- 29 -
uitdrukking bovendien niet parlementair is, kan spreker dit niet
laten passeeren.
Do heer WEIJTS neemt de gewraakte uitdrukking dab terug en zal
deze vervangen door "voordragen". Hij vervolgt dan zijn betoog:
Deze behandeling van den raad door B W verdient mxde grootst
mogelijke afkeuring. Ik protesteer tegen een dergelijke handelwijze
van B W tegenover den raad.
Haar aanleiding van de comer king van B W over het op kapitaal-
dienst brengen van een Lioskast, een K.W.meter en een onderdruk-
boorapparaatheb ik reeds gezegd, dat het voorkomt, dat ook in par
ticuliere zaken dergelijke posten in normale jaren wel uit de gewone
middelen betaald worden. Maar a'1 gebeurt dit, daarom is het nog
niet juist. Een dure Lips< -ladekastwelke oractisch onverslijtbaar
is, kan op kapitaaldienst gebracht worden. Een onderdrukbooraooaraat
dat jarenlang meegaat, is zonder bezwaar op kapitaaldienst te bren-
gen.
Wat den KW.meter aangaat, spijt het mij te moeten opmerken, dat
B W schijnbaar niet weten dat alle meters van de bedrijven op
kapitaaldienst staan, onverschillig of zij geplaatst zijn dan wel
of zij in het magazijn aanwezig zijn. Ik begrijp derhalve nietnoe
B W er toe komen om zelfs maar te willen verdedigen, dat er voor
dezen meter een uitzondering gemaakt kan of moet worden. De admini
stratie van de bedrijven denkt er schijnbaar anders over want Dij
onze controle is gebleken, dat zelfs posten van luttele bedragen
van f.1, f.2.— en f.3,— op den kapitaaldienst gebracht zijn.
Het lijkt het stellen van een machtskwestie. Wij, B W, en nie
mand anders, zullen uitmaken wat op kapitaaldienst komt. Ik hoop,
dat de raad daartegenover zijn meening zal weten te plaatsen.
Over de extrar-reserve bij de bedrijven wil ik het volgende zeggen
De bedrijven hebben overeenkomstig de beheersverordening een reserve
van f.100.000,De door deze f.100.000,gekweekte rente is jaren
lang onder het hoofd extra-reserve verantwoord. In 1934 heeft ®en
dit gestaakt. Nu mag het waar zijn, dat de raad en ged.staten dit
jarenlang hebben gesanctioneerd, maar dit sluit niet uit, dat
toch eigenlijk in strijd is met de beheersverordening. Immers er is
in totaal een reserve van f.100.000,en nu staat nergens, dat m
een extra reserve mag hebben. Het betreft hier dus eigenlij c
gehouden winst, welke aan de gemeente toekomt.
Nu wil ik probeeren aan te toonen, dat de_ gemeentebedrijven
eigenlijk verplicht zijn ons nog f.2500,uit te keeren over 193;
De r/emeentebedri jven hebben op de ontwerpbegrootmg een zeker bed .4
opgenomen, dat als winstuitkeering van de gemeentebedrijven aan de
gemeente wordt begroot. Mede op grond van dit bedrag worden de uit
gaven voor het komende dienstjaar vastgesteld. Blijven nu de ge
meentebedrijven in gebreke ons dit bedrag uit te keeren, dan ko
de gemeentebegrooting in gevaar. Waar ik het wil beschouwen ais e
verplichting van de bedrijven tegenover de gemeente, hebben de be
drijven dezen plicht na te komen. Zoolang echter de gemeenterekening
sluit met een overschot, is er geen reden om op de winstuitkeering
van de bedrijven te letten. Nu zijn de omstandigheden veranderd en
nu hebben de bedrijven m.i. wel den plicht af te dragen het door
hen in uitzicht gestelde bedrag.
Over de inrichting van een lokaal voor denadministrateur va
openbare werken zou ik willen opmerken, dat ditlokaal geheel n
orde was Nu wordt door verandering van bestemming een verbouwing
vereischt. Ik geef toe, dat de verbouwing ^trekkelijk S«£g»«{
maan men moet van het principe uitgaan, en dan speelt het
of men twee lokalen verbouwt tot wethouderskamers f®* meS J:e£e_
andcr lokaal verbouwt tot kantoor voor den administrateur. H_
treft hier het zelfde feit; of de verbouwing in het
f 1100,kost en in het andere geval maar f.300> „-Sr,*. ,ron
feit niets veranderen, daar het in beide gevallen verandering
bestaande lokalen betreft die door verandering van ^temmi g
moeten verbouwd worden. Ik kan en wil dan ook niet 3P
de verbouwingskosten van het privekantoor van den administr teu
niet op kapitaaldienst gebracht kunnen worden. Te meer niet waar
in c"e oorspronkelijke begrooting voor den dienst van 193°
de kosten van deze verbouwing was voorzien. raw
Wet betreft de laatste alinea van het tegenrapport van B
meen ik dat niet B W hier den raad moeten advïseeren over
of niet wijzigen en het al of niet voorloonig vaststellen van de
rekening.