- 4-1+ - De heer WEIJTS blijft ten aanzien van de vraag of de verlichting in het pand Nieuwstraat 5 zonder voorkennis van den raad mocht wor den aangebracht, vooralsnog bij de meening, zooals die in het rap port der commissie tot uiting is gebracht. Overigens Ie spreker v&n oordeel, dat de kosten van aanleg dier verlichting ad f.90,21 wel degelijk een kan it aal suit gave betreft. Als men ziet, dat bij de bedrijven wel veel kleinere posten op den kapitaal dienst worden geboekt, dan is daal" naar sprekers meening voor dit bedrag toch zeker geen bezwaar tegen. Wethouder MEERBACH heeft nu al enkele malen de opmerking gehoord^ dat bij de bedrijven meermalen zeer geringe bedragen op den kapitaal dienst worden geboekt. In verband daarmede zou Bpreker daar wel graag enkele voorbeelden van naar voren zien gebracht. De heer WEIJTS zegt die voorbeelden nu niet direct met name te kunnen geven, maar bij het onderzoek der boeken heeft de commissie diverse posten gezien van één of enkele guldens, welke op den kaci- taaldienst geboekt waren. Spreker maakt er een voorstel van, om het bedrag ad f.90,21 op den kapitaaldienst te brengen. De heer SCHUYL wil zijn stem motiveeren. Hij wijst er op, dat men in de commissie het niet eens was omtrent de kwestie, in welken vorm de vraag -betreffende het aanbrengen der verlichting aan het college gesteld zou worden. Naar sprekers meening had het college deze uitgave gedaan zonder goedkeuring van den raad. Nu weet hij wel, dat men een gebouw niet zonder verlichting kan verhuren omdat het dan niet voldoet aan redelijk te stellen eischen, maar toen het voorstel om het pand te verhuren in den raad kwam, werd door den wethouder van openbare werken uitdrukkelijk medegedeeld, dat geen kosten door de gemeente aan het gebouw behoefden te worden gemaakt en het zonder meer in den bestaanden toestand werd verhuurd. Spre ker heeft tegen den aanleg dier verlichting op zichzelf geen be zwaar, maar z.i. had zulks dan aan den raad medegedeeld moeten worden. Spreker is er niet voor, om dezen post op den kapitaal- dienst te brengen en zal daarom tegen het voorstel van den heer Weijts stemmen. De heer BEGHT wil de kwestie of de uitgaaf al dan niet terecht is gedaan, buiten beschouwing laten. Bij spreker gaat het hier om het principe, en dan is hij van meening dat, nu deze uitgaaf een maal is gedaan, zij ook op den kapitaaldienst thuis behoort. Wethouder DE MOOR licht een en ander nader toe en zegt, dat bij de verhuring van het gebouw daar een lichtleiding aanwezig was. Spreker baseerde zijn mededeeling aan den raad dat er geen kosten gemaakt behoefden te worden op de meening, dat voor de verlichting van het gebouw er niets behoefde te gebeuren dan het maken van een gewone aansluiting. Toen hiervoor aan de bedrijven opdracht werd gegeven, bleek de leiding niet te voldoen aan de bestaande voor schriften en werd zij daarom afgekeurd. Door de verkenners werd daarna herhaaldelijk verzocht om verlichting van het gebouw en het college heeft gemeend daaraan te moeten voldoen. Dat de kosten van don nieuwen aanleg echter f.90,zouden bedragen heeft geen der loden van het college zich voorgesteld en een dergelijk bedrag was dan ook geheel buiten onze verwachting. Wat de uitgaaf zelf be treft, merkt spreker op, dat dergelijke uitgaven van betrekkelijk kleine bedragen steeds door het college gedaan worden zonder voor afgaande goedkeuring van den raad. De heer WEIJTS heeft nu gehoord, dat er in het gebouw reeds een lichtleiding was, en deze werd vernieuwd omdat de bestaande leidin/ niet meer aan de voorschriften voldeed en afgekeurd werd. Naar sprekers meening is het hier dsn eigenlijk een kwestie van gewoon onderhoud Wethouder DE MOOR zegt dat het zoo opgevat zou kunnen worden. Wethouder MEERBACH is het daarmede niet eenB en zegt dat dooi de bedrijven een geheel nieuwe leiding is aangelegd. De heer WEIJTS blijft van meening, dat de uitgaaf dan ook op don kapitaaldienst behoort en handhaaft daarom zijn voorstel. Daar het voorstel van den heer Weijts voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt verworpen mot 8-7 stemmen. Vóór stemden de heeren WeijtsBroekmans,Verlindenvan Hasselt, ScheffelaarJuten en Becht. Togen stemden de heeren Krui ze,van HalSchuylBoschman,Bekker Walder,van Kaam en Franken. J" S. f;

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 347