- 8 - Daar het voorstel van den heer Weijts voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt verworpen met 8-7 stemmen. Vóór stemden de heeren Wei j tsBroekmansvan HasseltSchef felar.r, Juten,van Kaam en Becht. Tegen stemden de heeren Krui ze,van HalschuylVerlinden,Bosch man BekkerWalderen Franken De post wordt hierna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Ka-pitaaldienst Hoofdstuk IIAlgemeen beheer. Volgnummer Kosten restauratie voorgevel stadhuis.. De heer BECHT wijst oo het eigenaardige in deze zaak, dat wei- voorwaarden gesteld zijn voor wat de betaling betreft, ma,ar niec ten aanzien van de levering. Spreker vraagt zich af, wat er gedaan moet worden, wanneer de beelden door onvoorziene omstandigheden niet geleverd zouden kunnen worden door degene, aan wien de op- dracht gegeven is, terwijl de centen al betaald zijn. De VOORZITTER zegt toe alsnog te zullen informeeren waar de beelden blijven. De post wordt hierna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Wethouder MUSTER3 vraagt nog het woord voor een persoonlijk feit Haar aanleiding van de opmerking van den heer Weijts betreffende de levering van wielen voor de brandladder, zou spreker den heer Weijts on den man af willen vragen, of deze van meening is, dat in die zaak door toedoen van spreker een familielid is bevoordeeld? De heer WEIJTS zegt zulks niet beweerd te hebben. Hij heeft de opmerking gemaakt, dat men moest oppassen voor praatjes in die- richting Wethouder MUSTERS zegt dat de heer Weijts toch niet zal ontken nen, dat hij met zijn opmerking op spreker doelde. Spreker heeft reeds uiteengezet, dat hij van die zaak niets afwist, en in verband daarmede zou hij graag van den heer Weijts vernemen, of deze het heeft aangevoeld als zou spreker hiermede een zijner familieleden hebben bevoordeeld. De heer WEIJTS zegt het niet als zoodanig aangevoeld te hebben en het ook nu nog niet zoo aan te voelen. Het heeft de commissie echter verwonderd, datniettegenstaande de uitspraak van den direc teur van openbare werken dat de geleverde wielen niet aan de voor waarden voldeden, deze toch in opdracht van het college moesten worden aanvaard. Daarbij kwam nog, dat de ter inzage gelegde be scheiden betreffende deze aangelegenheid zeer vaag waren. Spreker wil echter royaal zijn en de hieromtrent gemaakte opmerking voor wat het persoonlijke betreft, terug nemen en als zijn over tuiging uitspreken, dat wethouder Musters van deze heele zaak te voren niets afwist. De heer BECHT spreekt nog zijn waardeering uit voor het vele werk, dat betreffende het onderzoek der rekening door den heer Juten als voorzitter en den heer Weijts ale rapporteur is gedaan. Spreker is er van overtuigd, dat al het persoonlijke in het betoog van den heer Weijts achterwege zou zijn gebleven, wanneer deze nog de gedegenheid had gehad het oordeel der commissie daaromtrent in te winnen. De heer SCHUYL zegt hierop reeds gewezen te hebben. Waar do he,.- Weijts echter nog wat onervaren is in deze, wil spreker het hen gaarne vergeven. De heer WEIJTS zegt het door den heer Schuyl aangehaalde motief geenszins op prijs te stellen. Overigens meent spreker in deze zijn plicht te hebben gedaan. De VOORZITTER vraagt den heer Weijts om nu ook nog terug te neme de passage betreffende den ambtenaar, die het antwoord van B W zou hebben gemaakt en daarbij opmerkingen zou hebben gemaakt, welke geen enkele rijksambtenaar zich b.v, ten opzichte van de rekenkamer zou durven veroorloven. De heer WEIJTS leest de betreffende passage nog even voor on blijft van meening, daarmede niets verkeerds gezegd te hebben. De VOORZITTER is het daar niet mee eens en wijst er nogmaals op. dat het antwoord niet van een ambtenaar is, maar van het college van B W, hetwelk er ook de geheele verantwoordelijkheid voor draagt. Waar de raad thans aan het einde van de behandeling der gemeenterekening gekomen is, wil ook spreker nog dank brengen aan de commissie van onderzoek voor het vele werk, dat zij in deze ver-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 351