- 28 -
Betreffende het voorstel van de commissie om ongeveer f, 4-000,
over te schrijven van den onderhoudspost voor straten en pleinen
op den kapitaaldienstzou ik de volgende toelichting willen geven.
Uit het grootboek van openbare werken blijkt, welke straten,
trottoirs, enz. in den looo van het jaar herstraat of aangelegd
zijn. Nu is minder gemakkelijk na te gaan uit de rekeningen, welke
de dienst van openbare werken aan de gemeente overlegt, welke
straatwerken op den post "Onderhoud van straten en pleinen" verant
woord worden. Om deze reden hebben wij een lijst van de nog niet
met het gemeentebestuur verrekende werken, welke op 1 Januari 1937
nog in uitvoering waren, gevraagd. Aan de hand van die lijst hebben
wij opnieuw de uitgevoerde straatwerken vergeleken en kwamen daar
bij tot de conclusie, dat de aanleg van een geheel nieuw trottoir
aan den Zuid-Oost singel uit de gewone middelen betaald moet zijn.
Nu voeren B W aan, dat het een bestaand trottoir betreft, maar
ik mag daartegenover zetten, dat een behoorlijk trottoir aanwezig
was, wat men uitgebroken heeft en waarvan men de klinkers zeer
waarschijnlijk gebruikt heeft om de bermen langs de Zoom te straten,
Een nieuw stuk dus, waarvoor men klinkers had moeten koopen, die
wel op den kapitaaldienst thuis behooren. Wil men dus de klinkers
wa.ardeeren en deze op den kapitaaldienst brengen, dan zal men tot
dezelfde slotsom komen. Voor het trottoir zijn nieuwe banden en
tegels gebruikt.
Hoe men het ook keert of draait, door de uitvoering van het
trottoir aan den Zuid-Oost singel zal altijd een bedrag op den
kapitaaldienst moeten komen.
"Ook de bedragen van f.4-00,voor trottoirbanden en nog eens
f .4-89voor levering van trottoirbanden, f.4-00,voor levering
van straatkolken en f.526,voor beplanting Stationsstraat, heeft
de commissie niet aangetroffen op de lijst van in uitvoering zijnde
werken. Mitsdien mag de commissie dus aannemen, dat deze in den
gewonen dienst verantwoord zijn en waar zij zich hiermede niet kan
vereenigen, heeft zij hierbij gevoegd een schatting voor werkloon
en onkosten voor openbare werken en kwam tot de berekening, dat
f.4-000,op den kapitaaldienst gebracht kan worden.
Betreffende het opmaken van een koopa,cte voor den grond, benoo-
digd voor wegverbreeding in het Hal stersche Laag, zou ik de meening
willen vragen van alle deskundigen in dezen raad, en^vragen of de
bcschrijvingskosten van vaste goederen niet steeds bij de aankoop
som worden bijgeteld. Waar hier de practijk dud aankoopsom en be-
schrijvingsgeld als eén geheel beschouwt, behoort deze post zeer
zeker op den kapitaaldienst thuis. Nu mag het waar zijn, dat vroe
ger dergelijke uitgaven in den gewonen dienst geleden werden, maar
dan herhaal ik wat ik reeds eerder opmerkte, dat men de rekening
ook moet bezien vanuit het oogpunt waarin de omstandigheden ons
dwingen. De geheele raad zal met mij deze uitgave als een kapi
taalsuitgave aanvoelen.
Over den aanleg van een electrische installatie in het pand
Nieuwstraat 5, breng ik het volgende onder de aandacht van den
raad. De huurster, i.e. de Kolpingsgroep, heeft het gebouw tevoren
bezichtigd. Zij heeft daarbij geen enkel verlangen naar voren ge
bracht. Ware dit wel zoo, dan had dit in het betreffende stuk aan
den raad moeten vermeld zijn. De door B W aangehaalde artikelen
1886 en 1887 van het BW. zijn hier niet van toepassing. Immers
huurster had te voren gezien, dat geen verlichting aanwezig
Zii maakte hierop geen aanmerking. Aangenomen mag dus worden, dat,
indien zij een verlichting noodig had, zij een verliohtmg van
petroleum, spiritus, acetyleen, gas, carbid of iets dergelijks zou
De'opmerking dat men aan de mededeeling van den wethouder niet
meer waarde mag toekennen en dat de raad dus zelf maar heelt na -
gaan welke wettelijke verplichtingen bovendien nog op
dit besluit kunnen komen, typeert in deze B W. .1(1
Als men aan een mededeeling van een wethouder niet de
waarde mag toekennen, waar moet het dan heen?
H voor mij vind den aanleg van do verlichting in dit gebouw od
zichzelf niet zoo erg, maar dat B W den raad iets wijs maak o
na aanmerking opnieuw een ander schijnargument naar voren brengt,
l0 De°V00RZITTER protesteert tegen de bewering van den heer
cis zou het college van B W den raad iets wijs maken. Daar deze