- 12 - heeft. De heer FRANKEN steunt het voorstel van den heer Boschman, en hoopt dat men uit waarcleering voor het werk der Zusters, de subsidie op f.3,per kind zal handhaven. De heer BEKKER zegt het ook volkomen eens te zijn met het voor stel van den heer Boechman. Waar sprekers meening is het gemeente bestuur verplicht om te zorgen, dat het bewaarschoolonderwijs zoo goed mogelijk geregeld is en dat kan niet, wanneer op deze subsidie nog meer bezuinigd zou worden. De heer WALDER ie het er ook niet mee eens, dat op dezen post nog verder bezuinigd wordt, en hij steunt daarom het voorstel van den heer Boschman. De heer BOSCHMAN wil nog even een klein verzuim herstellen. Hij heeft in zijn betoog vergeten de Fröbelschool te noemen, en daar voor geldt natuurlijk hetzelfde wat hij ten aanzien der andere bewaarscholen gezegd heeft. .Tethouder MEERBACH zegt dat het belang van dezen post mogelijk aan zijn aandacht ontsnapt is. Hij is er echter van overtuigd, dat deze subsidie inderdaad niet verlaagd kan worden, en neemt daarom persoonlijk het voorstel van den heer Boschman over. De heer JUTEN wijst er op, dat door de Zusters reeds aan de moeilijke tijdsomstandigheden is tegemoet gekomen door de school gelden te verlagen. Wanneer nu ook de subsidie verlaagd wordt, zou dat voor de betrokken scholen een dubbel nadeel beteekenen, en daarom kan spreker zich met het door B W gedane voorstel tot ver laging der subsidie niet vereenigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van den heer Boschman besloten de subsidie op f.3>Per leerling te handhaven. Hoofdstuk VIII -par.lB. Nijverheidsonderwijs. Volgnummer 281. Subsidie voor scholen voor het lager nijver heidsonderwijs. Hierbij komt tegelijk in behandeling punt III van de agenda: VOORSTEL TOT HET VERLEDEN VAN EEN SUBSIDIE, GROOT f.BOO.—IN DE KOSTEN VAN ESN CURSUS TER OPLEIDING VAN WERKLOOZE MEISJES TOT D1 KN3TB0DE7~VQ0R HST JaaR 1937. (Verzameling 1936 nr.169. De heer JUTEN is van meening, dat het in het belang der gemeen schap zal zijn, wanneer een betere regeling ten aanzien van het nijverheidsonderwijs tot stand komt. De heer VAN HASSELT wijst er op, dat indertijd uit bezuinigings- oogpunt de driejarige cursus aan de ambachtsschool is teruggebracht tot een tweejarige. Spreker acht het wel gewenscht, dat bij de regeering stappen worden gedaan om dezen cursus weer in een drie jarige omgezet te krijgen. De heer SCHUYL wil er naar aanleiding van het door B W gegeven antwoord cp wijzen, dat het niet de bedoeling is, dat alle leer lingen, die van de lagere school komen en geen u.l.o, of m.o. gaan volgen, naar de ambachtsschool moeten om een vak te leeren. Velen zullen daar niet eens geschikt voor zijn. Overigens is spreker het er mee eens, dat het nijverheidsonderwijs door de regeeringsmaat- regelen ernstig getroffen is en dat het alleszins wenschelijk is om bij de regeering aan te dringen, dat de vroeger bestaande drie jarige cursus weer wordt ingevoerd. Daarbij zou dan gewezen kunnen worden op het funeste van een tweejarigen cursus, waardoor dei leer lingen niet voldoende kennis kan worden bijgebracht en dit vanzelf- sorekend ook een nadeeligen invloed zal hebben op de industrie. De heer FRANKEN is het er volkomen mee eens, dat een tweejarige cursus voor de ambachtsschool niet voldoende is, en deze weer in een driejarige behoort te worden omgezet. Spreker is ook van mee ning dat het wenschelijk is om te trachten aan de ambachtsschool een werkgelegenheid te krijgen voor de jongens die van de lagere school komen en geen verder onderwijs volgen. De heer VERLINDEN zegt zich in deze geheel te kunnen aansluiten bij hetgeen hieromtrent door de vorige sprekers naar voren werd gebrach t. De heer VAN KAAM zegt als bestuurslid van de ambachtsschool te kunnen mededeelen, dat door het bestuur reeds alle moeite is ge daan om den driejarigen cureue te handhaven, doch men heeft daar van de regeering geen goedkeuring voor kunnen krijgen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 59