- 23 -
Bij het nazien van de beschouwing van B W onder de algemeene
opmerkingen, doet het mij genoegen te mogen constateerendat de
interlccale telefoongesprekken, welke voor particulier gebruik
kwamen, steeds werden verrekend. Ik meende, dat de telefoonaanslui
ting, die de verschillende gemeente-beambten aan huis hadden, enkel
en alleen dienstbaar was voor het gemeentebelang. Ik bemerk echter
dat ik mij daarin vergist heb en dat zij ook dient als een aparte
erkenning var de gemeente tegenover de door de ambtenaren gepres
teerde diensten en dus als een kleine toeslag op het salaris moet
beschouwd worden. Het was heelemaal de bedoeling niet hier een
kleingeestige opmerking te maken, maar wij beoogden enkel het zuiver
stellen van deze zaak» Waar onze commissie ongeveer dezelfde werk
zaamheid verricht als de rekenkamer bij :s rijksdienst, is de op
merking hier op haar plaats, dat het niet aangaat dat men hier ove
een kleingeestigheid schrijft. Geen enkele, maar dan ook geen enne e
rijksambtenaar zou over een opmerking van de rekenkamer als over
een kleingeestigheid durven schrijven.
Betreffende de bureaubehoeften doet het mij genoegen, dat B W
zelf reeds meerdere zaken ren behoeve van cie gemeentediensten bij
behoorlijke kwanturns inkoopen. Hoewel de samensteller van het
antwoord—rapport zegt, dat dit niet tot allerlei kleinigheden waar
aan op onregelmatige tijden behoefte bestaat, kan worden uitgecreyi,
laat hij er onmiddellijk op volgen, dat B W meenen, dat op grend
van opgedane ervaringen mag betwijfeld worden of dit tot een werke
lijke besparing voor de gemeente zal leiden. Ik had gaarne gezien,
dat B W eenige van de hierbij opgedane ervaringen hadden doen
mcdedeelen. Het is natuurlijk onze bedoeling, dat zooveel mogelijk
in de stad wordt ingekocht.
Over de achterstallige en oninvorderbare posten doet het mij
genoegen, dat B W als hun overtuiging uitspreken, dat door de des
betreffende ambtenaren met de noodige voortvarendheid wordt gehan
deld. Ik ben er voor, dat in verband met de moeilijke financieel©
omstandigheden de noodige soepelheid wordt betracht, ik hoop echter
dat dit niet tot bevoorrechting aanleiding geeft, maar dat tegenovei
allen dezelfde behandeling plaats heeft. Een enkele opmerking moet
mij echter van het hart. Het doet vreemd aan, als men een naam op
deze lijst tegen komt van een persoon, welke weliswaar failliet
ging, maar die nu sinds geruimen tijd in betere omstandigheden is
gekomen. Dan trekt het de aandacht als men op een dezer lijsten
den naam van een persoon aantreft, die in 193^ niet betaalde en die
in 1937 den voorgevel van zijn woning vernieuwde. Zoo zou ik kunnen
doorgaan. Ik mag hierover eindigen met de hoop uit te spreken, dat
deze stand van zaken geen aanleiding geeft tot bevoorrechting van
zekere debiteuren.
Over den opslag van den dienst van gemeentewerken wil ik mede-
deolen, dat ik mij er onmiddellijk mee kan vereenigen, dat voor
werkzaamheden, welke de dienst rechtstreeks uitvoert of waarop zij
toezicht uitoefent, een zekere opslag in rekening gebracht wordt.
Ik kan me er mede vereenigen, dat voor de adviseerende taak een
bedrag aan den dienst wordt toebedeeld, maar wat mij niet juist
lijkt is, dat bijvoorbeeld op de verlichting, verwarming en schoon
houden van de arbeidsbeurs door openbare werken 10$ geheven wordt.
Ik bon van oordeel, dat de dienst van de arbeidsbeurs deze betalin
gen evengoed doen kan. Hierdoor zou zelfs vereenvoudiging van do
administratie verkregen worden. Ook de huur van de nieuwe haven
als reservoir voor het zwembad wordt verhoogd door openbare werken»
Waarom kan de gemeente-ontvanger wel het geld van de abonnemenys-
kaarten ontvangen en niet de uitbetaling van de verschillende ui
gaven verzorgen? Waarom moet voor de zuiver administratieve huur
van de haven als reservoir voor het zwembad de totaal overbodige
tusschenkomst van openbare werken ingeroepen worden? Er zou m.i.
slechts vereenvoudiging van de administratie verkregen worden, in
dien de dienst van openbare werken van een en ander ontlast werd.
Ik zal mij niet aanmatigen mijn oordeel uit te spreken tegenover
het objectief oordeel van B W, die lanceeren, da.t de opslag—
berekening in alle opzichten den toets dor critiek kan doors aan
Ik zal mijn oordeel opschorten tot een anderen tijd, wanneer het
uitspreken hiervan meer effect kan sorteeren.
De opmerking over de dubbele boekhouding zal ik m het miaaen
laten als ten, deze niet ter zake dienende.