast is nu die van opzichter of directeur is, doet naar sprekers meening toch aan de zaak zelf niets af, daar het er toch maar om gaatdat er iemand komt, die behoorlijk leiding weet te geven en de inrich ting kan opwerken. Wanneer die functionaris in de wintermaanden dan nog dienstbaar kan worden gemaakt door het verrichten van andere werkzaamheden in het belang van de gemeente, dan lijkt spreker dat toch goed gezien en acht hij het door B W gedane voorstel dan ook alleszins aannemelijk. Wat de overige hier gemaakte opmerkingen aangaat, wanneer spre ker eens nagaat, wat hij vandaag allemaal gehoord heeft over din gen, die niet in orde zouden zijn, dan weet spreker niet, wat hij daarvan moet denken en vraagt hij zich af, of bij degenen, die daarmede naar voren gekomen zijn, misschien de verkiezingen naar het hoofd zijn geslagen? Al dat gepraat over die vriendjespolitiek moet naar sprekers meening toch wel een zeer eigenaardigen indruk naar buiten maken en men moet daar wel gaan denken, dat er hier ton aanzien van de baantjes aardig wat gekokkemokt wordt en zoo voor en na de een of ander nogal eens wordt bevoordeeld. Wanneer spreker hier hoort, hoe twee fracties elkaar dergelijke dingen ver wijten, dan is dat voor spreker, als behoorende tot een der klei nere fracties, werkelijk nieuws en is hij er van overtuigd, dat een en ander door de Bergenaren naar waarde geschat zal worden. Overigens is spreker van oordeel, dat dit alles met het thans aan de orde zijnde voorstel niets te maken heeft en zal hij er daarom ook niet verder op ingaan. De heer SCHEFFELAAR heeft nog geen antwoord ontvangen op zijn vraag, wat er met den tegenwoordigen opzichter gebeurt, als deze niet benoemd zou worden tot directeur? Immers, in de plaats van den thans op proef aangestelden opzichter is ook reeds een nieuwe badknecht benoemd. De VOORZITTER zegt, dat de nieuwe badknecht slechts voor hoog stens twee maanden is aangesteld. De heer SCHEFFELAAR blijft toch van meening, dat het beter is om dit seizoen den thans bestaanden toestand te houden en tegen volgend seizoen een en ander nader te bezien. Wethouder MUSTERS wijst er nog op, dat de thans op proef aan gestelde opzichter natuurlijk zijn proeftijd kan uitdienen. Daarna kan hij mee solliciteeren voor de betrekking van directeur, en mocht hij daartoe niet benoemd worden, dan blijft hij natuurlijk in de vroeger door hem vervulde betrekking van badknecht gehand haafd De heer SCHUYL zegt, dat in de vorige vergadering alleen be sloten is, dat de opzichter door den raad benoemd moest worden. Naar sprekers meening sluit dat in, dat voor den betrokkene tevens een rechtspositie moet worden vastgesteld, en nu vindt spreker het eigenaardig, dat, toen in een vorige vergadering voorgesteld werd oen gemeente-geneesheer te benoemen, er critiek op dat voorstel werd uitgeoefend omdat niet tevoren diens rechtspositie was om schreven. Nu B W bij dit voorstel blijkbaar met die opmerkingen rekening gehouden hebben, is het weer niet goed. Met een derge lijke houding kan spreker zich niet vereenigen. Hij zal zijn stem geven aan het voorstel van B W. De heer BECHT merkt op, dat in de vorige vergadering is gespro ken over een opzichter-badmeester. Uit den raad is er toen de aan dacht op gevestigd, dat het aanbeveling zou verdienen hiervoor een representabel persoon te nemen, die als directeur zou kunnen op treden. B W waren toen van meening, dat zulks niet noodig was. Nu komt het college echter zelf met een voorstel om de titulatuur van dengene, die met de leiding der bad- en zweminrichting belast is, te wijzigen. Spreker concludeert hieruit, dat in den korten

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1939 | | pagina 110