dat deLPLlrkSrworLfgekoSrtïnVfdfeelen' ff*1*"» iE'
/pj? TWEEDE VERGADERING.
Vrijdag 15 Januari 1937> ^.es avonds 8 uur.
Voorzitter: de heer Mr.Drs.P.A.F.Blom, burgemeester.
Aanwezig de heeren 0.Dielissen,B,Kruize,P,F.van Kaan,M.P.Franken,
J.B.Meerbach,Adriaan JutenCJ.A.M.VerlindenJoh.SohuylJos.de Moor
J.P .BekkerS.A.Muster s ,M. J. Schef f elaarHc Wal derF.,Broekmans,E A.G.
Kiepe,Th.Boschman en J.van Hasselt.
Afwezig de heeren Demmers en Becht wegens ziekte.
Secretaris: de heer J.A.van de Wouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde de voort
zetting der behandeling van de begrooting voor het dienstjaar 1937.
De heer VERLINDEN vraagt het woord over de orde en spreekt als
volgt:
Mijnheer de Voorzitter. Wij allen nebben gisterenavond het zeer
pijnlijke incident medegemaakt tusschen U, Mijnheer de Voorzitter,
en ons medelid, den heer Mr.J.van Hasselt. U hebt den heer ven
Hasselt op deze zeer grievende en beleedigende uitlating wol af
doende van repliek gediend, maar ondanks dat, hebben ik en vele leden
van den raad zich aan de voor U diep krenkende beleediging zeer ge—
ergerd. Ik heb daaraan gisterenavond nog geen uiting willen geven
omdat ik hoopte, dat ï/ir.van Hasselt, die toch door wil gaan sis een
fatsoenlijk man, zooveel fatsoen zou hebben gehad, dat hij deze
grievende beleediging, en dan nog wel geuit tegenover een collega
zou hebben terug genomen. Niet alleen is de beleediging gelanceerd
door Mr.van Hasselt, hier in den raad met verontwaardiging beluis
terd, maar ook daar buiten hebben vele ingezetenen het ontreden van
Mr.van Hasselt ten sterkste gelaakt.
Ik meen, dat de raad aan zijn prestige en uit eerbied jegens zijn
voorzitter verplicht is, uiting te geven aan zijn verontwaardiging.
Daarom dien ik dan ook de volgende motie van afkeuring in, met het
verzoek, Mijnheer de Voorzitter, om deze motie bij voldoende onder
steuning in stemming te willen brengen:
"De raad der gemeente Bergen op Zoom,
in openbare vergadering bijeen op Vrijdag 15 Januari 1937,
kennis genomen hebbend van de meer dan diep beleedigende en
hoogst grievende uitlating van het lid Mr.Jan van Hasselt,
geuit aan het adres van don Voorzitter van onzen raad,
keurt de gedane uitlating van meergenoemd lid ten sterkste af
en gaat over tot de orde van den dag,
^VOORZITTER zegt de goede bedoeling van den heer Verlinden ten
ffan^Ür,"^vSr£erei\' maar hi;j Selo°ft toch dat het voor den goeden
Q r 1B' ™neer heer Verlinden zijn motie zou
ntrokkenSpreker zou ook dat op prijs stellen.
heer VERLINDEN zegt er geen bezwaar tegen'te hebben zijn motie
in te trekken wanneer de Voorzitter daar prijs op stelt. Hij zal
dan de motie terug nemen, maar meende toch een en ander even'naar
voren te moeten brengen. a
is DLh°5p H^S?^T,is het met den Voorzitter eens, dat het beter
at de heer Verlmden zijn motie achterwege laat Ter wille vara
den goeden gang van zaken zal spreker zich bi? van oen
Voorzitter neerleggen en op deze zaak niet verder inraanandere'
zouden er wel eens_hardere woorden kunnen vallen,
mp+ !n - dan no® enkele mededeel ingen doen in verband
ir, n jP °Pmerlc:Lngen, welke in de vergadering van gisteren gemaakt
viS*H°P d?-Jerste Plaats betreffende Met aanschaffen^^pens
betroft, ward spreker medegfdee^'defdeze'gSfgeld'
dlglafi? 26 nl8t Datr^IsïetToo-
voor aanvulling van het materieel voor zoover dit noodi? i!
het parkeeren m de Oranje Nnssaustrpnt hpfr-Pft
S0HUÏ1 heeft met genoegen gelezen, datTI pian zijn