-T 38 - ker gezien, dat er heel wat instellingen staan vermeld, die onder datzelfde artikel der armenwet vallen en dus ook als gemeentelijke instellingen zouden moeten worden beschouwd. Spreker heeft zich naar aanleiding daarvan de vraag gesteld of ook de menschen, die aan die instellingen werken, niet pensioenplichtig of pensioen gerechtigd zijn en of we straks niet de kans loooen, dat b.v. de concierge van de StVincentiusvereeniging ook om pensioen komt en dat de gemeente daar weer voor zal moeten gaan betalen? Op die manier zou de gemeente nog heel wat te betalen krijgen. Spreker wijst er op, da.t indertijd door ged. staten aan het gemeentebestuur gevraagd is, onder welke categorie van instellinger het gasthuis gerekend moest worden. Daarop is toen geantwoord, dat het viel onder de instellingen van weldadigheid ingevolge art.3 der armenwet en mitsdien als een gemeentelijke instelling moest worden beschouwd. Mogelijk heeft het college toen de consequenties van dat besluit niet overzien, en zeer zeker niet voor wat betreft de pensioenplichtigheidmaar dat doet aan het feit zelf niets a- Bovendien is er nog een groot verschil tusschen een gemeentelijke- on een gemeente—instelling, zooals b.v. de gasfabriek en het watt - leidingbedrijfDat verschil wordt door het college blijkbaar ge heel over het hoofd gezien. Naar sprekers oordeel is het algemeen burger gasthuis niet zonder meer te beschouwen als een onderdeel van. de gemeentehuishouding, hetwelk namens B W beheerd wordt, maar is het een zelfstandige instelling, een stichting, waarvan het bestuur niet uit naam van het gemeentebestuur, maar uit eigen hoofde als zoodanig het beheer voert. De machtigingen, welke het algemeen burger gasthuis ingevolge de 3e afdeeling van de armenwet noodig heeft, gaan ook niet uit van het gemeentebestuur, maar van ged.staten. Wanneer de wet het gasthuis in alle opzichten afhanke lijk had gesteld van het gemeentebestuur, dan zou mogelijk voor de zienswijze van het college van B W iets te zeggen zijn, maar dat is hier volgens spreker niet het geval. Dat de benoeming van het college van regenten en van een ambtenaa.r als den amanuensis door den gemeenteraad moet geschieden, is ook geen bewijs, dat het gasthuis een gemeente-instelling zou zijn. In dit verband wijst spreker op een arrest van den Hoogen Raad van I85Iwaarin uitdrukkelijk is vastgelegd, dat een benoeming door den raad ni® is een daad van regeling of bestuur, maar alleen te beschouwen is als uitoefening van toezicht. Tal van voorbeelden, zegt spreker, zijn op te sommen, waaruit blijkt dat het algemeen burger gast uie een afzonderlijke stichting is en geen gemeente-instelling. Wanneer het gaat om den verkoop van vaste goederen, dan word daartoe de toestemming vereischt van ged.staten, niet van het gemeentebestuur. Hetzelfde is het geval, wanneer het gasthuis, b.v. voor uitbreiding, wil beschikken over belegde kapitalen. Het algemeen burger gasthuis wordt door de gemeente niet gesub sidieerd noch heeft de gemeente gelden beschikbaar gesteld voor de instandhouding. Daarom worden de begrootingen en rekeningen ook niet krachtens de gemeentewet, maar krachtens de armenwet aa.i de goedkeuring van den gemeenteraad onderworpen. De gemeenteraad heeft daarbij niet de bevoegdheid, zooals b.v. bij de begrootingen der bedrijven als gasfabriek, openbare werken, enz. om iets aan de begrooting van het algemeen burger gasthuis te wijzigen. Hij kan die begrooting slechts goed- of afkeuren en verder niets. 7oor het bouwen van het gebouw voor besmettelijke ziekten heef' de gemeente toestemming gevraagd aan het algemeen burger gasthuis «Tanneer de gemeente baas was, dan nam de raad eenvoudig derge lijke besluiten zonder meer. "De gemeente wenschte de verouderde polikliniek van de Korte meestreet over te brengen naar het gasthuis en zij vroeg de toe stemming a&n het college van regenten Deze Saven nie£ fj*1®®"jj medewerking, maar hebben zelfs het kapitaal voor den bouw erven "ds verpleging geschiedt door de Eerwaarde Zustere. Hiervooi ia een overeenkomst gemaakt tusschen de stichting J1®®111®®" gasthuis en de Eerwaarde Zusters. De gemeente staat daar buit n. De tarieven voor de verpleging worden door het college van regenten van het algemeen burger gasthuis vastgesteld. Het, ge me ent e be stuur heeft daarover geen zeggenschap, zooals het dat b.v. wel heeft bij het vaststellen der prijzen van gas, water electriciteit

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 341