34 - ben B W daarmede naar sprekers meening zeer verkeerd gehandeld en hadden zij z.i. eerst deze aangelegenheid wel eens in den raad kunnen bespreken en zien of niet een andere financieele politiek gevolgd diende te worden. Spreker begrijpt wel, dat het college in zak en asch gezeten heeft en niet geweten heeft op welke manier de zaak op te lossen. Inplaats van nu bij den raad te komen, gaat het onmiddellijk naar ged,staten en vraagt toestemming om het tekort weg te werken door het in z'n geheel over te brengen op den kapi- taaldienst van de begrooting voor 1938* Wethouder DE MOOR zegt dat dit niet juist is. De heer JUTEN merkt op, dat de heer de Moor wel kan zeggen, dat dit niet juist is, maar naar sprekers inzicht moet het toch zoo ge gaan zijn. Immers ged. staten doen uit zichzelf geen voorstel zoo als hier door den Voorzitter voor het wegwerken van het tekort is aangegeven, en men heeft dat college dus in die richting moeten informeeren. Wanneer de raad nu op dat voorstel ingaat, dan zal straks door ged.staten geordonneerd worden dat op korten termijn moet worden geleend, b.v, voor 5 jaren, met het gevolg, dat onze begrootingen de volgende 5 jaren jaarlijks zullen worden belast met eon bedrag aan aflossing van f.8000,plus rente. Dat vindt spre ker niet juist Spreker betreurt het dan ook, dat B W zich kanten tegen de voorstellen welke door de commissie gedaan zijn en die voor ieder een duidelijk zijn. Spreker is er van overtuigd, dat bij aannemen van die voorstellen, ged.staten er ook hun goedkeuring aan zullen verleenen en er een veel betere oplossing door zal worden ver kregen. Hij hoopt dan ook, dat de raad zich met de voorstellen der commissie zal vereenigen, temeer waar de commissie toch niets bij zonders vraagt. Wat die f.11.000,extra-reserve van de gemeentebedrijven be treft, meent spreker, dat de rapporteur daaromtrent toch duidelijk genoeg geweest is. Dat is een winst, zegt spreker, die toch eigen lijk gedurende jaren aan de gemeente onthouden is en welke de ge meente nu heel goed gebruiken kan om het tekort op de rekening te verminderen. Verschillende andere posten zijn nog door den rappor teur aangehaald en in normale omstandigheden zouden we daar niet over gesproken hebben, maar zijn daar nu Wel toe gedwongen in ver band met de groote moeilijkheid om de begrooting kloppend te maken. Wanneer de raad overeenkomstig de voorstellen van de commissie be sluit, dan zal het tekort van f.44-000,tot f.22000,kunnen wor den teruggebracht en als dan ged. staten ook nog goed vinden, dat dit laatste bedrag op den kapitaaldienst wordt gebracht met de be paling er een leening op korten termijn voor aan te gaan, dan heb ben we in ieder geval bereikt, dat de eerste vijf jaren niet een bedrag van f.8000,maar een van f.4000,plus rente drukken zal. Dat is ook in het belang der gemeenschap, want deze zal strak© d.e belastingen moeten opbrengen. Het is wel gemakkelijk om te zeg gen dat we nog niet aan den top zijn voor wat die belastingheffing betreft, maar dat behoort niet te worden uitgemaakt door de heer i in Den Haag, maar door de gemeenschap van Bergen op Zoom zelf. Wxt', de belastingbetalers, moeten het betalen, zegt spreker, en wij zui len dus ook moeten uitmaken, of we het nog betalen kunnen. Als men spreker vraagt, of we hier aan den top staan ten aanzien der belas tingen, dan verklaart spreker hier, dat ieder goedwillend belas- tingbetaler niet meer kan opbrengen dan hij nu reeds doet. Het gah- dan ook niet aan, hier zonder meer met voorstellen tot belasting- verhooging te komen en spreker zal zich daar bij de behandeling do begrooting dan ook met kracht tegen verzetten. Spreker wijst er op dat hetgeen door den heer Weijts naar voren gebracht werd, geheel in sprekers geest is, terwijlhet antwoord van B W hem geenszins bevredigt. Hoe de heer Verlinden, die hut rapport der commissie toch ook mede onderteekendedan ook kan zeg gen, dat bedoeld antwoord hem heeft bevredigd inplab van er zich door beleedigd te achten, is voor spreker onbegrijpe lijk. Spreker vindt het antwoord van B W meer dan treurig en niet zakelijk. Door het antwoord van B W was er naar sprekers meening ook niet aan te ontkomen dat aan het betoog van den heer Weijts enkele scherpe kanten waren. De heer WALDER zegt met belangstelling geluisterd te hebben naar het betoog van den heer Weijts. Gezien het rapport der commis sie en het antwoord van B ff, moet het spreker van het hart dat de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 337