- 23 - to houden en oen deputatie te benoemen in deze vergadering, die zoo spoedig mogelijk met dan minister van binnenlandscha zaken deze materie, die momenteel zeer urgent is, op het departement zal gaan bespreken en te trachten alsnog een voor de arbeiders in dienst der gom.onto, redelijke salarisregsling te bekomen, Spreker vertrouwt dat de raad dat voorstel zal aannemen» Hoe die deputatie het best samengesteld zal kunnen worden, zou spreker naar voren willen bren gen, wanneer de raad het besluit genomen heeft om deze zaak aan te houden. De hear BEKKER zegt zeer wel te begrijpen dat B V niet anders kunnen doen dan deze zaak opnieuw in den raad to brengen, maar aan den andereh kant zullen B W toch niet verwachten, dat da raad met de thans voorgestelde verlagingen accoord zal gaan. Spreker wenscht in deze niet mede te gaan raat de richtlijnen, welke door den minis ter of de regeering zijn aangagaven. Spreker wijst er opdat door hot gov.,n van dergelijke voorschriften da autonomie van don raad geheel terzijde geschoven wordt. Naar sprekers meaning kan de raad zelf het best oordoslon over de voor deze gemeente geldende loonan. Door op hot voorstel van den minister in te gaan, zullen meerdere ambtonaren dar gemeente driedubbel getroffen worden, doordat do huren omhoog gaan, moer belasting opgebracht mo^t worden en bcvendien deze menschen nog verlaagd zullen word.cn in salaris. Wanneer de loonon cn salarissen van het gemeentepersoneel worden verlaad, is het gevaar niet denkbeeldig, dat dit voorbeeld ook weer door de parti culiere werkgevers zal worden gevolgd en zoo blijven we met de salarissan en loon.n in den bekenden vicieuzcn cirkel draaien, waarbij de kleine man telkens opnieuw de dupe wordt en waardoor wc nooit uit het moeras komen. Ook voor den middenstand en dc industrie is het z.g. aanpassen van de loonan der arbeiders een nadeel,omdat de koopkracht er door verminderd wordt en de malaise daardoor nog wordt verergerd. Spreker is dan ook van meaning, dat de raad de door den minister voorgast loc salarisverlaging nogmaals moet af wijzen en dan verder maar moet afwachten, wat de minister in dezo do~n zal. De heer SCHUIL zegt er geen behoefte aan te hebben om verder in te gaan op hetgeen hier door de he aren Franken en Bokkcr naar voren is gebracht. Spreker heeft zich slechts verwonderd ov^r den klagcn- den toon, waarin die heerc-n hun betoog hebben gehouden. Immers het geen hi^r thans gebeurt is het zuiver gevolg van het systeem, waar in do meerderheid der Kamer, met dc partijgenooten van de hoeren Franken cn Bokkcr aan het hoofd, de regeering gevolgd is, n. 1. het zoogenaamde aanpassingssysteem. Sprekers partij hooft zich daar altijd tegen verzet omdat zij overtuigd is, dat dit systeem tot verderf leidt. Wanneer d~ hoeren van de zich noemende R.K.raads fractie thans den minister in deze niet willen volgen, dan zullen zij ook de daaruit voor h-n voortvloeiende consequentie moeten aan vaarden. De heer BROEKMAHS zegt er zich reeds vorige maal tegen uitge sproken te hebben, dat volgens de regeling van den minister de salarissen van een zevental ambtenaren nog verder verlaagd moeten worden dan reeds gfbuurö is bij de algeheels salarisherziening. Spr-kor is thans nog dezelfde meening toegedaan cn kan zich dan ook niet met de voorgestelde verlaging v ere enigen. Dc heer SCHBFFSLAAR is van meening, dat, als het 4-loonklassen- stelscl gehandhaafd was, zooals onder het vorige college door spreker is voorgesteld, de minister niet m-et deze loonsverlaging gekomen zou zijn en er meer reden geweest zou zijn om de arbeiders te folicito eren dan bij het nu ingevoerde vijfloonklassonstelscl. Wethouder MUSTERS is het daar niet mede eens en is van meening dat de door den minister voorgestelde verlaging niet het gevolg is van dc uitbreiding der loonklasscn. De VOORZITTER wijst er op, dat bij een bespreking van deze aan gelegenheid in do Kamer er door den minister uitdrukkelijk de aan dacht op gevestigd is, dat de gemeenten, die niet eigener beweging de in deze door de regeering g-gQven voorschriften gevolgd hebben, daarto - zullen wore en genoodzaakt. Spreker is het er m.s eens, dat deze zaak niet prettig is, maar er is z.i. toch niets aan te doen. Bovendien, wanneer men een vergelijking maakt tusschen de arbsids- en loontoestanden bij particulieren en in overheidsdienst, dan zal iedereen het wel met spreker eens zijn, dat die vergelijking nog altijd aanmerkelijk in het voordeel van het personeel in overheids dienst uitvalt. Spreker wijst er verder op, dat reeds meermalen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 83