sïïii sss:** Sé Srira^tSjIn'vShft'gaethuiB als zijnde -t 39 - Sr is xb zelfs eenige jaren geleden door het gemeentebestuur aan het college van regenten gevraagd, of het uit de geldmiddelen van het algemeen burger gasthuis niet een paar ton kon leenen. Al deze voorbeelden zijn toch moeilijk te rijmen, zegt spreker, met de opvatting, dat het gasthuis is een gemeente-instelling, waar de raad heer en meester over is. Ook bij het maken van overeenkomsten voor de levering van gas, water, electriciteitbij de rioleering, enz. wordt het gasthuis behandeld als iedere particulier in de gemeente en ontvangt het de minste reductie, zooals te doen gebruikelijk is bij gemeente instellingen. t5 O Vif a .Spreker kan zich dus niet vereenigen met het idee van B w, ac het "algemeen burger gasthuis een gemeente-instelling is, w^xvan eenige personen, o.a. de amanuensis, pensioengerechtigd en pensioe,.. plichtig zou zijn, en de stichting dus ook üe?810®neJ1Jd^fero?ïeae moeten betalen. Het heeft sureker dan ook verbaasddat direct na zijn ontreden een dergelijke belangrijke beslissing £eeft durven nemen waar het toch kon weten, dat het vorige college steeds geweigerd heeft die gelden te betalen en de zaak eenvoud:ig 1 rusten. Zooals de heer van Hasselt re.eds opmerkte J8 de oolieo-e eenomen beslissing heel gevaarlijk, omdat thans de vraat, gestild 1ou kunnen worden°wle tenslotte het door de gemeente betaald bedrag aan haar zal moeten terug betalen. beide Be heer BOSCHMAN zegt met groote belangstelling naar de de vorige sprekers te hebben geluisterd en het^S^eje volkomen een te zijn met het ge sprokene\an de heeren van Hasselt en Juten. Ook spreker is van meening, dat het algemeen gas S gemeente-instelling is. Overigens zal spreker jle voorzitter het college van regenten van het algemeen burger gasthuis deze zaak niet verder ingaan. De heer VAN HASSELT: Daarin hebt U groot gelijk. De heer WALDER zegt er nog steeds van overtuigd te zijn. rrp-ippn bnre-er easthuis een semi-gemeente-instelling is. Spreker Slff SaaSnfflSSi wat stukken geraadbleegd en hetgeen sedert 18R5 betreffende deze instelling kon worden opg hebben nagzien. Toen in 1855 de armenwet in werking traci, >or ged. staten aan het toenmalige college van B JJL^tS'MMtTöörd weivp categorie het gasthuis behoorde, on daai ov) s -k v* zooSs Stgde betreffende stukken blijkt, dat het gasthuis behoorde onder de instellingen van weldadigheid bedoeld bij artikel 2^s van de armenwet. Als de ongave van die dagen juist is, dan ^h®.g naar sorekers meening niet aan getwijfeld w°^den, a d t een o-emeentelijke instelling is. Het is juist, zegt sprekeraax er nadien in de samenstelling van het college Lt verandering gekomen is en dat ook thans °ij J® g meening college - tot welk gedeelte spreker niet behoort -de meening hee-scht dat de indertijd gedane opgave niet juist ie, maar di aan hetgasthuiszooale de heei' Juten oumerkteheeft naar oorakers oordeel nietb met de zaak te maken ofschoon soreker er van overtuigd is, dat, als g huis eens in minder gunstige omstandigheden zou tornen en d eroloitatie verlies zou worden geleden, _de tekort komende geia door de gemeente zouden moeten worden bijgepast evena s het buLSliik armbestuur het geval is. Ook het burgerlijk arm bestuur doet uitgaven zonder daarvoor de toestemming v n t, gen?egeno?SUde opmlrSng', dat het gemeentebestuur niets te«eggen heeft over de rekening en begrooting van het gasthuis "J e„ dat het daarin geen wijzigingen kan aa^®nf®n£ea*ootiS van het rtn+ 71]1 kq QOv ^et geval is met de rekening en begrooiing van ISgl—"nsteiling -nf°-f-S1preZkfr tiet] da? ETool, tWaïtenbebsI?feïng liet eens iezich tege, d!f betöïnf ateeds is blijven verzetten, maar z.i. zal tenslot,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 342