- 6 -
gen en ik hoon, dat Bergen o^ Zoom wil medewerken om die eenheid in
onze stad te verkrijgen, welke door velen wordt gewild. Dan kan het
niet anders, of in 1938 zullen de eerste tonen van ons nieuwe caril
lon een gelukkige stad begroeten, een stad waar eensgezindheid
heerscht en waar de martijen niet tegenover elkaer, maar naast elkaar
zullen staan.
De heer BOSCHMAw spreekt als volgt:
Mijnheer de Voorzitter. Het is al eenige jaren geleden, dat ik
een algemeene beschouwing heb gehouden tijdens de behandeling der
begrooting. Dit jaar echter gevoel ik mij verplicht deze te houden.
Op de eerste plaats, Mijnheer de Voorzitter, moet ik aan het Dag.
Bestuur dezer gemeente, onzen ijverigen Secretaris en het geheele
korps ambtenaren mijn dank betuigen, dat de begrooting 1937 er zoo
prachtig uitziet. Vooral wat betreft de bezuiniging. De commissie,
waarin ik de eer had zitting te hebben, heeft heel weinig kunnen
vinden waarop nog bezuinigd zou kunnen worden. Br is altijd nog wat,
doch dat zal bij de afzonderlijke posten wel ter sprake komen. In
sommige posten echter, Mijnheer de Voorzitter, heeft uw college,
volgens mijn meening, het mes, dat al van tevoren zoo scherp gesle
pen was, wat al te ver gezet. Om te beginnen: de subsidie der bewaar
scholen. De korting hierop, Mijnheer de Voorzitter, is iets, waar
onze R.K.raadsfractie zich in haar geheel niet mee kan vereenigen.
Ik beschik over al de gegevens omtrent dezen oost. Bij de behande
ling van dat punt zal ik deze dan ook aan de vergadering mededeelen.
Ook wat betreft de behandeling van onze diverse muziekgezelschap
pen, kom ik gaarne bij de behandeling der begrooting terug.
W- weten allen, Mijnheer de Voorzitter, dat het voor uw geacht
college niet gemakkelijk was de begrooting tenminste eenigszins
kloppend te maken. Dat U daarbij moest bezuiniger en belastingen
verhoogen, was in te zien en te verwachten. Als U het niet gedaan
had, hadden gedeputeerde staten en eventueel de Kroon het wel voor
U gedaan. U hebt het niet gewild en het aangedurfd de critiek - die
te wachten was - te aanvaarden. Te beoritiseeren is er altijd. Ook
ik kan het niet altijd eens zijn met uw besluiten, hoe goed bedoeld
ze soms ook mogen zijn. Immers, de personeels belasting, die U eerst
met 70% wilde verhoogen, laat U geheel met rust, om nu met een ver
hooging van de straatbelesting van 2 tot 3 procent der huurwaarde
te komen. Mijnheer de Voorzitter, ik zou U willen vragen, of uw ge
acht college de gevolgen, hieraan verbonden, overzien heeft. U ver
hoogt, wat natuurlijk toe te juichen is in dezen tijd van malaise,
niet de industrie. U vergeet echter, dat er naast deze industrie
nog andere takken van bedrijf en, misschien druk ik me verkeerd uit,
van ontspanning bestaan, die door deze verhooging hard, zeer hard
getroffen wordenOm direct mijn laatste uitdrukking te motiveeren,
wi ik beginnen bij de ontspanningsgelegenheden. Ik bedoel hiermede:
jeugdhuizen, meisjes- en jongenspatronaten, militaire vereenigingen
enzoo/oorts. U, zoowel als de geheele raad, zal met mij eens zijn
dat juist deze instellingen het meest door de crisis getroffen wor
den. Immers, de donateursgeldon zijn veel en veel minder; de leden
betalen weinig of geen contributie en toch wordt van deze instellin
gen^ juist in dezen tijd veel en heel veel gevraagd.
ü.en tv/eede categorie, Mijnheer de Voorzitter, die door deze ver-
hoogmg der straatbelasting zwaar getroffen wordt, is die der tuin
ders. Het spijt me steeds op hetzelfde thema te moeten voortborduren;
de crisis treft hen zeer zw?,ar. Wanneer we zien, dat hun producten
op de veilingen niets opbrengen, dat van sommigen reeds de bedrijven
verkocht werden, dat reeds eenige jaren achtereen anderen bij onze
gemeente oai steun aankloppen, dan is het toch ongerijmd, dat U hun
bedrijven ik zeg bedrijven en niet huizen, nog zwaarder gaat be
lasten. Dat is: met een hanc". geven, met de andere terugnemen!
De middenstand wordt door uw geacht college in deze ook nog steeds
voor vol aangezien en, alweer hetzelfde, de laster door de crisis
op hen gelegd, vergeet U. U vergeet, dat er v?r hen, die voor eenigen
vermogensbelasting aangeslagen waren, nu komen om
onderstand of steun. Spreekt dit geen boekdeel en? Waar gaan we heen"?
ZIIk+a handfling vaJ1 dezen Poet der begroot ing houd ik dan ook het
recht daarop terug te komen.
noi?Ien WiVï nSg terugkomen op eenige tekortkomingen van uw geacht
f in het afgelooper jaar. le. Vorig jaar heeft de wethouder
I oT.gw^een£eK ?n 5°l00fd' dat het Ketelbaantje (van de Bloemkool
naar „alschebasn)dac er toen alreeds zoo slecht uitzag, in overleg