46 on het eene "bedrijf wat meer winst gemaakt wordt dan geraamd was en op het andere wat minder. Wanneer men de verschillen dan tegen elkaar laat wegvallen, zal het geraamde hedrag toch aan de_ gemeente uitgekeerd kunnen worden. Bij de berekening, welke de commissie ge maakt heeft, kwam vast te staan, dat door de bedrijven f,2500, minder winst gemaakt werd en nu wordt dat bedrag eenvoudig ook minder uitgekeerd aan de gemeente. Soreker wijst er op, dat het maken van een mindere winst ook het gevolg kan zijn van een grootert ms.gazijnvoorraadWaaneer er op 1 Januari 193^ een voorraad was van f.30,000,dan is deze nu misschien f.2500,hooger. Dat is heel goed mogelijk, zegt soreker, daar volgens de boekhouding der be drijven ook de aankoopen voor het magazijn uit de gewone middelen betaald worden. Zoo heeft spreker gezien, dat er voor f.2100,-- ijzer aangekocht is, hetgeen waarschijnlijk voldoende is voor 4 of 5 jaar. Men heeft echter het geheele bedrag in rekening gebracht en dit kan dus mede aanleiding geweest zijn voor de mindere winst. Wethouder MEERBACH merkt op, dat dit laatste niet mogelijk is, omdat dergelijke zaken verdisconteerd worden in de balans, en de winst- en verliesrekening. Spreker vraagt, of het de bedoeling van den heer Weijts is dat, wanneer b.v. op de bedrijven een verlies zou worden geleden van f.10.000,terwijl 00 de begrooting een winstuitkeering van f.5000,was geraamd, dit laatste bedrag dan toch door de bedrijven aan de gemeente zou moeten worden uitgekeerd niettegenstaande het geleden verlies7 Met zijn gezond verstand kan spreker een dergelijke redeneering niet begrijpen. De heer WEIJTS wil daartegenover opmerken, dat men de gemeente toch erg in impasse zou kunnen brengen wanneer het groote bedragen zou betreffen, welke als winstuitkeering waren geraamd en niet zou den worden uitgekeerd. Wethouder MEERBACH wil de onjuistheid van den gedachtengang van den heer Weijts met een voorbeeld uit het particuliere bedrijf aan- toonen. Nemen we aan, zegt spreker, dat de heer Weijts het voorneme gemaakt heeft in 1938 in z'n zaak een winst te maken van f.5000, en daarvan een bedrag van f.3000,— voor een bepaald doel uit te keeren. De zaak gaat echter zoo, dat geheel en albuiten den wil van den heer Weijts er door omstandigheden geen winst gemaakt wordt maar zelfs nog verlies wordt geleden. In dit geval zal tochnie mand van den heer Weijts verlangen dat hij de voorgenomen uit- keering van f.3000,alsnog zal doen. Precies hetzelfde is het nu met de bedrijven, en spreker acht het dan ook in de verste verte niet tolereerbaarwanneer de raad zich-op hst standpunt zou stel len, dat,ongeacht de uitkomsten van het bedrijf, de geraamde winst toch moet worden uitgekeerd. De heer WEIJTS blijft bij zijn meening, welkevolgens zijnmede- deeling gedeeld wordt door een ander deskundige in de commissie. De heer VAN HASSELT meent, dat de geraamde winstuitkeering be schouwd 2ou kunnen worden als een soort garantie voor de gemeente. Da VOORZITTER merkt op, dat elke begrootingspost slechts een raming is, welke mee- of tegenvallen kan. De SECRETARIS wijst er op, dat hetgeen de heer Weijts wil, vol gens de bestaande voorschriften en vei"ordeningen niet mogelijk i6. Ook prpctisch is het niet uitvoerbaar tenzij besloten werd om de meerdere winst dan het geraamde bedrag in een speciale reservekas te storten, teneinde daaruit de bedragen te putten welke noodig zouden zijn wanneer eventueel de geraamde winst niet bereikt zou worden. Ook hiervoor zou het echter noodig zijn de bestaande voor schriften te wijzigen. par.2. Grondbedrijf. Lidmaatscïïap B.B.N. De VOORZITTER wijst er op, dat dit lidmaatschap zeer voordeelig is voor de gemeente, omdat de hiervoor uitgegeven kosten dubbel en dwars terug komen door de borden welke op het wegtraject Moerdijk - Borgen op Zoom zijn geplaatst en van bondswege onder houden worden. De heer VAN HASSELT merkt op, dat het bord onder Roosendaal niet goed geplaatst is. De VOORZITTER zegt dat daarop reeds de aandacht is gevestigd en het veranderd zal worden. De post wordt hierna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 349