- 21 - De VOORZITTER stelt dan aan de orde punt III der agenda: VOORLOQPIGB VASTSTELLING VAM: a. DE REKENINGEN VaN BATEN SN LASTER BH VAN KAPITAALSINKOMSTEN EN -UITGaVEN VAN HET ELECTRI0ITEIT3-GROND-. GAS- ER WATERLEIDINGS BEDRIJF. DEN KEURINGSDIENST VAN VEE EN VLEESCH MET INBEGRIP VaN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. DEN DIENST DER GEMEENTEWERKEN EN HET fÖNINGBEDRIJFlMBT INBEGRIP VAN DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN VaI DE STICHTING' "GEMEENTELIJK WONINGSEHEER") VOOR HET DIENST^ JaaR iqz67 D. DE. REKENING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN DER GEMEENTE BERGEN OP ZOOM VOOR HET DIENSTJAAR 19Z6. (Verzameling 1937 nrs,157 en 170.) De heer WEIJTS verkrijgt als rapporteur der commissie tot het na.zien der rekening hierna het woord en spreekt als volgt: Mijnheer de Voorzitter. Tengevolge van de omstandigheden in ver- tand met de feestdagen van Kerstmis en Nieuwjaar, was het onmoge lijk om naast de hestudeering Van het antwoord van het college van B W, ook nog een vergadering te houden van de commissie ter "be handeling van dit rapport. Ik "ben er evenwel van overtuigd, dat de commissie in haar geheel de hoofdpunten van mijn betoog deelt, al zal de argumenteering hier en daar afwijken en zich wijzigen naar het politiek en persoonlijk inzicht van de commissieleden. Ik mag beginnen met aan het college van B W mijn dank te be tuigen, dat zij zich zoodanig met hun antwoord gehaast hebben, dat de behandeling ter voorloopige vaststelling van de rekening over 1936 reeds in deze vergadering kan plaats hebben. Ik stel dit voor al op prijs, omdat de raadsleden tengevolge hiervan reeds direct hebben kunnen kennis nemen van de bevindingen van de commissie tot het nazien der rekening en er desgewenscht hun voordeel mee kunnen doen bij de behandeling van de begrooting voor het dienstjaar 1938' Ik dank ook den raad, dat hij de vergadering van 31 December ge schorst heeft, waardoor de behandeling van dit punt thans veel rustiger kan plaats hebben. Ik zal de bespreking van het antwoord van B W splitsen in twee deelen. Op de eerste plaats wil ik een en ander zeggen over datgene wat van geen invloed is op de voorloopige vaststelling van de reke ning. Op de tweede plaats wil ik iets zeggen over die punten en posten, waardoor de uitkomst van de rekening wel beïnvloed wordt. Ik volg dus het antwoord-rapport van B W en begin dan met de opmerking over de taak der commissie. De commissie had zich enkel als taak kunnen stellen de doelmatig heid der uitgaven en de verschillende inkomsten te controleeren. Als de commissie niet meer gedaan had dan dit werk, dan zou zij haar plicht reeds volbracht hebben. Ik ben er echter van overtuigd, dat de geheele raad versteld heeft gestaan bij het vernemen van het feit, dat de gewone dienst over het jaar 193& Bloot met een nadee- lig saldo van f.*{4.600,Gezien dit feit, ben ik er evenzeer van overtuigd, dat de raad meer van de commissie verwachtte dan het nagaan van de doelmatigheid der posten alleen. Wij hebben onze taak aldus opgevat, dat de gewone uitgaven terdege moesten worden nagezien en posten, welke voor kapitaaldienst in aanmerking konden komen, genoemd moesten worden. Wij hebben dus naarstig gezocht naar deze oosten, waarvoor bovendien in de oorspronkelijke begrooting voor 1936 niet was voorzien. Door alsnog deze als gewone uitgaven geboekte bedragen in kapitaaldienst te verantwoorden, zou hot na- daelig slot op den gewonen dienst kunnen worden ingekrompen. Wat de derde doelstelling der commissie betreft, zal tik eenigs- zins uitvoeriger over het aangeven van be zuinigingeide-eën spreken bij het hoofd "bezuinigingsplannen". De commissie mag derhalve verwachten, dat de raad haar opvatting van de haar opgelegde taak in overeenstemming zal vinden met het hieromtrent bepaalde in art.257 van de gemeentewet. Ik mag dan nu beginnen over gewone of kapitaalsuitgaven. Ik kan het met den samensteller ven het antwoord-rapoort eens zijn, dat de theoretische opvatting omtrent buitengewone- of kapitaalsuit gaven wel niet juist vast te stellen zal zijn. Practieoh voelt men dit echter beter aan en overeenkomstig deze opvatting kan men ge makkelijker iets op kapitaaldienst plaatsen. Het aangehaalde voor beeld van een inktpot, dat niet van ons afkomstig is, wil ik even vasthouden en de opmarking nlaatoea, dat <1q uitgave van een inkt-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1937 | | pagina 324